Onderwijs

Motivatie van de studenten vasthouden

‘Focus op Onderwijs’, de eindrapportage van de commissie Onderwijsportfolio, geeft een overzicht van de veranderingen die in de opleidingen gewenst zijn.

Het rapport moet een stimulans zijn om TU-breed de accenten binnen het onderwijs te verleggen.

Het college van bestuur wil dat de bachelor- en masteropleidingen van de TU Delft concurrerend zijn in de (inter)nationale markt van hoger onderwijs. Paul Rullmann, cvb-lid met onderwijs in zijn portefeuille: ,,Het cvb ziet graag dat zoveel mogelijk studenten naar de TU Delft komen. Wil je dat verwezenlijken dan moet je een aantrekkelijk en uitdagend onderwijsprogramma neerzetten.”

Het werven van veel studenten is niet het enige doel van het TU-onderwijs. De universiteit wil hoogwaardig gekwalificeerde ingenieurs opleiden die voldoen aan de (inter)nationale maatstaven. Bovendien moeten ze binnen de vastgestelde termijn hun studie afronden. Rullmann: ,,De praktijk is nu dat teveel studenten afhaken en dat diegenen die blijven te lang over de studie doen. Om dat te veranderen zijn er binnen het huidige TU-onderwijs accentverschuivingen nodig.”

De commissie Onderwijsportfolio heeft eind vorig jaar de trends en ontwikkelingen in kaart gebracht die de opleidingen van de TU Delft beïnvloeden. Die zijn vastgelegd in de tussenrapportage ‘Focus op onderwijs’. Dit diende als uitgangspunt bij de discussies binnen de TU Delft die daarna zijn gehouden. Ook heeft de commissie de afgelopen maanden met externe stakeholders % zoals de Bètafederatie en vwo-scholen % de bevindingen van dit rapport doorgesproken. In de eindrapportage van Focus op Onderwijs, verschenen in september, zijn de resultaten van deze discussies neergelegd. Hierin staan diverse aanbevelingen over aanpassingen binnen het TU-onderwijs.

,,Eén van die aanbevelingen is dat propedeuses van de TU Delft beter moeten aansluiten bij de basiskwalificaties van het vwo”, aldus Gabriëlle Muris, secretaris van de commissie Onderwijsportfolio. ,,Dat betekent een omslag in het denken op de TU. Van studenten die het eerste jaar niet halen wordt vaak verondersteld dat zij niet over de juiste capaciteiten beschikken. Of de verklaring wordt gezocht in de veranderingen in het vwo. We krijgen hier echter de betere vwo-leerling die een positieve keuze heeft gemaakt voor de TU Delft. Het is zonde dat zo’n groot deel van dit potentiële talent afhaakt. Het cvb wil dat de studenten beter ‘ontvangen’ worden. Zoals de commissie terecht stelt moeten de verworven kwalificaties in het vwo het startpunt vormen van de bacheloropleiding. Eveneens moet er een adequate studiebegeleiding zijn. Studenten kiezen gemotiveerd voor de TU Delft en wij moeten die motivatie zien vast te houden.”

Werelden

Rullmann vindt de ondersteuning van de studenten ook om een andere reden belangrijk. ,,Jongeren leven tegenwoordig in heel veel werelden tegelijk. Een student moet doorlopend kiezen in de trant van: ga ik nu studeren, of werken, of naar de sociëteit of toch maar roeien. Het is belangrijk hen ervan te doordringen dat de studie prioriteit verdient.”

Focus op Onderwijs pleit er eveneens voor dat in de eerste jaren niet uitsluitend het aanleren van basiskennis centraal staat. Muris: ,,De commissie betwist niet dat deze kennis noodzakelijk is. Het is echter ook nuttig als studenten vroeger in de studie kennismaken met het toekomstige vakgebied. Daardoor blijven ze enthousiast voor de keuze die ze gemaakt hebben. Het verplichte deel van de bachelor garandeert dat de student de nodige basiskennis daadwerkelijk verwerft.” Daarnaast is voorgesteld de flexibiliteit en keuzemogelijkheden van de programma’s te vergroten. Hiervoor komt er een minor binnen de bachelor. ,,Studenten kunnen de minor invullen met zelfgekozen vakken, waardoor de TU meer een opleiding op maat kan bieden.”

