Opinie

Maakbare wereld

De scheiding tussen de virtuele en de echte wereld vervaagt, stelt TU-filosoof Menno van der Veen in ‘Welkom in Youtopia’. Mensen spelen volgens hem op internet tientallen verschillende rollen in een maakbare wereld vol poreuze cocons.

Een vakantie zonder sociale netwerksites als Facebook, Myspace en Hyves is voor veel mensen niet meer denkbaar. Zelfs liggend op een afgelegen strand met een cocktail in de hand, verkeren ze het liefste tegelijkertijd in de echte en de virtuele wereld. Over hoe de scheiding tussen die twee werelden steeds meer vervaagt, gaat ‘Welkom in Youtopia’ van jurist en filosoof mr.dr. Menno van der Veen. Als postdoc doet hij aan de TU onderzoek naar neokoloniale aspecten van biobrandstof in Zuid-Afrika.

Jongeren groeien op met internet en de gewoonte om in beide werelden tegelijk te communiceren. Van der Veen ziet Youtopia als een verzameling geschakelde webben. Youtopisten zijn als ‘tientallen zijderupsen, die zich op verschillende plekken en in verschillende sociale verbanden (webben) bewegen. De poreuze buitenkant maakt dat de cocon zich uit kan breiden en dat de buitenwereld makkelijk kan binnendringen’.

Dat Van der Veen filosoof is, wordt duidelijk in het ijzersterke eerste deel van het boek. Daarin verbindt hij op een toegankelijke en diepgravende manier de zogenaamde webben van Youtopisten met theorieën van de invloedrijke Duitse filosofen Peter Sloterdijk en Martin Heidegger. De laatste zag de wereld als een verbondenheid met de grond, de omgeving waar iemand is opgegroeid. ‘De meeste Youtopisten creëren in hun omgeving juist ruimte voor meditaties over de diepere betekenis van hun bestaan. Heidegger zou van de uitspraak gruwen, maar zijn landweg is een digitale snelweg geworden. De Youtopische omgeving bestaat bijvoorbeeld uit een iPhone: een telefoon, fotocamera, computer en weblog ineen. De Youtopist kan zo tot diep in de Guatemalteekse jungle een thuis creëren. Zijn omgeving reist met hem mee.’

De virtuele wereld onderscheidt zich van de gewone door de hoge mate van ‘maakbaarheid’. De Youtopist staat zelf aan het roer bij het fabriceren van een Facebookpagina. Dat wordt duidelijk voor wie ‘Youtopia’ googled. De zoekterm levert opmerkelijke hits op: waaronder een trainingsprogramma voor het perfecte lichaam en een swingersclub. Al deze Youtopia’s zijn maakbaar, volgens de filosoof.

Helaas boet het boek aan scherpte in na honderd pagina’s. Van der Veen gaat onder meer na hoe Youtopisten over ontwikkelingswerk denken. Daar blijken ze volgens hem niet zoveel mee te kunnen. Het is onduidelijk waarom de filosoof pagina’s vol schrijft over dit blijkbaar irrelevante onderwerp. Door meer van dit soort overbodige passages steekt het tweede deel schril af bij het eerste stuk.

Menno van der Veen, ‘Welkom in Youtopia’, Boom, 168p., 14,95 euro

Die secties moeten dan ook niet formeel of informeel worden vastgelegd in de organisatie waarmee de TU de komende jaren ingaat. Die boodschap bracht scheidend rector magnificus maandag in zijn openingsrede tijdens de hooglerarenconferentie. Hij vroeg zich af of de TU de sectiestructuur in de toekomst nog nodig heeft. Verder stelde hij ter discussie of de TU de wetenschappelijke afdelingen die na 2005 zijn ontstaan niet losser moet opzetten en met elkaar moet verbinden via grotere thema’s.

Zijn suggesties waren antwoorden op de twee vragen die centraal stonden tijdens de conferentie. De eerste vraag was of de TU flexibel genoeg is ingericht om duurzaam in te spelen op de internationale concurrentie tussen universiteiten om talent en geld. De tweede vraag die centraal stond, was of de TU ‘open’ genoeg georganiseerd is om voorloper te blijven op het gebied van wetenschappelijke vernieuwing.

Volgens Fokkema zijn er grote veranderingen op til. “Er is binnen de wetenschappen een paradigmawisseling aan de gang. De klassieke natuurwetenschappen, de technische wetenschappen en de sociale en geesteswetenschappen raken steeds verder met elkaar vervlochten. De TU Delft heeft al deze wetenschappen in huis. Het is dus in elk geval het overwegen waard om onze eigen – organisatorische – paradigmawisseling tot stand te brengen. Immers, moet de wetenschappelijke organisatie niet een reflectie vormen van deze wetenschappelijke dynamiek?”, aldus Fokkema.
Volgens de rector magnificus is het aan met name de direct betrokkenen zelf, de hoogleraren, om te debatteren en na te denken over de  vraag ‘hoe passen we ons als wetenschappelijke organisatie tijdig en voldoende aan aan de veranderende omstandigheden?’. Naast de voorzet om kritisch de wetenschappelijke organisatie met zijn secties en afdelingen onder de loep te nemen, meent Fokkema dat in de allereerste plaats de intellectuele creativiteit en inzet van de hoogleraren daarbij doorslaggevend zijn. “Dat zijn juist de kwaliteiten waarom u bent benoemd”.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.