Campus

Muispols, golfarm en tenniselleboog

Naast kassières, data-typistes en assistenten in opleiding zijn ook studenten vatbaar voor RSI-aandoeningen. Met name studenten van industrieel ontwerpen vormen een risicogroep.

Naast kassières, data-typistes en assistenten in opleiding zijn ook studenten vatbaar voor RSI-aandoeningen. Met name studenten van industrieel ontwerpen vormen een risicogroep.

,,Het lijkt wel een virus”, zei dr.ir. J.F.M. Molenbroek vorige week donderdag bij de opening van het RSI-symposium voor studenten industrieel ontwerpen. Er zijn hem nu ongeveer tien ernstige gevallen bekend van Repetitive Strain Injury onder IO-studenten. De aandoening van de pezen ontstaat door een sterk herhaalde en eenzijdige belasting van hand en arm. Voor de slachtoffers bij IO zijn ontwerpopdrachten voorlopig uit den boze. Een van hen moest de scriptie zelfs laten uittypen door zijn moeder. ,,Deze studenten raken geen toetsenbord meer aan.”

Ontwerpen gebeurt nauwelijks nog op de tekentafel. De student bedient zich van grafische programma’s op de computer. Daardoor zitten ze dagelijks vele uren achter het beeldscherm. Door een verkeerde houding en de stress van naderende deadlines is een overbelaste pees dan snel opgelopen. De sprekers op het symposium adviseren de studenten dringend om preventieve maatregelen te nemen, want als tintelingen of pijn worden gevoeld in de arm en schouder is de aandoening vaak al ver gevorderd. Normale dagelijkse handelingen als het dragen van een boodschappentas of het snijden van een ui worden dan vaak een kwelling. Het herstel is moeizaam en verloopt uiterst traag.

,,De schouder is de vuilnisbak van de arm”, weet dr. G.J. Kleinrensink. Hij is afkomstig van de geneeskundige faculteit van de Rotterdamse Erasmus Universiteit en geeft een lesje anatomie aan het symposiumpubliek. ,,Beperkingen in de beweging van pols en elleboog worden opgevangen door het kogelgewricht van de schouder. Die is daardoor zwaar belast. Daar komt bij dat de passage van bloedvaten en zenuwen in de schouder erg nauw is.” De risico’s voor de jongere lichting ontwerpers liggen voor de hand.

Kleinrensink legt uit dat de één meer kans heeft op klachten dan de ander. ,,Als gevolg van verschillen in bouw is bij sommige mensen de doorgang in de schouder krapper of meer belemmerd. Dat heet anatomische pech.” Juist door die verschillen tussen mensen is er volgens Kleinrensink ook geen standaardoplossing voor het probleem van RSI. ,,Kijk eens naar de muis van een computer. Die ligt plat en kan maar op één manier bediend worden. Voor sommigen kan een kanteling van bijvoorbeeld dertig graden veel beter zijn.”
Veerpontschippers

Dat er grote anatomische verschillen bestaan kan Molenbroek bevestigen. Hij onderzocht bij zevenhonderdvijftig mensen de variatie in handbreedte, vingerbreedte, vingertussenruimte en de bewegingsmogelijkheden van de pols. Molenbroek drukt zijn studenten op het hart om bij het ontwerpen rekening te houden met de spreiding in de menselijke maten. ,,Sluit de extremen nooit bij voorbaat uit.” Daarop meldt dr.ir. R.H.M. Goossensvan Fysieke Ergonomie dat er nooit onderzoek is gedaan naar de maximale bewegingsfrequentie van de vinger. Dat kan van belang zijn bij het onderzoek naar RSI.

Een van de schrijfster van het pas verschenen ‘Handboek RSI’, drs. K. Schreibers, wijst de studenten op de rol van stress bij het ontstaan van RSI. Onderzoek onder veerpontschippers liet zien dat de spieraandoening opvallend vaak voorkomt bij de schippers die al eens in aanvaring zijn gekomen met de wal. De stress bij het aanleggen en de veelvuldige herhaling van handelingen leiden gemakkelijk tot slechte doorbloeding van de spieren. ,,Werkdruk op zich is niet fout”, meent de onderzoekster, ,,zeer hoge pieken in de belasting wel.” Schreibers benoemt de stress-gevarenzones met de kleuren groen, oranje en rood. ,,Groen is goed, oranje is op zich ook niet erg. Maar veel oranje is vaak hartstikke rood.”