De commissie pleit er verder voor om een deel van de hoorcolleges te vervangen door meer actieve onderwijsvormen. Dat sluit beter aan bij de huidige praktijk in het vwo en maakt het onderwijs aantrekkelijker. Rullmann: ,,Het Nuna-project is een goed voorbeeld hoe op een andere manier kennis kan worden verworven. Voor de zonneauto hebben de studenten zelf een theoretisch concept ontwikkeld, vervolgens de benodigde complexe technische kennis verzameld en het management rond dit project verzorgd. Natuurlijk is de Nuna een uitzonderlijk voorbeeld. Je zou ook kunnen denken aan een ontwerpwedstrijd binnen een opleiding of dat docenten van verschillende faculteiten samen een opdracht ontwikkelen. De medezeggenschapsorganen hebben overigens wel als voorwaarde gesteld dat actieve onderwijsvormen alleen ingezet worden als het uit didactische en inhoudelijkeoverwegingen wenselijk en mogelijk is.”

Het cvb heeft plannen om een projectorganisatie op te richten die docenten kan ondersteunen bij het ontwikkelen van deze nieuwe onderwijsvormen. Ook bij de samenstellen van Engelse curricula kan deze projectorganisatie de helpende hand bieden. Aan de andere kant vindt Rullmann dat de TU in dat opzicht al aardig wat ondersteuning biedt. ,,Bij de (Basis)kwalificatie Onderwijs kunnen docenten % ook al zitten ze al langer in het vak – veel ideeën opdoen op onderwijsgebied. Andere beroepsgroepen gaan ook regelmatig naar nascholingscursussen, dus waarom zouden docenten dat niet doen?”

Verder raadt de commissie de opleidingen aan om meer aandacht te besteden aan de ‘kleine kwaliteit’. Muris: ,,De kwaliteit van het onderwijs wordt niet alleen bepaald door de inhoud, maar ook door de organisatie. Te laat tentamens nakijken, boeken die niet beschikbaar zijn en gebrekkige communicatie bezorgen de TU onnodig een slechte naam.”

Inzet

Muris vindt het niet terecht als het beeld ontstaat dat alles anders moet in het onderwijs. ,,Op diverse plaatsen wordt al geëxperimenteerd met bijvoorbeeld nieuwe onderwijsvormen. Dit zijn echter kleinschalige initiatieven en het cvb wil dat de nieuwe ideeën over het onderwijs gemeengoed worden binnen de TU Delft.”

Volgens Rullmann is de opzet van Focus op Onderwijs dat decanen en onderwijsdirecteuren hun onderwijsprogramma’s tegen het licht houden. ,,Ze zullen dan zien dat ze in een aantal opzichten al voldoen aan de aanbevelingen van Focus op Onderwijs. Op andere onderdelen zullen wel aanpassingen vereist zijn. Het rapport nodigt de decanen en opleidingsdirecteuren uitdrukkelijk uit hun prioriteiten zo te kiezen, dat ze aansluiten bij de ontwikkelingen die al in de opleidingen gaande zijn. Het cvb bezoekt in december de decanen en onderwijsdirecteuren. Hierbij zal gesproken worden over de stand van zaken bij hun opleidingen en de wijze waarop de ambities uit Focus op Onderwijs per faculteit of opleiding gerealiseerd kunnen worden. Vervolgens zal er in januari een implementatietraject worden opgesteld.”

Focus op onderwijs is binnen de TU Delft over het algemeen positief ontvangen. Muris: ,,Veel medewerkers zijn verheugd dat het onderwijs weer een prominente rol in het cvb-beleid heeft gekregen.” Natuurlijk waren er wel enkele kritische kanttekeningen. Rullmann: ,,In het rapport staat dat wij willen dat voortaan tachtig procent in plaats van zestig procent van de studenten het bachelordiploma haalt. De medezeggenschaporganen vonden dat een erg ambitieus streefcijfer. Ze vreesden dat het ten koste zou gaan van het niveau van de opleidingen. Wij hebben daarom de voorwaarde opgenomen dat de inhoudelijke kwaliteit van de opleidingen gewaarborgd moet blijven.”

In de medezeggenschapsorganen kwam ook naar voren dat studenten zich weer meer moeten gaan inzetten voor het onderwijs. Rullmann: ,,De TU moet zorgen dat zij een aantrekkelijk en uitdagend programma neerzet. Van de studenten mogen wij dan verlangen dat zij zich met inzet de aangeboden kennis proberen eigen te maken. Zelf beschouw ik dat als processen die gezamenlijk op moeten gaan.”

www.tudelft.nl/onderwijsportfolio

Het rapport is ook op te vragen bij Ramona Groenewegen: (015)278645

‘Focus op Onderwijs’, de eindrapportage van de commissie Onderwijsportfolio, geeft een overzicht van de veranderingen die in de opleidingen gewenst zijn. Het rapport moet een stimulans zijn om TU-breed de accenten binnen het onderwijs te verleggen.

