Campus

Ortners Universum

Ilona’s kastanjerode haar vloeide uit over de grasmat. Ortner verbaasde zich over de kleurcombinatie. Hij wilde er een compliment over maken, maar zag dat ze haar ogen nog steeds gesloten had.

Wie had ooit kunnen denken dat ik hier naast jou zou zitten, mijmerde hij. Dit is een blauwdruk van de hemel: een tuin van genot op een bouwsel van kennis. En bovenop die kennis in het gras zitten wij. En de anderen, helaas.

Ortner bekeek het leven op het dak van de bibliotheek. Twee studenten waren al minutenlang in een zompige zoen verwikkeld. Bij de dakrand stonden een paar jongetjes met enorme waterpistolen op wacht. Een van hen draaide zich om, richtte zijn wapen en spoot een straal slootwater over het stelletje. Ze merkten het niet. ,,Echte liefde”, vond Ortner.

Ineens zat Ilona rechtop. Ze keek hem aan met een vragende blik. Ortner wees: ,,Die twee gaan helemaal in elkaar op. Letterlijk.”

,,Afschuwelijk”, meende Ilona en ze riep: ,,Jullie daar, kan dat misschien op een andere plek?”

,,Laat hen toch”, suste Ortner. Hij legde een hand op haar knie. ,,De lente duurt toch al zo kort.”

,,Jij trekt altijd partij voor de studenten. Ze dragen je op handen, wist je dat? Terwijl je onder de medewerkers het imago hebt van omhooggevallen prutser, ben je de populairste professor.”

Ortner bloosde en wist zelf niet of dat kwam door het compliment of de kritiek. Hij hoorde Ilona’s woordenstroom aan.

,,Het is toch zo? Al die opgeblazen figuren hier kloppen zich op de borst, maar geen van hen trekt volle collegezalen. Het enige wat ze de studenten te bieden hebben, zijn verjaarde dictaten. Geen wonder dat oude tentamens het meest populaire studiemateriaal zijn!”

Ortner begreep het wel: Ilona was verandermanager. Het was voor haar frustrerend dat op deze universiteit alles voor eeuwig vastlag. Ortner had zelf ook ooit zijn diploma bij elkaar gesprokkeld via oude tentamens. Daar had hij geen problemen mee.

Maar Ilona wel. ,,Het moet beter! Waar is de inspiratie? Deze universiteit is een hele dikke ingedutte meneer. Wie gooit er een emmer water in zijn gezicht? Wie?”

Ilona kon vroeger al zo doordraven, herinnerde Ortner zich, en dan had ze diezelfde opzwepende blik in haar ogen als nu. De kegelpunt van het gebouw achter haar leek als een feestmutsje op haar kwade hoofd te staan. Hij glimlachte.

,,Ja, je lacht en ik weet wat jij denkt. Jij denkt: ik ben niet ingedut. Bij mij leren de studenten wat! Precies!” Ilona liet haar stem zakken en fluisterde: ,,Dat is precies waarom ik zoveel bewondering voor je heb.”

,,Pardon?”, flapte Ortner eruit. Hij zag dat Ilona nu bloosde en daardoor gebeurde bij hem hetzelfde.

,,Ja Hein. Ik bewonder je. Jij hebt het lef om de dingen naar je hand te zetten.”

Een complimentje is leuk, maar Ortner voelde dat de druk opzijn schouders te zwaar werd. ,,Je vergist je”, zei hij droogjes. ,,Ik zit in mijn kamertje en houd mijn eigen zaakjes draaiende, dat is alles. Dat vind ik ook genoeg.”

,,Hein, praat jezelf niet de grond in! Ik heb heus al wel van je zwartboek gehoord. Dat vind ik een hele moedige zet van je. En met het congres dat je organiseert breng je ook een heel stuk dynamiek in de faculteit. Daar mag je best trots op zijn!”

Zwijg alsjeblieft over het congres, dacht Ortner. Hij had nog steeds geen goed thema voor de openingsrede verzonnen. Hoeveel dagen nog? Twee weken, en een berg werk te verzetten. Een zware onweerswolk vormde zich in zijn hoofd. Ortner zou het liefst willen opspringen en schuilen in zijn werkkamer.

