Campus

Ontwerpen, bouwen, racen en winnen

Het Delftse studentenleven heeft er een nieuwe sport bij: autoracen. In juli 2001 zal een racewagen namens de TU Delft aan de start verschijnen van de ‘Formula Student’ competitie in Engeland.

Wie heeft er als jongen nu niet van gedroomd: je eigen racewagen ontwerpen, bouwen en meedoen met een officiële competitie als bonus. Maar waar veel van deze idealen eindigen met het opbergen van de Carrera racebaan of het verlaten van het kartcentrum, blijven sommigen ermee rondlopen.

Zo ook Michiel Gommers. ,,Ik had in een Engels tijdschrift gelezen over de Formula Student in Leeds. Ik dacht: daar moet ook op de TU iets mee worden gedaan.” Na een rondgang langs diverse faculteiten vond hij een enthousiaste professor Adriaan Beukers (Lucht- & Ruimtevaarttechniek) bereid om te helpen in Delft een team op te zetten voor deze internationale studentencompetitie, waarin teams van universiteiten het tegen elkaar opnemen met een zelfgebouwde racewagen.

Twee uur na Gommers kwam Alexander de Boer langs bij Beukers op zoek naar een afstudeeropdracht. En %toeval bestaat niet% die had hij inmiddels liggen: het ontwikkelen van de zelfdragende koolstofepoxy monocoque en het managen van het project dat even later ‘DUT Formula Student Racing Team’ werd gedoopt.

Toen De Boer en Gommers elkaar hadden gevonden, kwam het project echt van de grond. De steun van prof.dr.ir J.P. Pauwelussen (werktuigbouwkunde, voertuigtechniek) en ir. Tom de Wilde (IO, design engineering) gaven het team een stevige impuls. Inmiddels heeft het team de beschikking over een werkkamer in het gebouw van industrieel ontwerpen, testfaciliteiten bij TNO en zijn de eerste sponsoren gevonden.

Goede kansen

De Formula Student competitie bestaat al sinds 1995, zodat het Delftse team een nieuwkomer is. De beschikbare tijd is beperkt: in juli 2001 moet de wagen klaar zijn. Het team beseft dit en legt de lat niet te hoog. ,,Voor dit eerste jaar mikken we op ‘rookie of the year’, zeg maar de beste nieuwkomer. Maar in de jaren daarop gaan we voor de winst.”

Op de lange termijn sluiten de studenten zelfs deelname aan de Amerikaanse competitie niet uit. ,,De Formula SAE is eigenlijk het oudste en diende ook als voorbeeld voor de wedstrijd in Leeds. Maar Detroit is nog een eind weg.”

Met hun budget (160 duizend gulden voor 2001) zit het team in de middenmoot. ,,Sommigen doen het met minder geld, maar in de VS bestaan ook teams die meer dan een half miljoen te besteden hebben.” Geld maakt echter niet alles uit. ,,De grootte van het budget vertaalt zich niet één op één in het resultaat. We denken een goede kans te maken gezien de kennis en faciliteiten in Delft”, legt De Boer uit.

Door de combinatie van drie disciplines (L&R, WB en IO) en de beschikbaarheid van een professionele testlocatie bij TNO geven De Boer, Gommers en Commandeur zichzelf een goede kans als de wagen in juli 2001 echt de baan op moet. ,,We hebben een goed contact met de universiteit in Leeds, die de competitie heeft opgezet, en gaan we binnenkort met de racebroers Tim en Tom Coronel praten.”

Hightech

De voor de hand liggende vergelijking met karting gaat niet op. Teamlid Sander Trarbach legt uit: ,,Alleen qua topsnelheid is een Formule-auto vergelijkbaar met een kart. De Formulewagen kan echter sneller optrekken en afremmen, heeft een verende ophanging en een totaal andere motor.”

Met een typerende Delftse eigenwijsheid is het ontwerp van de raceauto duidelijk anders dan gebruikelijk in de Formula Student competitie. De belangrijkste verschillen zitten in het chassis en de motor. In plaats van het gangbare buizenframe met daaroverheen de carrosserie, heeft het Delftse team gekozen voor een zelfdragende constructie. ,,We zijn de eersten in het deelnemersveld met een koolstofepoxy monocoque. Door een zelfdragend frame te bouwen, kunnen we veel lichter construeren dan onze tegenstanders, terwijl de sterkte en stijfheid even hoog blijven.”