Het college van bestuur wil dat de bachelor- en masteropleidingen van de TU Delft concurrerend zijn in de (inter)nationale markt van hoger onderwijs. Paul Rullmann, cvb-lid met onderwijs in zijn portefeuille: ,,Het cvb ziet graag dat zoveel mogelijk studenten naar de TU Delft komen. Wil je dat verwezenlijken dan moet je een aantrekkelijk en uitdagend onderwijsprogramma neerzetten.”

Het werven van veel studenten is niet het enige doel van het TU-onderwijs. De universiteit wil hoogwaardig gekwalificeerde ingenieurs opleiden die voldoen aan de (inter)nationale maatstaven. Bovendien moeten ze binnen de vastgestelde termijn hun studie afronden. Rullmann: ,,De praktijk is nu dat teveel studenten afhaken en dat diegenen die blijven te lang over de studie doen. Om dat te veranderen zijn er binnen het huidige TU-onderwijs accentverschuivingen nodig.”

De commissie Onderwijsportfolio heeft eind vorig jaar de trends en ontwikkelingen in kaart gebracht die de opleidingen van de TU Delft beïnvloeden. Die zijn vastgelegd in de tussenrapportage ‘Focus op onderwijs’. Dit diende als uitgangspunt bij de discussies binnen de TU Delft die daarna zijn gehouden. Ook heeft de commissie de afgelopen maanden met externe stakeholders % zoals de Bètafederatie en vwo-scholen % de bevindingen van dit rapport doorgesproken. In de eindrapportage van Focus op Onderwijs, verschenen in september, zijn de resultaten van deze discussies neergelegd. Hierin staan diverse aanbevelingen over aanpassingen binnen het TU-onderwijs.

,,Eén van die aanbevelingen is dat propedeuses van de TU Delft beter moeten aansluiten bij de basiskwalificaties van het vwo”, aldus Gabriëlle Muris, secretaris van de commissie Onderwijsportfolio. ,,Dat betekent een omslag in het denken op de TU. Van studenten die het eerste jaar niet halen wordt vaak verondersteld dat zij niet over de juiste capaciteiten beschikken. Of de verklaring wordt gezocht in de veranderingen in het vwo. We krijgen hier echter de betere vwo-leerling die een positieve keuze heeft gemaakt voor de TU Delft. Het is zonde dat zo’n groot deel van dit potentiële talent afhaakt. Het cvb wil dat de studenten beter ‘ontvangen’ worden. Zoals de commissie terecht stelt moeten de verworven kwalificaties in het vwo het startpunt vormen van de bacheloropleiding. Eveneens moet er een adequate studiebegeleiding zijn. Studenten kiezen gemotiveerd voor de TU Delft en wij moeten die motivatie zien vast te houden.”

Werelden

Rullmann vindt de ondersteuning van de studenten ook om een andere reden belangrijk. ,,Jongeren leven tegenwoordig in heel veel werelden tegelijk. Een student moet doorlopend kiezen in de trant van: ga ik nu studeren, of werken, of naar de sociëteit of toch maar roeien. Het is belangrijk hen ervan te doordringen dat de studie prioriteit verdient.”

Focus op Onderwijs pleit er eveneens voor dat in de eerste jaren niet uitsluitend het aanleren van basiskennis centraal staat. Muris: ,,De commissie betwist niet dat deze kennis noodzakelijk is. Het is echter ook nuttig als studenten vroeger in de studie kennismaken met het toekomstige vakgebied. Daardoor blijven ze enthousiast voor de keuze die ze gemaakt hebben. Het verplichte deel van de bachelor garandeert dat de student de nodige basiskennis daadwerkelijk verwerft.” Daarnaast is voorgesteld de flexibiliteit en keuzemogelijkheden van de programma’s te vergroten. Hiervoor komt er een minor binnen de bachelor. ,,Studenten kunnen de minor invullen met zelfgekozen vakken, waardoor de TU meer een opleiding op maat kan bieden.”

