Column: Otto Kaaij

‘Meneer, even een vraagje hoor’

Otto Kaaij is al sinds zijn tweede studiejaar met veel plezier student-assistent bij de TU Delft. Het is volgens hem de Feynman-techniek in zijn meest pure vorm: iets leren door het aan iemand uit te leggen. En dan krijg je er ook nog voor betaald.

(Foto: Sam Rentmeester)

“Hoi, ik heb een vraag. Ik vind gewoon dat het principle of explosion niet zou moeten bestaan.”

Het is de leukste vraag die ik tot nu toe als student-assistent kreeg – en het is eigenlijk niet eens een vraag. Ook dit jaar heb ik weer de eer om student-assistent te zijn, iets wat ik sinds mijn tweede studiejaar met veel plezier doe.

Student-assistenten zijn voor veel vakken het eerstelijns contact tussen studenten en docenten. De precieze invulling verschilt natuurlijk, maar meestal helpt een student-assistent met het beantwoorden van vragen, het organiseren van lesmateriaal of het bijhouden van de administratie. Zeker voor grote vakken, waar meer dan vijfhonderd studenten het uitvechten met twee docenten, zijn student-assistenten onmisbaar om nog een vorm van persoonlijk contact te garanderen.

Als student-assistent leer je lesgeven. Je leert hoe je de inhoud van het vak duidelijk en zorgvuldig over kunt brengen, en je komt zelf steeds verder boven de stof te staan. Het is de Feynman-techniek, iets leren door het aan iemand uit te leggen, in zijn meest pure vorm – en dan krijg je er ook nog voor betaald. En dit is misschien geen absolute waarheid, maar ik ben ervan overtuigd dat ik geen student-assistent geweest ben voor de vakken die me het best liggen. De vakken waar ik student-assistent voor ben geweest, zijn me daardoor het best gaan liggen.

Studenten over drempels heen helpen dwingt je om je communicatievaardigheden te verbeteren. Om duidelijk, rustig en vol empathie iemand verder te helpen die vastzit, zonder je eigen oplossing op te dringen.

Ik gun iedereen een baan als student-assistent

Als student-assistent krijg je ook aan enorm netwerk cadeau. Je leert studiegenoten – nu collega’s – kennen, niet alleen uit je eigen jaarlaag, maar ook oudere studenten, docenten, en professoren, die je kunnen helpen met studiekeuzes en obstakels.

Om al deze redenen is een bijbaan als student-assistent iets dat ik iedereen zou gunnen.

Terug naar mijn favoriete niet-vraag. Het explosieprincipe is een bewijsregel uit de logica: ‘uit tegenspraak volgt alles’. Ik zal je de details besparen – voor nu is het genoeg om te weten dat de regel voor veel mensen die hem voor het eerst zien nogal tegenintuïtief is.

Deze vraag voldoet aan alle eisen.

Ten eerste is het antwoord niet triviaal, zoals bij de vraag ‘moeten we ‘Dijkstra’ kennen voor het tentamen?’ De vraag is ook een uitdaging: het is niet meteen duidelijk wat de student precies niet begrijpt, en dus moet je dat uitpuzzelen, voordat je met een antwoord komt. Als laatste heeft deze vraag veel consequenties: als de student dit begrijpt, valt er vervolgens heel veel op zijn plek.

Meer dan 20 minuten spraken we over deze vraag, het explosieprincipe, de basisregels van de logica, en de gevolgen daarvan in de echte wereld. De student sloot het gesprek af met: “Dankjewel, ik denk dat je wel gelijk hebt.”

Otto Kaaij is masterstudent computer science en muzikant. Als informaticus heeft hij een passie voor algoritmiek, wetenschapscommunicatie en duurzame software, en als muzikant probeert hij altijd zo breed mogelijk bezig te blijven.

Columnist Otto Kaaij

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

o.k.n.kaaij@student.tudelft.nl

Comments are closed.