Campus

Ouders willen weten:

Ouders zorgen steeds langer voor hun studerende kinderen. Hogescholen en universiteiten spelen daarop in. Zoals de basisschool de ouderavond heeft, zo heeft het hoger onderwijs tegenwoordig zijn ouderdagen.

Want ouders willen weten: wie maakt de wc van mijn studerende zoon schoon?

,,Kijk eens wat lief”, zegt Patrick Leijzer. Hij wijst op een meisje dat innig gearmd met haar vader langsloopt. Ze zijn op weg naar de collegezaal waar een studentendecaan uit de doeken zal doen wat studeren eigenlijk is. Het praatje maakt deel uit van de open dag die Leijzer elk najaar organiseert aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.

Iets verderop loopt de moeder van Erik Mepsen. Ze aarzelde geen seconde om mee te gaan. De vader van Erik Wiggers daarentegen nam zelf het initiatief. Hij verzocht zijn zoon met klem ,,om eindelijk eens naar een open dag van het een of ander te gaan. Ik heb hem gezegd: en nou gaan we er eens op af. We gaan ook nog naar Groningen en Enschede.” Naar schatting van Leijzer heeft zeker de helft van de tweeduizend scholieren die op de campus rondlopen zijn papa of mama meegenomen.

Ouders die de campus overspoelen. Dat beeld is dit najaar op alle universiteiten en hogescholen te zien. Vaders en moeders willen het naadje van de kous weten over opleidingen die de interesse heeft van hun kinderen. Deze bemoeienis stopt niet als zoon- of dochterlief de studiekeus eenmaal gemaakt heeft.

Het lijkt een trend. Vroeger stond iemand op eigen benen zodra hij student werd. De liefhebbende zorg van de ouders werd vanaf dat ogenblik eerder ervaren als hinderlijk dan als koesterend. Maar dat is veranderd. Ouders zorgen langer voor hun studerende kinderen. En kinderen laten zich die zorg met genoegen welgevallen.

Alleen al het legioen studenten dat thuis blijft wonen, is een symptoom van deze trend. Volgens cijfers van de Informatie Beheer Groep woont de helft van de universitaire eerstejaars nog thuis. Naarmate ze langer studeren, verandert dat. Dan woont acht op de tien universitaire studenten op kamers.

Hotel Mama

Veel studenten blijven in ‘Hotel Mama’ wonen, zoals de Utrechtse hoogleraar jeugdstudies Wim Meeus het noemt. ,,In dat hotel mogen jongeren bijna alles. De behoefte aan individuele vrijheid, die jongeren vroeger wel hadden, is er niet meer. Of beter: die is er wel, maar ze hoeven er het huis niet voor uit te gaan.”

Het is de natuur van ouders om te zorgen. En dat ze zich sterk met de studiekeuze van hun kinderen bezighouden, kan Meeus wel begrijpen. ,,Diploma’s zijn in onze kenniseconomie dé sleutel voor een goede carrière en maatschappelijke positie.” Maar na het eerste jaar moeten ouders hun kind wel loslaten, vindt Meeus. ,,Anders begint het wel erg op de middelbare school te lijken.”

Middelbare-schoolachtig of niet, universiteiten en hogescholen spelen in op de behoefte van ouders te weten hoe het hun kinderenvergaat. Zoals de middelbare school de ouderavond kent, zo is aan universiteiten en hogescholen het fenomeen ouderdag inmiddels wijd verbreid.

De Rijksuniversiteit Groningen bijvoorbeeld organiseert voor de ouders van derdejaars-studenten zulke ouderdagen. Ze is daarmee indertijd begonnen op verzoek van de studenten zelf, vertelt organisator Bernlef Sminia. ”Na de open dag komen ouders pas weer op de universiteit als hun kind afstudeert. Studenten vonden dat jammer. Ze wilden hun ouders laten zien hoe het er bij ons aan toegaat.”

Ook aan de Hogeschool Brabant was zo’n ‘pappie-en-mammie-dag’ de afgelopen jaren een absolute hit. ,,Op een zaterdagochtend trok je zo driehonderd ouders”, vertelt decaan Jan Jansen van de economie-faculteit. Het generatieconflict bestaat niet meer, weet Jansen inmiddels. ,,Ik had net een moeder aan de lijn die vond dat haar zoon zo weinig studeerde”, vertelt hij. ,,Ze wilde weten of ze zich ongerust moest maken.” Zulke telefoontjes krijgt hij regelmatig.

Die permanente zorg van ouders zegt meer over studenten dan over hun ouders, vindt Jansen. ,,Studenten staan die toenemende bemoeienis met hun leven toe.” Een verklaring heeft hij niet. Of het moet zijn dat ouders zich meer ontwikkelen tot vrienden van hun kinderen en de traditionele rol van ‘het gezag’ laten varen.

Dat ouders hun kinderen in veel opzichten geen strobreed in de weg leggen, maakt de harmonie nog roerender. ,,Studenten kunnen thuis ook een liederlijk leven leiden”, zegt Jansen. ,,Tot zeven uur ’s ochtends uitgaan? Geen probleem. Of je vriendin bij je mag blijven slapen? Tuurlijk, zal ik het bed even opmaken?”

Of die kinderen – eenmaal onder moeders vleugels vandaan – ook zelf hun bed kunnen opmaken, is voor sommige ouders op de open dag in Nijmegen nog de vraag. Zodra het onderwerp ‘op kamers wonen’ wordt aangesneden, luistert de zaal vaders en moeders met volle overgave toe. Een moeder veert op als ze hoort dat de stichting studentenhuisvesting een keer in de week de wc’s komt schoonmaken. Ze kijkt haar zoon aan: dat is in elk geval in orde.