De commissie pleit er verder voor om een deel van de hoorcolleges te vervangen door meer actieve onderwijsvormen. Dat sluit beter aan bij de huidige praktijk in het vwo en maakt het onderwijs aantrekkelijker. Rullmann: ,,Het Nuna-project is een goed voorbeeld hoe op een andere manier kennis kan worden verworven. Voor de zonneauto hebben de studenten zelf een theoretisch concept ontwikkeld, vervolgens de benodigde complexe technische kennis verzameld en het management rond dit project verzorgd. Natuurlijk is de Nuna een uitzonderlijk voorbeeld. Je zou ook kunnen denken aan een ontwerpwedstrijd binnen een opleiding of dat docenten van verschillende faculteiten samen een opdracht ontwikkelen. De medezeggenschapsorganen hebben overigens wel als voorwaarde gesteld dat actieve onderwijsvormen alleen ingezet worden als het uit didactische en inhoudelijkeoverwegingen wenselijk en mogelijk is.”

Het cvb heeft plannen om een projectorganisatie op te richten die docenten kan ondersteunen bij het ontwikkelen van deze nieuwe onderwijsvormen. Ook bij de samenstellen van Engelse curricula kan deze projectorganisatie de helpende hand bieden. Aan de andere kant vindt Rullmann dat de TU in dat opzicht al aardig wat ondersteuning biedt. ,,Bij de (Basis)kwalificatie Onderwijs kunnen docenten % ook al zitten ze al langer in het vak – veel ideeën opdoen op onderwijsgebied. Andere beroepsgroepen gaan ook regelmatig naar nascholingscursussen, dus waarom zouden docenten dat niet doen?”

Verder raadt de commissie de opleidingen aan om meer aandacht te besteden aan de ‘kleine kwaliteit’. Muris: ,,De kwaliteit van het onderwijs wordt niet alleen bepaald door de inhoud, maar ook door de organisatie. Te laat tentamens nakijken, boeken die niet beschikbaar zijn en gebrekkige communicatie bezorgen de TU onnodig een slechte naam.”

Inzet

Muris vindt het niet terecht als het beeld ontstaat dat alles anders moet in het onderwijs. ,,Op diverse plaatsen wordt al geëxperimenteerd met bijvoorbeeld nieuwe onderwijsvormen. Dit zijn echter kleinschalige initiatieven en het cvb wil dat de nieuwe ideeën over het onderwijs gemeengoed worden binnen de TU Delft.”

Volgens Rullmann is de opzet van Focus op Onderwijs dat decanen en onderwijsdirecteuren hun onderwijsprogramma’s tegen het licht houden. ,,Ze zullen dan zien dat ze in een aantal opzichten al voldoen aan de aanbevelingen van Focus op Onderwijs. Op andere onderdelen zullen wel aanpassingen vereist zijn. Het rapport nodigt de decanen en opleidingsdirecteuren uitdrukkelijk uit hun prioriteiten zo te kiezen, dat ze aansluiten bij de ontwikkelingen die al in de opleidingen gaande zijn. Het cvb bezoekt in december de decanen en onderwijsdirecteuren. Hierbij zal gesproken worden over de stand van zaken bij hun opleidingen en de wijze waarop de ambities uit Focus op Onderwijs per faculteit of opleiding gerealiseerd kunnen worden. Vervolgens zal er in januari een implementatietraject worden opgesteld.”

Focus op onderwijs is binnen de TU Delft over het algemeen positief ontvangen. Muris: ,,Veel medewerkers zijn verheugd dat het onderwijs weer een prominente rol in het cvb-beleid heeft gekregen.” Natuurlijk waren er wel enkele kritische kanttekeningen. Rullmann: ,,In het rapport staat dat wij willen dat voortaan tachtig procent in plaats van zestig procent van de studenten het bachelordiploma haalt. De medezeggenschaporganen vonden dat een erg ambitieus streefcijfer. Ze vreesden dat het ten koste zou gaan van het niveau van de opleidingen. Wij hebben daarom de voorwaarde opgenomen dat de inhoudelijke kwaliteit van de opleidingen gewaarborgd moet blijven.”

In de medezeggenschapsorganen kwam ook naar voren dat studenten zich weer meer moeten gaan inzetten voor het onderwijs. Rullmann: ,,De TU moet zorgen dat zij een aantrekkelijk en uitdagend programma neerzet. Van de studenten mogen wij dan verlangen dat zij zich met inzet de aangeboden kennis proberen eigen te maken. Zelf beschouw ik dat als processen die gezamenlijk op moeten gaan.”

www.tudelft.nl/onderwijsportfolio

Het rapport is ook op te vragen bij Ramona Groenewegen: (015)278645

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.