Daarnaast heeft het team de beschikking over een viercilindermotor afkomstig van een racemonster van Yamaha. ,,De motor is gesponsored. Maar omdat alleen zo’n motorblok geen leuke plaatjes oplevert, heeft Yamaha er gelijk ook een motorfiets bijgedaan.”

Niet onbelangrijk waren de testmogelijkheden die de hele motor biedt voor het afstellen van het raceblok. Om het meeste uit het motorblok te halen wordt deze namelijk stevig onderhanden genomen. ,,We gaan de carburateur vervangen door directe inspuiting. Dat is niet zo schokkend, maar wij zullen als eerste iedere cilinder afzonderlijk inspuiten.”

De wagen zit verder vol met technieken die soms direct uit de Formule 1 afkomstig zijn: ground effect (aërodynamische bodemplaat voor betere wegligging), limited slip differentieel en schakelen met hendels aan het stuur.

Strakke organisatie

Voor het ontwerpen, bouwen en testen van de hightech wagen zijn veel studenten nodig. Het project is onderverdeeld in kleine, goed omschreven deelopdrachten. Zo kan één groep aan het onderstel werken, terwijl anderen zich tegelijkertijd over de vleugels buigen.

Negen studenten vormen de kern van het team. Zij sturen de groepen studenten aan en leiden het project. Alleen Gommers, De Boer en Pieter Commandeur werken er fulltime aan. De anderen doen het project naast hun reguliere studieprogramma.

,,Het zou mooi zijn als delen van het project kunnen worden ingebed in het onderwijs. Zo zijn een paar onderdelen van de auto een prima onderwerp voor het derdejaars ontwerponderwijs op L&R”, aldus Gommers. Nu moeten studenten die willen meedoen nog zelf proberen om hun inzet vertaald te krijgen in studiepunten. ,,Het is jammer dat het enthousiasme van de profs nog niet is overgeslagen op deambtenaren binnen de TU. Het project biedt natuurlijk enorme pr-mogelijkheden.”

Rest eigenlijk nog maar één vraag: wie gaat de Delftsblauw-met-oranje wagen naar de eindstreep sturen? De Boer en Gommers: ,,Een professionele coureur mag reglementair niet. Maar hier op de TU lopen ook rijders rond. Als zo iemand een redelijk aandeel heeft gehad in het project, kan hij of zij wat ons betreft achter het stuur kruipen.”

Sollicitanten en andere geïnteresseerden kijken op www.formulastudent.tudelft.nl.

Wie heeft er als jongen nu niet van gedroomd: je eigen racewagen ontwerpen, bouwen en meedoen met een officiële competitie als bonus. Maar waar veel van deze idealen eindigen met het opbergen van de Carrera racebaan of het verlaten van het kartcentrum, blijven sommigen ermee rondlopen.

Zo ook Michiel Gommers. ,,Ik had in een Engels tijdschrift gelezen over de Formula Student in Leeds. Ik dacht: daar moet ook op de TU iets mee worden gedaan.” Na een rondgang langs diverse faculteiten vond hij een enthousiaste professor Adriaan Beukers (Lucht- & Ruimtevaarttechniek) bereid om te helpen in Delft een team op te zetten voor deze internationale studentencompetitie, waarin teams van universiteiten het tegen elkaar opnemen met een zelfgebouwde racewagen.

Twee uur na Gommers kwam Alexander de Boer langs bij Beukers op zoek naar een afstudeeropdracht. En %toeval bestaat niet% die had hij inmiddels liggen: het ontwikkelen van de zelfdragende koolstofepoxy monocoque en het managen van het project dat even later ‘DUT Formula Student Racing Team’ werd gedoopt.

Toen De Boer en Gommers elkaar hadden gevonden, kwam het project echt van de grond. De steun van prof.dr.ir J.P. Pauwelussen (werktuigbouwkunde, voertuigtechniek) en ir. Tom de Wilde (IO, design engineering) gaven het team een stevige impuls. Inmiddels heeft het team de beschikking over een werkkamer in het gebouw van industrieel ontwerpen, testfaciliteiten bij TNO en zijn de eerste sponsoren gevonden.

Goede kansen

De Formula Student competitie bestaat al sinds 1995, zodat het Delftse team een nieuwkomer is. De beschikbare tijd is beperkt: in juli 2001 moet de wagen klaar zijn. Het team beseft dit en legt de lat niet te hoog. ,,Voor dit eerste jaar mikken we op ‘rookie of the year’, zeg maar de beste nieuwkomer. Maar in de jaren daarop gaan we voor de winst.”