Ilona rekte zich uit. ,,Zullen we hier lekker de hele middag blijven zitten?”, droomde ze. De zon streelde haar sproeten. Een weldadige rust straalde van haar af. Ze was een plaatje, ze was om te zoenen. Ortner liet zich weer in het gras zakken, dicht naast haar. Over zijn rug trok een koele aai, als een terloopse vingerstreling of de welgemikte straal uit een waterpistool.
Blikskater

Wie had ooit kunnen denken dat ik hier naast jou zou zitten, mijmerde hij. Dit is een blauwdruk van de hemel: een tuin van genot op een bouwsel van kennis. En bovenop die kennis in het gras zitten wij. En de anderen, helaas.

Ortner bekeek het leven op het dak van de bibliotheek. Twee studenten waren al minutenlang in een zompige zoen verwikkeld. Bij de dakrand stonden een paar jongetjes met enorme waterpistolen op wacht. Een van hen draaide zich om, richtte zijn wapen en spoot een straal slootwater over het stelletje. Ze merkten het niet. ,,Echte liefde”, vond Ortner.

Ineens zat Ilona rechtop. Ze keek hem aan met een vragende blik. Ortner wees: ,,Die twee gaan helemaal in elkaar op. Letterlijk.”

,,Afschuwelijk”, meende Ilona en ze riep: ,,Jullie daar, kan dat misschien op een andere plek?”

,,Laat hen toch”, suste Ortner. Hij legde een hand op haar knie. ,,De lente duurt toch al zo kort.”

,,Jij trekt altijd partij voor de studenten. Ze dragen je op handen, wist je dat? Terwijl je onder de medewerkers het imago hebt van omhooggevallen prutser, ben je de populairste professor.”

Ortner bloosde en wist zelf niet of dat kwam door het compliment of de kritiek. Hij hoorde Ilona’s woordenstroom aan.

,,Het is toch zo? Al die opgeblazen figuren hier kloppen zich op de borst, maar geen van hen trekt volle collegezalen. Het enige wat ze de studenten te bieden hebben, zijn verjaarde dictaten. Geen wonder dat oude tentamens het meest populaire studiemateriaal zijn!”

Ortner begreep het wel: Ilona was verandermanager. Het was voor haar frustrerend dat op deze universiteit alles voor eeuwig vastlag. Ortner had zelf ook ooit zijn diploma bij elkaar gesprokkeld via oude tentamens. Daar had hij geen problemen mee.

Maar Ilona wel. ,,Het moet beter! Waar is de inspiratie? Deze universiteit is een hele dikke ingedutte meneer. Wie gooit er een emmer water in zijn gezicht? Wie?”

Ilona kon vroeger al zo doordraven, herinnerde Ortner zich, en dan had ze diezelfde opzwepende blik in haar ogen als nu. De kegelpunt van het gebouw achter haar leek als een feestmutsje op haar kwade hoofd te staan. Hij glimlachte.

,,Ja, je lacht en ik weet wat jij denkt. Jij denkt: ik ben niet ingedut. Bij mij leren de studenten wat! Precies!” Ilona liet haar stem zakken en fluisterde: ,,Dat is precies waarom ik zoveel bewondering voor je heb.”

,,Pardon?”, flapte Ortner eruit. Hij zag dat Ilona nu bloosde en daardoor gebeurde bij hem hetzelfde.

,,Ja Hein. Ik bewonder je. Jij hebt het lef om de dingen naar je hand te zetten.”

Een complimentje is leuk, maar Ortner voelde dat de druk opzijn schouders te zwaar werd. ,,Je vergist je”, zei hij droogjes. ,,Ik zit in mijn kamertje en houd mijn eigen zaakjes draaiende, dat is alles. Dat vind ik ook genoeg.”

,,Hein, praat jezelf niet de grond in! Ik heb heus al wel van je zwartboek gehoord. Dat vind ik een hele moedige zet van je. En met het congres dat je organiseert breng je ook een heel stuk dynamiek in de faculteit. Daar mag je best trots op zijn!”

Zwijg alsjeblieft over het congres, dacht Ortner. Hij had nog steeds geen goed thema voor de openingsrede verzonnen. Hoeveel dagen nog? Twee weken, en een berg werk te verzetten. Een zware onweerswolk vormde zich in zijn hoofd. Ortner zou het liefst willen opspringen en schuilen in zijn werkkamer.

Ilona rekte zich uit. ,,Zullen we hier lekker de hele middag blijven zitten?”, droomde ze. De zon streelde haar sproeten. Een weldadige rust straalde van haar af. Ze was een plaatje, ze was om te zoenen. Ortner liet zich weer in het gras zakken, dicht naast haar. Over zijn rug trok een koele aai, als een terloopse vingerstreling of de welgemikte straal uit een waterpistool.
Blikskater

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.