Een tijdje leraar spelen in het middelbaar onderwijs voor studiepunten: tientallen studenten blijken daarvoor interesse te hebben.
Goed nieuws voor de door het lerarentekort geplaagde middelbare scholen in % vooral – de regio Delft: het collegebestuur van de TU heeft besloten nog eens anderhalve ton te steken in het project ‘TU Delft helpt vwo’. Komende winter en zomer zal de TU opnieuw twee cursussen didactische basisvaardigheden aanbieden aan studenten en medewerkers die een tijdje voor de klas willen staan. Het project startte in september 2000. Aan elke cursus doen vijftien studenten mee.
Helemaal toepasselijk is de naam overigens niet meer. In de praktijk blijken de studenten na de opleiding ook vaak een baan te accepteren als leraar bij het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Die klassen zijn vaak wat rumoeriger, zo blijkt uit een recente evaluatie van het project. Daarom krijgt het aspect ‘orde houden’ in de nieuwe cursussen extra aandacht.”
Ik weet niet of orde houden iets is dat je werkelijk kunt leren”, zegt projectleider dr. Martin Jacobs van het Centrum voor Didactiek en Onderwijsontwikkeling. ,,Maar het is wel belangrijk om erover te praten en ervaringen uit te wisselen. Het is belangrijk dat je als jonge leraar heel vanzelfsprekend, geloofwaardig voor die klas staat.”
TU-medewerkers zijn niet langer een ‘expliciete doelgroep’ van de stoomcursus, vertelt Jacobs. Hun belangstelling bleek in de praktijk toch te klein, ondanks de financiële tegemoetkoming. TU-studenten zijn enthousiaster, zo blijkt uit de evaluatie. Ze kunnen de cursus en – later – bijbaan combineren met hun studie: het bijhouden van een portfolio met ervaringen levert ze zelfs studiepunten op. Na afloop kunnen de studenten aan de slag als leraar natuurkunde, scheikunde of wiskunde.
Goed nieuws voor de door het lerarentekort geplaagde middelbare scholen in % vooral – de regio Delft: het collegebestuur van de TU heeft besloten nog eens anderhalve ton te steken in het project ‘TU Delft helpt vwo’. Komende winter en zomer zal de TU opnieuw twee cursussen didactische basisvaardigheden aanbieden aan studenten en medewerkers die een tijdje voor de klas willen staan. Het project startte in september 2000. Aan elke cursus doen vijftien studenten mee.
Helemaal toepasselijk is de naam overigens niet meer. In de praktijk blijken de studenten na de opleiding ook vaak een baan te accepteren als leraar bij het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Die klassen zijn vaak wat rumoeriger, zo blijkt uit een recente evaluatie van het project. Daarom krijgt het aspect ‘orde houden’ in de nieuwe cursussen extra aandacht.”
Ik weet niet of orde houden iets is dat je werkelijk kunt leren”, zegt projectleider dr. Martin Jacobs van het Centrum voor Didactiek en Onderwijsontwikkeling. ,,Maar het is wel belangrijk om erover te praten en ervaringen uit te wisselen. Het is belangrijk dat je als jonge leraar heel vanzelfsprekend, geloofwaardig voor die klas staat.”
TU-medewerkers zijn niet langer een ‘expliciete doelgroep’ van de stoomcursus, vertelt Jacobs. Hun belangstelling bleek in de praktijk toch te klein, ondanks de financiële tegemoetkoming. TU-studenten zijn enthousiaster, zo blijkt uit de evaluatie. Ze kunnen de cursus en – later – bijbaan combineren met hun studie: het bijhouden van een portfolio met ervaringen levert ze zelfs studiepunten op. Na afloop kunnen de studenten aan de slag als leraar natuurkunde, scheikunde of wiskunde.
Comments are closed.