In antwoord op vragen uit de zaal blijkt Schreibers niet erg opgetogen over ergonomische toetsenborden, tracker– en rollerballs en andere noviteiten die nu verschijnen op de markt van de grafische computers. ,,Curatief hebben ze misschien enige waarde, maar preventief gezien is de werkhouding van de ontwerper veel belangrijker.” Een goede stoel, recht voor het beeldscherm zitten en voldoende pauze zijn de belangrijkste adviezen aan de ontwerpers in de zaal. Haar betoog sluit aan bij wat Kleinrenserink eerder die ochtend al zei: ,,De toename van RSI-klachten moet niet zozeer gezocht worden bij de mens als wel bij de hulpmiddelen die hij gebruikt. Het menselijk lichaam is namelijk perfect gebouwd.”


1 Illustratie: Victor Lemstra

Eén van de sprekers op het RSI-symposium was IO-student Chris van der Berg. Hij heeft tijdens zijn studie RSI opgelopen en waarschuwt zijn medestudenten voor overbelasting.

,,Ik was altijd een hardwerkende student. Tot vorig jaar haalde ik bijna negentig procent van mijn studiepunten. Ik heb onder meer Ontwerpen 2,3 en 4 gedaan. Het was leuk om al die nieuwe grafische pakketten uit te proberen. Daarnaast speelde ik regelmatig viool. Daar verdiende ik een beetje geld mee. Ik was perfectionistisch ingesteld, net als veel van jullie. Ik had thuis een eigen computer en werkte met strakke deadlines. Nu speel ik geen viool meer en raak de computer niet meer aan. Ik kan geen aantekeningen meer kan maken en volg nu voornamelijk mondelinge WTM-vakken. Ik sta hier om jullie te waarschuwen voor RSI.

Als ik terugkijk, zie ik mezelf nog zitten achter mijn computer. In een hoekje, met een slechte muis, bezig met Ontwerpen 4 en het maken van posters. Zes tot acht uur per dag zat ik daar ‘opgezogen’ door het beeldscherm op de oude bureaustoel die ik nog had meegenomen van thuis. Hard werken en geen pauzes, want de deadlines naderden. Je klikt je een ongeluk.

Toen kreeg ik plotseling last van tintelende vingers. En een warm gevoel in de armen. ,,Niet zeuren”, denk je, ,,het is bijna vakantie.” Na de vakantie kreeg ik echter direct weer last. Ik kocht zo’n tekentablet, zodat ik mijn muis niet meerhoefde te gebruiken. Ik heb er twintig uur mee gewerkt. Toen heb ik de computer uitgezet. Ik ging naar de fysiotherapeut, deed aan Mensendieck, maar achteraf gezien was het toen al te laat. De analyse-aantekeningen kon ik niet meer bijhouden. Toch ben ik toen nog wel de werkplaats ingegaan. Dat was met het ontwerp van het Swatch-horloge, een mooie opdracht die ik niet kon laten liggen.

De week daarna raakte ik pas goed in paniek. Ik stond in de wc en kon mijn gulp niet meer dicht krijgen. Ik kon geen kracht meer zetten met mijn handen. Daar ben ik flink van geschrokken. Het doet een aanslag op je positieve levensinstelling. ,,Kan ik nog wel een ontwerper blijven?”, vraag je jezelf af. Een half jaar lang heb ik doorgesukkeld, toen ben ik opgehouden met fysiotherapie. Ik genas niet. Ik heb het zelfs bij paranormale genezers geprobeerd, maar tot op heden heb ik niet de juiste therapie gevonden. Mijn studie heb ik helemaal stilgelegd.

Je kunt wel zien dat mijn arm erg dun is geworden. De spieren verdwijnen als je die lange tijd niet gebruikt. Daarom ben ik nu begonnen met trainen in het krachthonk. Maar stel je daar niet te veel van voor; als ik een halter til dan zitten daar geen, of alleen hele lichte gewichten aan. Ik heb al een plaats aangevraagd in een revalidatiecentrum.

Neem na dit verhaal het volgende van mij aan: ga altijd recht voor je monitor zitten. Breng het scherm op ooghoogte, desnoods met telefoonboeken. Neem niet zo’n muis die superlicht klikt. Daarmee moet je steeds je vingers omhoog houden. Laat je armen hangen, trek je schouders niet op en neem elk uur een kleine pauze. Laat je vooral niet ‘opslokken’ door die prachtige grafische programma’s waar je bij IO vaak mee bezig bent. Ik wil niet dat jullie straks ook de lul zijn, dus neem deze tips ter harte. Tien RSI-patiënten bij IO is voldoende.”