Ouders zorgen steeds langer voor hun studerende kinderen. Hogescholen en universiteiten spelen daarop in. Zoals de basisschool de ouderavond heeft, zo heeft het hoger onderwijs tegenwoordig zijn ouderdagen. Want ouders willen weten: wie maakt de wc van mijn studerende zoon schoon?

,,Kijk eens wat lief”, zegt Patrick Leijzer. Hij wijst op een meisje dat innig gearmd met haar vader langsloopt. Ze zijn op weg naar de collegezaal waar een studentendecaan uit de doeken zal doen wat studeren eigenlijk is. Het praatje maakt deel uit van de open dag die Leijzer elk najaar organiseert aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.

Iets verderop loopt de moeder van Erik Mepsen. Ze aarzelde geen seconde om mee te gaan. De vader van Erik Wiggers daarentegen nam zelf het initiatief. Hij verzocht zijn zoon met klem ,,om eindelijk eens naar een open dag van het een of ander te gaan. Ik heb hem gezegd: en nou gaan we er eens op af. We gaan ook nog naar Groningen en Enschede.” Naar schatting van Leijzer heeft zeker de helft van de tweeduizend scholieren die op de campus rondlopen zijn papa of mama meegenomen.

Ouders die de campus overspoelen. Dat beeld is dit najaar op alle universiteiten en hogescholen te zien. Vaders en moeders willen het naadje van de kous weten over opleidingen die de interesse heeft van hun kinderen. Deze bemoeienis stopt niet als zoon- of dochterlief de studiekeus eenmaal gemaakt heeft.

Het lijkt een trend. Vroeger stond iemand op eigen benen zodra hij student werd. De liefhebbende zorg van de ouders werd vanaf dat ogenblik eerder ervaren als hinderlijk dan als koesterend. Maar dat is veranderd. Ouders zorgen langer voor hun studerende kinderen. En kinderen laten zich die zorg met genoegen welgevallen.

Alleen al het legioen studenten dat thuis blijft wonen, is een symptoom van deze trend. Volgens cijfers van de Informatie Beheer Groep woont de helft van de universitaire eerstejaars nog thuis. Naarmate ze langer studeren, verandert dat. Dan woont acht op de tien universitaire studenten op kamers.

Hotel Mama

Veel studenten blijven in ‘Hotel Mama’ wonen, zoals de Utrechtse hoogleraar jeugdstudies Wim Meeus het noemt. ,,In dat hotel mogen jongeren bijna alles. De behoefte aan individuele vrijheid, die jongeren vroeger wel hadden, is er niet meer. Of beter: die is er wel, maar ze hoeven er het huis niet voor uit te gaan.”

Het is de natuur van ouders om te zorgen. En dat ze zich sterk met de studiekeuze van hun kinderen bezighouden, kan Meeus wel begrijpen. ,,Diploma’s zijn in onze kenniseconomie dé sleutel voor een goede carrière en maatschappelijke positie.” Maar na het eerste jaar moeten ouders hun kind wel loslaten, vindt Meeus. ,,Anders begint het wel erg op de middelbare school te lijken.”

Middelbare-schoolachtig of niet, universiteiten en hogescholen spelen in op de behoefte van ouders te weten hoe het hun kinderenvergaat. Zoals de middelbare school de ouderavond kent, zo is aan universiteiten en hogescholen het fenomeen ouderdag inmiddels wijd verbreid.

De Rijksuniversiteit Groningen bijvoorbeeld organiseert voor de ouders van derdejaars-studenten zulke ouderdagen. Ze is daarmee indertijd begonnen op verzoek van de studenten zelf, vertelt organisator Bernlef Sminia. ”Na de open dag komen ouders pas weer op de universiteit als hun kind afstudeert. Studenten vonden dat jammer. Ze wilden hun ouders laten zien hoe het er bij ons aan toegaat.”

Ook aan de Hogeschool Brabant was zo’n ‘pappie-en-mammie-dag’ de afgelopen jaren een absolute hit. ,,Op een zaterdagochtend trok je zo driehonderd ouders”, vertelt decaan Jan Jansen van de economie-faculteit. Het generatieconflict bestaat niet meer, weet Jansen inmiddels. ,,Ik had net een moeder aan de lijn die vond dat haar zoon zo weinig studeerde”, vertelt hij. ,,Ze wilde weten of ze zich ongerust moest maken.” Zulke telefoontjes krijgt hij regelmatig.

Die permanente zorg van ouders zegt meer over studenten dan over hun ouders, vindt Jansen. ,,Studenten staan die toenemende bemoeienis met hun leven toe.” Een verklaring heeft hij niet. Of het moet zijn dat ouders zich meer ontwikkelen tot vrienden van hun kinderen en de traditionele rol van ‘het gezag’ laten varen.

Dat ouders hun kinderen in veel opzichten geen strobreed in de weg leggen, maakt de harmonie nog roerender. ,,Studenten kunnen thuis ook een liederlijk leven leiden”, zegt Jansen. ,,Tot zeven uur ’s ochtends uitgaan? Geen probleem. Of je vriendin bij je mag blijven slapen? Tuurlijk, zal ik het bed even opmaken?”

Of die kinderen – eenmaal onder moeders vleugels vandaan – ook zelf hun bed kunnen opmaken, is voor sommige ouders op de open dag in Nijmegen nog de vraag. Zodra het onderwerp ‘op kamers wonen’ wordt aangesneden, luistert de zaal vaders en moeders met volle overgave toe. Een moeder veert op als ze hoort dat de stichting studentenhuisvesting een keer in de week de wc’s komt schoonmaken. Ze kijkt haar zoon aan: dat is in elk geval in orde.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.