Opinie

Oproep tot heroverweging Betuwelijn

Een aantal hoogleraren riep 9 oktober de Tweede Kamer op de aanleg van de Betuwelijn te staken. Van de brief hieronder de weergave.

Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Sinds het besluit tot aanleg van de Betuweroute hebben zich, naar onze mening, ontwikkelingen voorgedaan die aanleiding geven tot heroverweging van het traject tussen Kijfhoek en Zevenaar, in samenhang met de Noord- en Zuidtak van de Betuweroute. Daarbij gaat het zowel om het totale beslag op overheidsmiddelen in de periode tot 2010 als om nieuwe perspectieven die een opwaardering van de IJzeren Rijn en vernieuwingen in de binnenvaart kunnen bieden. Door de aanleg van het traject Kijfhoek-Zevenaar en de Noordtak van de Betuweroute, dreigen andere, meer urgente en productieve, investeringen te worden vertraagd of verdrongen.

De ontwikkeling van het (landelijke) goederenvervoer per spoor gaat veel langzamer dan in de PKB Betuweroute werd voorzien terwijl de verwachte private financiering van een deel van de investeringskosten (aanvankelijk 50 procent, uiteindelijk 1,6 miljard) is uitgebleven. Toekomstige gebruikersbijdragen zijn eveneens afhankelijk van mogelijkheden tot rendabele exploitatie. De door het toenmalige NS goederenvervoer aangekondigde spectaculaire groei op het bestaande net, waarvoor het reizigersvervoer zelfs moest wijken, is achterwege gebleven. In het jaar 2000, het tijdstip waarop de Betuweroute op zijn vroegst beschikbaar kon zijn, zou een volume van 40 miljoen ton worden bereikt. In 1997 vervoerde NS Cargo, dat inmiddels met de vrachtdochter van Deutsche Bahn is gefuseerd, niet veel meer dan 10 jaar geleden: circa 23 miljoen ton. De recente volumegroei ging gepaard met snel oplopende verliezen.

De aanleg van de infrastructuur voor de Betuweroute dreigt vooruit te gaan lopen op de noodzakelijke drastische verbetering van de vervoersdiensten die daarop kunnen worden aangeboden. Een snelle verbinding van het spoorproduct is alleen mogelijk als op korte termijn, in Europees verband, voorwaarden voor concurrerend internationaal en intermodaal railvervoer worden gecreëerd. Het potentieel van de binnenvaart, waarin Nederland uitzonderlijke natuurlijke voordelen heeft, is tot dusver onvoldoende onderkend en benut.

Met de gemoderniseerde havenspoorlijn en aanpassingen van Kijfhoek krijgt de Rotterdamse haven op korte termijn de noodzakelijke spoorontsluiting. De besluitvorming over de aanleg van de Noordtak van de Betuweroute, richting Oldenzaal en Duitsland, waarvan het nieuwe tracé op zijn vroegst in 2009 gereed zal zijn, is uitgesteld. Voor de aanlegkosten van de Noordtak van de Betuweroute zijn nog geen reserveringen getroffen. De minder ingrijpende aanpassingen van de Zuidtak richting Venlo zijn tot dusver geheel buiten beschouwinggebleven.

Volgens de huidige plannen zou het A-15 deel van de Betuweroute, waarvoor in de afgelopen vijf jaar nog geen private financiering gevonden is, in 2005 beschikbaar moeten komen. Gezien de mogelijkheden tot planologische reservering van het tracé zou ons inziens op zijn minst uitstel en/of fasering van de aanleg, vanaf Kijfhoek, moeten worden overwogen. Voorkomen moet worden dat de Betuweroute tot een bestuurs- en planningsramp leidt: een infrastructuurproject dat in België tot de ‘Grands Travaux Innutiles‘ gerekend zou worden. Gewijzigde omstandigheden geven aanleiding tot bezinning en heroverweging. De bereidheid tot heroverweging zou, naar onze overtuiging, het vertrouwen in de politieke besluitvorming ten goede komen.

Prof.ir. A.A.J. Pols

hoogleraar Planning, Technische Universiteit Delft

Prof.dr. P. Frissen, hoogleraar Bestuurskunde,

Katholieke Universiteit Brabant

Prof.dr.ir. R.E.C.M. van der Heijden, hoogleraar Transportbeleid en Logistieke Organisatie,

Technische Universiteit Delft

Prof.dr. E.C. van Ierland, hoogleraar Milieu-Economie,
Landbouwuniversiteit Wageningen

Prof.dr. A. Kleinknecht, hoogleraar Economie

Technische Universiteit Delft

Prof.drs. J.B. Polak, hoogleraar Vervoerseconomie,

Universiteit van Amsterdam en RU Groningen

Prof.dr. P. Rietveld, hoogleraar Vervoerseconomie,

Vrije Universiteit Amsterdam

Prof.dr. B.A.M.G. Tromp, hoogleraar Politieke Wetenschappen
Rijksuniversiteit Leiden

Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Sinds het besluit tot aanleg van de Betuweroute hebben zich, naar onze mening, ontwikkelingen voorgedaan die aanleiding geven tot heroverweging van het traject tussen Kijfhoek en Zevenaar, in samenhang met de Noord- en Zuidtak van de Betuweroute. Daarbij gaat het zowel om het totale beslag op overheidsmiddelen in de periode tot 2010 als om nieuwe perspectieven die een opwaardering van de IJzeren Rijn en vernieuwingen in de binnenvaart kunnen bieden. Door de aanleg van het traject Kijfhoek-Zevenaar en de Noordtak van de Betuweroute, dreigen andere, meer urgente en productieve, investeringen te worden vertraagd of verdrongen.

De ontwikkeling van het (landelijke) goederenvervoer per spoor gaat veel langzamer dan in de PKB Betuweroute werd voorzien terwijl de verwachte private financiering van een deel van de investeringskosten (aanvankelijk 50 procent, uiteindelijk 1,6 miljard) is uitgebleven. Toekomstige gebruikersbijdragen zijn eveneens afhankelijk van mogelijkheden tot rendabele exploitatie. De door het toenmalige NS goederenvervoer aangekondigde spectaculaire groei op het bestaande net, waarvoor het reizigersvervoer zelfs moest wijken, is achterwege gebleven. In het jaar 2000, het tijdstip waarop de Betuweroute op zijn vroegst beschikbaar kon zijn, zou een volume van 40 miljoen ton worden bereikt. In 1997 vervoerde NS Cargo, dat inmiddels met de vrachtdochter van Deutsche Bahn is gefuseerd, niet veel meer dan 10 jaar geleden: circa 23 miljoen ton. De recente volumegroei ging gepaard met snel oplopende verliezen.

De aanleg van de infrastructuur voor de Betuweroute dreigt vooruit te gaan lopen op de noodzakelijke drastische verbetering van de vervoersdiensten die daarop kunnen worden aangeboden. Een snelle verbinding van het spoorproduct is alleen mogelijk als op korte termijn, in Europees verband, voorwaarden voor concurrerend internationaal en intermodaal railvervoer worden gecreëerd. Het potentieel van de binnenvaart, waarin Nederland uitzonderlijke natuurlijke voordelen heeft, is tot dusver onvoldoende onderkend en benut.

Met de gemoderniseerde havenspoorlijn en aanpassingen van Kijfhoek krijgt de Rotterdamse haven op korte termijn de noodzakelijke spoorontsluiting. De besluitvorming over de aanleg van de Noordtak van de Betuweroute, richting Oldenzaal en Duitsland, waarvan het nieuwe tracé op zijn vroegst in 2009 gereed zal zijn, is uitgesteld. Voor de aanlegkosten van de Noordtak van de Betuweroute zijn nog geen reserveringen getroffen. De minder ingrijpende aanpassingen van de Zuidtak richting Venlo zijn tot dusver geheel buiten beschouwinggebleven.

Volgens de huidige plannen zou het A-15 deel van de Betuweroute, waarvoor in de afgelopen vijf jaar nog geen private financiering gevonden is, in 2005 beschikbaar moeten komen. Gezien de mogelijkheden tot planologische reservering van het tracé zou ons inziens op zijn minst uitstel en/of fasering van de aanleg, vanaf Kijfhoek, moeten worden overwogen. Voorkomen moet worden dat de Betuweroute tot een bestuurs- en planningsramp leidt: een infrastructuurproject dat in België tot de ‘Grands Travaux Innutiles‘ gerekend zou worden. Gewijzigde omstandigheden geven aanleiding tot bezinning en heroverweging. De bereidheid tot heroverweging zou, naar onze overtuiging, het vertrouwen in de politieke besluitvorming ten goede komen.

Prof.ir. A.A.J. Pols

hoogleraar Planning, Technische Universiteit Delft

Prof.dr. P. Frissen, hoogleraar Bestuurskunde,

Katholieke Universiteit Brabant

Prof.dr.ir. R.E.C.M. van der Heijden, hoogleraar Transportbeleid en Logistieke Organisatie,

Technische Universiteit Delft

Prof.dr. E.C. van Ierland, hoogleraar Milieu-Economie,
Landbouwuniversiteit Wageningen

Prof.dr. A. Kleinknecht, hoogleraar Economie

Technische Universiteit Delft

Prof.drs. J.B. Polak, hoogleraar Vervoerseconomie,

Universiteit van Amsterdam en RU Groningen

Prof.dr. P. Rietveld, hoogleraar Vervoerseconomie,

Vrije Universiteit Amsterdam

Prof.dr. B.A.M.G. Tromp, hoogleraar Politieke Wetenschappen
Rijksuniversiteit Leiden

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.