Luxe
De wetenschappelijke vrijheid staat onder druk, ziet columnist Jan van Neerven. Ook hij vindt het tijd voor een herziening van de Grondwet.
De wetenschappelijke vrijheid staat onder druk, ziet columnist Jan van Neerven. Ook hij vindt het tijd voor een herziening van de Grondwet.
(Foto: Sam Rentmeester)
Het begrip ‘academische vrijheid’ in zijn moderne vorm gaat terug op Alexander von Humboldt. Hij beargumenteerde al in het begin van de negentiende eeuw dat de universiteit een vrijplaats diende te zijn voor waarheidsvinding, afgeschermd van politieke invloeden en marktwerking. Alleen zo konden de universiteiten hun rol vervullen als het onafhankelijke geweten van de samenleving.
In de twintigste eeuw werd dit denken voortgezet door de filosoof en psychiater Karl Jaspers. Hij schreef zijn bekende essay Die Idee der Universität in 1946 op een moment dat Europa net was begonnen met de heropbouw na de Tweede Wereldoorlog. Jaspers had met eigen ogen aanschouwd hoe de universiteit haar wezen verliest als ze haar academische vrijheid moet opgeven.
Na de tweede wereldoorlog werd wetenschap een economische factor van belang en maakten de universiteiten een enorme groei door om te kunnen voorzien in de vraag naar hoogopgeleid personeel. Het Humboldtse ideaal van Bildung – de intellectuele, culturele en morele vorming van het individu – verdween geleidelijk naar de achtergrond en werd ingewisseld voor valorisatie.
Universiteiten worden tegenwoordig afgerekend op meetbare impact op maatschappelijke dossiers. Valorisatie wordt gezien als een integraal deel van de wetenschapsbeoefening. De TU ‘hanteert als hoofdprincipe de verwevenheid van onderwijs, onderzoek en valorisatie’, zo lezen we op de strategiepagina’s. Ook NWO heeft kennisbenutting tot een belangrijk beoordelingscriterium verheven.
In dit moderne politieke en maatschappelijke krachtenveld blijkt het steeds lastiger de academische onafhankelijkheid te borgen. Het onlangs verschenen KNAW-rapport Academische vrijheid in Nederland: reactie op actuele dreigingen analyseert de interne en externe factoren die daarvoor verantwoordelijk zijn.
Nederland behoort tot de vijf EU-landen waar de Academic Freedom Index ‘significant’ is gedaald
Volgens de Academic Freedom Monitor 2024 behoort Nederland tot de vijf EU-landen waar de Academic Freedom Index (AFI) in de afgelopen tien jaar ‘significant’ is gedaald. Mede doordat de Wet Internationalisering in Balans de autonomie van het Nederlands hoger onderwijs verder onder druk zet, staat Nederland in de ranking van universitaire autonomie van de European University Association op een schamele 29ste plaats.
Intussen zijn wetenschappers steeds vaker het mikpunt van verdachtmakingen en agressie, waardoor zij zich niet meer openlijk durven uit te spreken over maatschappelijk gevoelige kwesties.
De situatie in de Verenigde Staten is nog veel zorgelijker. In veel staten mag sinds kort niet langer onderwezen worden over gevoelige onderwerpen als racisme en gender. Klimaatonderzoek wordt stilgezet of kapotbezuinigd. ‘Activistische’ universiteiten worden budgettair keihard aangepakt; vooralsnog vecht alleen het rijke Harvard terug.
Het nieuwe begrotingsvoorstel van de regering-Trump voorziet in drastische bezuinigingen op het wetenschappelijk onderzoek: de budgetten van de National Science Foundation en ruimtevaartorganisatie NASA worden gehalveerd en de National Institutes of Health leveren bijna 40 procent in. Vooraanstaande intellectuelen, waaronder de filosoof Jason Stanley van Yale, bekend van bestellers als ‘How Fascism Works’, hebben het land inmiddels verlaten – Stanley zocht zijn toevlucht tot Canada.
Naar aanleiding van deze ontwikkelingen hebben veel organisaties en instellingen, waaronder ook de TU Delft, de ALLEA-verklaring voor academische vrijheid en autonomie van wetenschappelijke instellingen ondertekend. Maar dit is niet genoeg. Terecht werpt de KNAW de vraag op of het recht op academische vrijheid – net als in veel omringende landen – verankerd zou moeten worden in de Grondwet. In het licht van de algehele erosie die we momenteel waarnemen, lijkt dit niet langer een overbodige luxe.
Jan van Neerven is Antoni van Leeuwenhoekprofessor in de wiskunde aan het Delft Institute of Applied Mathematics (EWI), waar hij de sectie analyse leidt. Hij is auteur van meerdere boeken op zijn vakgebied en ontving van NWO een vidi- en vici-subsidie. Hij is lid van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen en voorzitter van het Koninklijk Wiskundig Genootschap.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
J.M.A.M.vanNeerven@tudelft.nl
Comments are closed.