Naast kassières, data-typistes en assistenten in opleiding zijn ook studenten vatbaar voor RSI-aandoeningen. Met name studenten van industrieel ontwerpen vormen een risicogroep.

,,Het lijkt wel een virus”, zei dr.ir. J.F.M. Molenbroek vorige week donderdag bij de opening van het RSI-symposium voor studenten industrieel ontwerpen. Er zijn hem nu ongeveer tien ernstige gevallen bekend van Repetitive Strain Injury onder IO-studenten. De aandoening van de pezen ontstaat door een sterk herhaalde en eenzijdige belasting van hand en arm. Voor de slachtoffers bij IO zijn ontwerpopdrachten voorlopig uit den boze. Een van hen moest de scriptie zelfs laten uittypen door zijn moeder. ,,Deze studenten raken geen toetsenbord meer aan.”

Ontwerpen gebeurt nauwelijks nog op de tekentafel. De student bedient zich van grafische programma’s op de computer. Daardoor zitten ze dagelijks vele uren achter het beeldscherm. Door een verkeerde houding en de stress van naderende deadlines is een overbelaste pees dan snel opgelopen. De sprekers op het symposium adviseren de studenten dringend om preventieve maatregelen te nemen, want als tintelingen of pijn worden gevoeld in de arm en schouder is de aandoening vaak al ver gevorderd. Normale dagelijkse handelingen als het dragen van een boodschappentas of het snijden van een ui worden dan vaak een kwelling. Het herstel is moeizaam en verloopt uiterst traag.

,,De schouder is de vuilnisbak van de arm”, weet dr. G.J. Kleinrensink. Hij is afkomstig van de geneeskundige faculteit van de Rotterdamse Erasmus Universiteit en geeft een lesje anatomie aan het symposiumpubliek. ,,Beperkingen in de beweging van pols en elleboog worden opgevangen door het kogelgewricht van de schouder. Die is daardoor zwaar belast. Daar komt bij dat de passage van bloedvaten en zenuwen in de schouder erg nauw is.” De risico’s voor de jongere lichting ontwerpers liggen voor de hand.

Kleinrensink legt uit dat de één meer kans heeft op klachten dan de ander. ,,Als gevolg van verschillen in bouw is bij sommige mensen de doorgang in de schouder krapper of meer belemmerd. Dat heet anatomische pech.” Juist door die verschillen tussen mensen is er volgens Kleinrensink ook geen standaardoplossing voor het probleem van RSI. ,,Kijk eens naar de muis van een computer. Die ligt plat en kan maar op één manier bediend worden. Voor sommigen kan een kanteling van bijvoorbeeld dertig graden veel beter zijn.”
Veerpontschippers

Dat er grote anatomische verschillen bestaan kan Molenbroek bevestigen. Hij onderzocht bij zevenhonderdvijftig mensen de variatie in handbreedte, vingerbreedte, vingertussenruimte en de bewegingsmogelijkheden van de pols. Molenbroek drukt zijn studenten op het hart om bij het ontwerpen rekening te houden met de spreiding in de menselijke maten. ,,Sluit de extremen nooit bij voorbaat uit.” Daarop meldt dr.ir. R.H.M. Goossensvan Fysieke Ergonomie dat er nooit onderzoek is gedaan naar de maximale bewegingsfrequentie van de vinger. Dat kan van belang zijn bij het onderzoek naar RSI.

Een van de schrijfster van het pas verschenen ‘Handboek RSI’, drs. K. Schreibers, wijst de studenten op de rol van stress bij het ontstaan van RSI. Onderzoek onder veerpontschippers liet zien dat de spieraandoening opvallend vaak voorkomt bij de schippers die al eens in aanvaring zijn gekomen met de wal. De stress bij het aanleggen en de veelvuldige herhaling van handelingen leiden gemakkelijk tot slechte doorbloeding van de spieren. ,,Werkdruk op zich is niet fout”, meent de onderzoekster, ,,zeer hoge pieken in de belasting wel.” Schreibers benoemt de stress-gevarenzones met de kleuren groen, oranje en rood. ,,Groen is goed, oranje is op zich ook niet erg. Maar veel oranje is vaak hartstikke rood.”

