Campus

Personeelsfeestje

Personeelsfeestjes hebben altijd een gekunsteld karakter, in ieder geval de feestjes waar ik kom, maar het wordt pas echt ingewikkeld als ook de partners worden uitgenodigd.

Op mijn laatste personeelsfeestje – niet aan de TU Delft maar bij mijn andere werkgever – werden wij met partner verwacht. Alle ingrediënten van een jaarlijkse feestelijke bijeenkomst waren aanwezig. Er werd gegeten, gedronken en gespeecht.

En toen kwam de coverband. De basgitarist had nog maar een noot gespeeld, of drie vrouwen snelden naar de dansvloer.

“Zullen wij ook?” vroeg ik aan mijn man.

“Volstrekt niet” zei hij.

Dus we spraken verder, stelletjesgewijs, over de organisatie waar wij allen werkten en wat voor werk de partner dan deed, over de locatie die inderdaad erg mooi was en het eten dat werkelijk heel goed was.

Meer vrouwen, en dan ook uitsluitend vrouwen, gingen naar de dansvloer.

“Ik heb zin om te dansen. Ga je mee?” vroeg ik nogmaals aan mijn man.

“Nu niet en de hele avond niet” antwoordde hij op een toon die duidelijk maakte dat dit onderwerp voor de rest van de avond onbesproken diende te blijven. Ik besloot om zonder hem te gaan dansen, al was het op muziek van een coverband, tussen de sta-tafeltjes en het buffet.

“Hoe vond je het vanavond?” vroeg ik in de auto op weg naar huis.

“Het viel heel erg mee. Maar je had niet moeten dansen”, zei mijn man. “Het was zo deerlijk, die coverband en een handvol slechtdansende mensen in een helverlichte zaal.”

“Was het zoiets als The Office?” vroeg ik opeens geschrokken. In deze Britse televisieserie over een kantoor op een bedrijventerrein in een voorstad van Londen wordt bij feestjes onder tl-licht tussen de bureaus een dansje gemaakt.

“Erger.”

En ik nam me voor om het nooit meer te doen, dansen op een personeelsfeestje.

Willemijn Dicke

Personeelsfeestjes hebben altijd een gekunsteld karakter, in ieder geval de feestjes waar ik kom, maar het wordt pas echt ingewikkeld als ook de partners worden uitgenodigd. Op mijn laatste personeelsfeestje – niet aan de TU Delft maar bij mijn andere werkgever – werden wij met partner verwacht. Alle ingrediënten van een jaarlijkse feestelijke bijeenkomst waren aanwezig. Er werd gegeten, gedronken en gespeecht.

En toen kwam de coverband. De basgitarist had nog maar een noot gespeeld, of drie vrouwen snelden naar de dansvloer.

“Zullen wij ook?” vroeg ik aan mijn man.

“Volstrekt niet” zei hij.

Dus we spraken verder, stelletjesgewijs, over de organisatie waar wij allen werkten en wat voor werk de partner dan deed, over de locatie die inderdaad erg mooi was en het eten dat werkelijk heel goed was.

Meer vrouwen, en dan ook uitsluitend vrouwen, gingen naar de dansvloer.

“Ik heb zin om te dansen. Ga je mee?” vroeg ik nogmaals aan mijn man.

“Nu niet en de hele avond niet” antwoordde hij op een toon die duidelijk maakte dat dit onderwerp voor de rest van de avond onbesproken diende te blijven. Ik besloot om zonder hem te gaan dansen, al was het op muziek van een coverband, tussen de sta-tafeltjes en het buffet.

“Hoe vond je het vanavond?” vroeg ik in de auto op weg naar huis.

“Het viel heel erg mee. Maar je had niet moeten dansen”, zei mijn man. “Het was zo deerlijk, die coverband en een handvol slechtdansende mensen in een helverlichte zaal.”

“Was het zoiets als The Office?” vroeg ik opeens geschrokken. In deze Britse televisieserie over een kantoor op een bedrijventerrein in een voorstad van Londen wordt bij feestjes onder tl-licht tussen de bureaus een dansje gemaakt.

“Erger.”

En ik nam me voor om het nooit meer te doen, dansen op een personeelsfeestje.

Willemijn Dicke

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.