De Wet Studiefinanciering is gewijzigd. Daarmee is de speelruimte van de TU Delft bij de uitvoering van de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (Rfos) kleiner geworden.
/strong>
Om te voorkomen dat studenten die studievertraging oplopen, in financiële problemen raken is er de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (Rfos). Onlangs is de Wet Studiefinanciering (WSF) vervangen door de Wet Studiefinanciering 2000. Hierin is vastgelegd dat de termijn van studiefinanciering gehandhaafd blijft op vijf jaar (plus de leenperiode) maar dat de diplomatermijn verlengd wordt tot tien jaar.
Mede door deze wetswijziging was het noodzakelijk ook de Rfos enigszins aan te passen. ,,Het betreft voornamelijk een technische aanpassing”, aldus Simone Jilderda, beleidsmedewerker bij de staf van het College van Bestuur. ,,Overigens heeft de studentenraad nog niet formeel ingestemd maar ze hebben ons laten weten dat dit op korte termijn gebeurt.”
Jilderda legt uit dat de vorige Rfos was gebaseerd op een Algemene Maatregel van Bestuur. Wettelijk ligt vast dat de TU Delft financiële ondersteuning moet geven aan studenten die, als gevolg van bijzondere omstandigheden, studievertraging oplopen. Vervolgens was er in de bestuurlijke maatregel omschreven wat de wetgever als geldige redenen voor vertraging beschouwde. Deze behelzen grofweg drie categorieën: bijzonder familieomstandigheden of ziekte, bestuursfuncties en onderwijskundige overmacht. ,,De voorwaarden waaronder financiële ondersteuning werd toegekend konden meer dan nu het geval is door de TU zelf worden bepaald. Daardoor had de TU Delft wat ruimte voor een eigen interpretatie en maatwerk. Nu staan de voorwaarden niet meer in een Algemene Maatregel van Bestuur maar rechtstreeks in de wet. Dat betekent dat de TU Delft binnen RFOS minder haar eigen beleid kan bepalen.”
Helderheid
De studentenraad is nauw betrokken geweest bij de aanpassing van de Rfos. De raad heeft hiervoor een technische werkgroep ingesteld waarin onder meer Maria den Boon zitting had. ,,Een van wettelijke wijzingen is de verlaging van de bestuursbeurs. Deze was bij de TU zeshonderd gulden. Nu moeten de regels van de minister worden gevolgd en krijgen wij evenveel als met de studiefinanciering: 454 gulden. Overigens brengt de WSF 2000 met zich mee dat studenten met een bestuursbeurs een ov-jaarkaart kunnen ontvangen. Hiermee is het verschil weer bijna gecompenseerd.”
De betrokkenheid van de studenten heeft aan de verheldering van teksten bijgedragen. In de technische werkgroep zijn ook nog bestaande onduidelijkheden weggenomen. ,,Er stond bijvoorbeeld in dat een student die in aanmerking wilde komen voor een bestuursbeurs, bij aanvaarding van een bestuursfunctie zijn propedeuse al moest hebben gehaald. Regelmatig worden studenten al een half jaar van tevoren voor een functie gevraagd. Dan voldoen ze niet altijd al aan die eis, terwijl dat bij de start van de functie wel het geval kan zijn. Wij hebben de formulering voorgesteld dat bij áánvang van de functie voldaan moet zijn aan de voortgangseis en deze is geaccepteerd.”
Studenten die door familieomstandigheden of ziekte een studievertraging dreigen op te lopen, raadt Jilderda aan om zo snel mogelijk actie te ondernemen. ,,Als je te laat bent, bestaat de mogelijkheid dat je niet voor de Rfos in aanmerking komt. En de ruimte om een uitzondering te maken is nu minder voor de TU. Daarom is het verstandig voor een student om bij problemen op korte termijn contact op te nemen met een studieadviseur of studentenarts. Zij kunnen de situatie bekijken en de student adviseren wat hij of zij het beste kan doen. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat het bij langdurige vertraging verstandiger is om je uit te schrijven.”
Op dit moment is het moeilijk om in te schatten wat de consequenties zijn van de nieuwe de WSF 2000. Jilderda:,,Besloten is daarom om aan het einde van het studiejaar de regeling zorgvuldig te evalueren.”