In antwoord op vragen uit de zaal blijkt Schreibers niet erg opgetogen over ergonomische toetsenborden, tracker– en rollerballs en andere noviteiten die nu verschijnen op de markt van de grafische computers. ,,Curatief hebben ze misschien enige waarde, maar preventief gezien is de werkhouding van de ontwerper veel belangrijker.” Een goede stoel, recht voor het beeldscherm zitten en voldoende pauze zijn de belangrijkste adviezen aan de ontwerpers in de zaal. Haar betoog sluit aan bij wat Kleinrenserink eerder die ochtend al zei: ,,De toename van RSI-klachten moet niet zozeer gezocht worden bij de mens als wel bij de hulpmiddelen die hij gebruikt. Het menselijk lichaam is namelijk perfect gebouwd.”


1 Illustratie: Victor Lemstra

Eén van de sprekers op het RSI-symposium was IO-student Chris van der Berg. Hij heeft tijdens zijn studie RSI opgelopen en waarschuwt zijn medestudenten voor overbelasting.

,,Ik was altijd een hardwerkende student. Tot vorig jaar haalde ik bijna negentig procent van mijn studiepunten. Ik heb onder meer Ontwerpen 2,3 en 4 gedaan. Het was leuk om al die nieuwe grafische pakketten uit te proberen. Daarnaast speelde ik regelmatig viool. Daar verdiende ik een beetje geld mee. Ik was perfectionistisch ingesteld, net als veel van jullie. Ik had thuis een eigen computer en werkte met strakke deadlines. Nu speel ik geen viool meer en raak de computer niet meer aan. Ik kan geen aantekeningen meer kan maken en volg nu voornamelijk mondelinge WTM-vakken. Ik sta hier om jullie te waarschuwen voor RSI.

Als ik terugkijk, zie ik mezelf nog zitten achter mijn computer. In een hoekje, met een slechte muis, bezig met Ontwerpen 4 en het maken van posters. Zes tot acht uur per dag zat ik daar ‘opgezogen’ door het beeldscherm op de oude bureaustoel die ik nog had meegenomen van thuis. Hard werken en geen pauzes, want de deadlines naderden. Je klikt je een ongeluk.

Toen kreeg ik plotseling last van tintelende vingers. En een warm gevoel in de armen. ,,Niet zeuren”, denk je, ,,het is bijna vakantie.” Na de vakantie kreeg ik echter direct weer last. Ik kocht zo’n tekentablet, zodat ik mijn muis niet meerhoefde te gebruiken. Ik heb er twintig uur mee gewerkt. Toen heb ik de computer uitgezet. Ik ging naar de fysiotherapeut, deed aan Mensendieck, maar achteraf gezien was het toen al te laat. De analyse-aantekeningen kon ik niet meer bijhouden. Toch ben ik toen nog wel de werkplaats ingegaan. Dat was met het ontwerp van het Swatch-horloge, een mooie opdracht die ik niet kon laten liggen.

De week daarna raakte ik pas goed in paniek. Ik stond in de wc en kon mijn gulp niet meer dicht krijgen. Ik kon geen kracht meer zetten met mijn handen. Daar ben ik flink van geschrokken. Het doet een aanslag op je positieve levensinstelling. ,,Kan ik nog wel een ontwerper blijven?”, vraag je jezelf af. Een half jaar lang heb ik doorgesukkeld, toen ben ik opgehouden met fysiotherapie. Ik genas niet. Ik heb het zelfs bij paranormale genezers geprobeerd, maar tot op heden heb ik niet de juiste therapie gevonden. Mijn studie heb ik helemaal stilgelegd.

Je kunt wel zien dat mijn arm erg dun is geworden. De spieren verdwijnen als je die lange tijd niet gebruikt. Daarom ben ik nu begonnen met trainen in het krachthonk. Maar stel je daar niet te veel van voor; als ik een halter til dan zitten daar geen, of alleen hele lichte gewichten aan. Ik heb al een plaats aangevraagd in een revalidatiecentrum.

Neem na dit verhaal het volgende van mij aan: ga altijd recht voor je monitor zitten. Breng het scherm op ooghoogte, desnoods met telefoonboeken. Neem niet zo’n muis die superlicht klikt. Daarmee moet je steeds je vingers omhoog houden. Laat je armen hangen, trek je schouders niet op en neem elk uur een kleine pauze. Laat je vooral niet ‘opslokken’ door die prachtige grafische programma’s waar je bij IO vaak mee bezig bent. Ik wil niet dat jullie straks ook de lul zijn, dus neem deze tips ter harte. Tien RSI-patiënten bij IO is voldoende.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.