Op de lange termijn sluiten de studenten zelfs deelname aan de Amerikaanse competitie niet uit. ,,De Formula SAE is eigenlijk het oudste en diende ook als voorbeeld voor de wedstrijd in Leeds. Maar Detroit is nog een eind weg.”

Met hun budget (160 duizend gulden voor 2001) zit het team in de middenmoot. ,,Sommigen doen het met minder geld, maar in de VS bestaan ook teams die meer dan een half miljoen te besteden hebben.” Geld maakt echter niet alles uit. ,,De grootte van het budget vertaalt zich niet één op één in het resultaat. We denken een goede kans te maken gezien de kennis en faciliteiten in Delft”, legt De Boer uit.

Door de combinatie van drie disciplines (L&R, WB en IO) en de beschikbaarheid van een professionele testlocatie bij TNO geven De Boer, Gommers en Commandeur zichzelf een goede kans als de wagen in juli 2001 echt de baan op moet. ,,We hebben een goed contact met de universiteit in Leeds, die de competitie heeft opgezet, en gaan we binnenkort met de racebroers Tim en Tom Coronel praten.”

Hightech

De voor de hand liggende vergelijking met karting gaat niet op. Teamlid Sander Trarbach legt uit: ,,Alleen qua topsnelheid is een Formule-auto vergelijkbaar met een kart. De Formulewagen kan echter sneller optrekken en afremmen, heeft een verende ophanging en een totaal andere motor.”

Met een typerende Delftse eigenwijsheid is het ontwerp van de raceauto duidelijk anders dan gebruikelijk in de Formula Student competitie. De belangrijkste verschillen zitten in het chassis en de motor. In plaats van het gangbare buizenframe met daaroverheen de carrosserie, heeft het Delftse team gekozen voor een zelfdragende constructie. ,,We zijn de eersten in het deelnemersveld met een koolstofepoxy monocoque. Door een zelfdragend frame te bouwen, kunnen we veel lichter construeren dan onze tegenstanders, terwijl de sterkte en stijfheid even hoog blijven.”

Daarnaast heeft het team de beschikking over een viercilindermotor afkomstig van een racemonster van Yamaha. ,,De motor is gesponsored. Maar omdat alleen zo’n motorblok geen leuke plaatjes oplevert, heeft Yamaha er gelijk ook een motorfiets bijgedaan.”

Niet onbelangrijk waren de testmogelijkheden die de hele motor biedt voor het afstellen van het raceblok. Om het meeste uit het motorblok te halen wordt deze namelijk stevig onderhanden genomen. ,,We gaan de carburateur vervangen door directe inspuiting. Dat is niet zo schokkend, maar wij zullen als eerste iedere cilinder afzonderlijk inspuiten.”

De wagen zit verder vol met technieken die soms direct uit de Formule 1 afkomstig zijn: ground effect (aërodynamische bodemplaat voor betere wegligging), limited slip differentieel en schakelen met hendels aan het stuur.

Strakke organisatie

Voor het ontwerpen, bouwen en testen van de hightech wagen zijn veel studenten nodig. Het project is onderverdeeld in kleine, goed omschreven deelopdrachten. Zo kan één groep aan het onderstel werken, terwijl anderen zich tegelijkertijd over de vleugels buigen.

Negen studenten vormen de kern van het team. Zij sturen de groepen studenten aan en leiden het project. Alleen Gommers, De Boer en Pieter Commandeur werken er fulltime aan. De anderen doen het project naast hun reguliere studieprogramma.

,,Het zou mooi zijn als delen van het project kunnen worden ingebed in het onderwijs. Zo zijn een paar onderdelen van de auto een prima onderwerp voor het derdejaars ontwerponderwijs op L&R”, aldus Gommers. Nu moeten studenten die willen meedoen nog zelf proberen om hun inzet vertaald te krijgen in studiepunten. ,,Het is jammer dat het enthousiasme van de profs nog niet is overgeslagen op deambtenaren binnen de TU. Het project biedt natuurlijk enorme pr-mogelijkheden.”

Rest eigenlijk nog maar één vraag: wie gaat de Delftsblauw-met-oranje wagen naar de eindstreep sturen? De Boer en Gommers: ,,Een professionele coureur mag reglementair niet. Maar hier op de TU lopen ook rijders rond. Als zo iemand een redelijk aandeel heeft gehad in het project, kan hij of zij wat ons betreft achter het stuur kruipen.”

Sollicitanten en andere geïnteresseerden kijken op www.formulastudent.tudelft.nl.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.