Onderwijs

Minderheid studenten tegen Engelstalige master

Benieuwd of de Engelstalige masters problemen gaan opleveren, hield studentenraadfractie AAG een enquête. De studenten blijken verdeeld.

Met ingang van september worden de meeste masters in het Engels gegeven.

Van de ondervraagde studenten is bijna de helft gedeeltelijk of volledig voorstander van zo%n Engelstalige master. Een kwart is neutraal, de rest heeft bedenkingen. Opvallend is dat slechts 11 procent ondubbelzinnig tegen is. Een meerderheid is wel voor behoud van een Nederlandstalige variant.

Een kwart van de studenten heeft behoefte aan bijscholing in het Engels. Slechts 17 procent schaart zich volledig achter de stelling dat ,,in het Engels studeren voor mij geen enkel probleem is.”

Aag constateert verschillen tussen de opleidingen. Zo hebben studenten elektrotechniek en aardwetenschappen minder moeite met Engelstalig onderwijs dan studenten werktuigbouwkunde en industrieel ontwerpen.

Een deel van de studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek volgt al Engelstalig onderwijs. Daarom kregen zij andere vragen voorgelegd.

Over de kwaliteit van de Engelse vertaling van dictaten en hand-outs zijn bijna veertig procent van de studenten L & R ontevreden. Toch piekert bijna niemand er over om over te stappen naar de Nederlandstalige groep: negentig procent ziet niets in dat idee.

Pijnlijk: met de stelling dat de docenten goed Engels spreken is niemand het volledig eens. De logische vervolgvraag % moeten docenten in het Engels worden bijgeschoold – krijgt vreemd genoeg dezelfde respons: niemand zegt volmondig ja. I beg your pardon?

Aag is nu nog bezig met een vervolg onder docenten. Daarna komt de fractie met een adviesrapport voor college en studentenraad.

Benieuwd of de Engelstalige masters problemen gaan opleveren, hield studentenraadfractie AAG een enquête. De studenten blijken verdeeld.

Met ingang van september worden de meeste masters in het Engels gegeven. Van de ondervraagde studenten is bijna de helft gedeeltelijk of volledig voorstander van zo%n Engelstalige master. Een kwart is neutraal, de rest heeft bedenkingen. Opvallend is dat slechts 11 procent ondubbelzinnig tegen is. Een meerderheid is wel voor behoud van een Nederlandstalige variant.

Een kwart van de studenten heeft behoefte aan bijscholing in het Engels. Slechts 17 procent schaart zich volledig achter de stelling dat ,,in het Engels studeren voor mij geen enkel probleem is.”

Aag constateert verschillen tussen de opleidingen. Zo hebben studenten elektrotechniek en aardwetenschappen minder moeite met Engelstalig onderwijs dan studenten werktuigbouwkunde en industrieel ontwerpen.

Een deel van de studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek volgt al Engelstalig onderwijs. Daarom kregen zij andere vragen voorgelegd.

Over de kwaliteit van de Engelse vertaling van dictaten en hand-outs zijn bijna veertig procent van de studenten L & R ontevreden. Toch piekert bijna niemand er over om over te stappen naar de Nederlandstalige groep: negentig procent ziet niets in dat idee.

Pijnlijk: met de stelling dat de docenten goed Engels spreken is niemand het volledig eens. De logische vervolgvraag % moeten docenten in het Engels worden bijgeschoold – krijgt vreemd genoeg dezelfde respons: niemand zegt volmondig ja. I beg your pardon?

Aag is nu nog bezig met een vervolg onder docenten. Daarna komt de fractie met een adviesrapport voor college en studentenraad.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.