De Wet Studiefinanciering is gewijzigd. Daarmee is de speelruimte van de TU Delft bij de uitvoering van de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (Rfos) kleiner geworden.
Om te voorkomen dat studenten die studievertraging oplopen, in financiële problemen raken is er de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (Rfos). Onlangs is de Wet Studiefinanciering (WSF) vervangen door de Wet Studiefinanciering 2000. Hierin is vastgelegd dat de termijn van studiefinanciering gehandhaafd blijft op vijf jaar (plus de leenperiode) maar dat de diplomatermijn verlengd wordt tot tien jaar.
Mede door deze wetswijziging was het noodzakelijk ook de Rfos enigszins aan te passen. ,,Het betreft voornamelijk een technische aanpassing”, aldus Simone Jilderda, beleidsmedewerker bij de staf van het College van Bestuur. ,,Overigens heeft de studentenraad nog niet formeel ingestemd maar ze hebben ons laten weten dat dit op korte termijn gebeurt.”
Jilderda legt uit dat de vorige Rfos was gebaseerd op een Algemene Maatregel van Bestuur. Wettelijk ligt vast dat de TU Delft financiële ondersteuning moet geven aan studenten die, als gevolg van bijzondere omstandigheden, studievertraging oplopen. Vervolgens was er in de bestuurlijke maatregel omschreven wat de wetgever als geldige redenen voor vertraging beschouwde. Deze behelzen grofweg drie categorieën: bijzonder familieomstandigheden of ziekte, bestuursfuncties en onderwijskundige overmacht. ,,De voorwaarden waaronder financiële ondersteuning werd toegekend konden meer dan nu het geval is door de TU zelf worden bepaald. Daardoor had de TU Delft wat ruimte voor een eigen interpretatie en maatwerk. Nu staan de voorwaarden niet meer in een Algemene Maatregel van Bestuur maar rechtstreeks in de wet. Dat betekent dat de TU Delft binnen RFOS minder haar eigen beleid kan bepalen.”
Helderheid
De studentenraad is nauw betrokken geweest bij de aanpassing van de Rfos. De raad heeft hiervoor een technische werkgroep ingesteld waarin onder meer Maria den Boon zitting had. ,,Een van wettelijke wijzingen is de verlaging van de bestuursbeurs. Deze was bij de TU zeshonderd gulden. Nu moeten de regels van de minister worden gevolgd en krijgen wij evenveel als met de studiefinanciering: 454 gulden. Overigens brengt de WSF 2000 met zich mee dat studenten met een bestuursbeurs een ov-jaarkaart kunnen ontvangen. Hiermee is het verschil weer bijna gecompenseerd.”
De betrokkenheid van de studenten heeft aan de verheldering van teksten bijgedragen. In de technische werkgroep zijn ook nog bestaande onduidelijkheden weggenomen. ,,Er stond bijvoorbeeld in dat een student die in aanmerking wilde komen voor een bestuursbeurs, bij aanvaarding van een bestuursfunctie zijn propedeuse al moest hebben gehaald. Regelmatig worden studenten al een half jaar van tevoren voor een functie gevraagd. Dan voldoen ze niet altijd al aan die eis, terwijl dat bij de start van de functie wel het geval kan zijn. Wij hebben de formulering voorgesteld dat bij áánvang van de functie voldaan moet zijn aan de voortgangseis en deze is geaccepteerd.”
Studenten die door familieomstandigheden of ziekte een studievertraging dreigen op te lopen, raadt Jilderda aan om zo snel mogelijk actie te ondernemen. ,,Als je te laat bent, bestaat de mogelijkheid dat je niet voor de Rfos in aanmerking komt. En de ruimte om een uitzondering te maken is nu minder voor de TU. Daarom is het verstandig voor een student om bij problemen op korte termijn contact op te nemen met een studieadviseur of studentenarts. Zij kunnen de situatie bekijken en de student adviseren wat hij of zij het beste kan doen. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat het bij langdurige vertraging verstandiger is om je uit te schrijven.”
Op dit moment is het moeilijk om in te schatten wat de consequenties zijn van de nieuwe de WSF 2000. Jilderda:,,Besloten is daarom om aan het einde van het studiejaar de regeling zorgvuldig te evalueren.”
Comments are closed.