Campus

Love Story

Iedere dag forens ik heen en weer naar Delft. Op die manier raak je wel gewend aan de nukken van NS. Vijfeneenhalf jaar reiservaring heeft me aardig afgestompt en als een ware zombie onderga ik de dagelijkse martelpraktijken.

Zo zijn er van die overijverige conducteurs die mijn OV-kaart willen voelen % mijn moeder zei vroeger altijd: ‘Kijken doe je met je…’, maar dat werkt blijkbaar niet bij mavo vier, en ik onderga het gelaten. Inmiddels zit de kaart ook niet meer achter zo’n venstertje, maar gewoon los. Het gepeuter naar de kaart gaf het fluitvolk ook weer te veel ergernis.

Standaard zet de NS de laatste tijd te weinig treinstellen in. En de treinen die moeten rijden vallen nog wel eens uit. Dus is het druk, té druk zelfs, maar daar hebben ze een simpele oplossing voor. Je roept als machinist om dat je het ‘onverantwoord’ vindt om verder te rijden met zo veel mensen in een trein en gaat vervolgens buiten de cabine een sjekkie staan draaien net zolang tot er genoeg mensen zijn uitgestapt. De halve trein vraagt zich ondertussen af waar toch dat verantwoordelijkheidsgevoel vandaan komt, maar als een stel kuddedieren volgt een gedeelte de order ook nog op. Dan gaan onverwacht de deuren dicht en rijdt de trein weg.

Doet de NS dan niets voor ons, gedupeerde reizigers? Ja hoor, sinds kort hebben ze twee muzikanten neergezet op station Delft. Waarschijnlijk zijn het twee totaal verschillende afdelingen van NS geweest, want de twee geluidsterroristen hebben niets met elkaar te maken. Integendeel, ze jengelen keihard tegen elkaar in. De een op een valse klarinet, de ander op een soort oosterse liggende harp. Ook hun repertoire is beperkt, na tien keer de soundtrack van Love Story, een nummer in de categorie ‘sfeerverziekende zwijmelrock’, verlang ik heel erg naar een trein, om meer dan een reden. En bovenal heb ik spijt dat ik uitgestapt ben. Maar ach, het went ook wel weer.

Iedere dag forens ik heen en weer naar Delft. Op die manier raak je wel gewend aan de nukken van NS. Vijfeneenhalf jaar reiservaring heeft me aardig afgestompt en als een ware zombie onderga ik de dagelijkse martelpraktijken. Zo zijn er van die overijverige conducteurs die mijn OV-kaart willen voelen % mijn moeder zei vroeger altijd: ‘Kijken doe je met je…’, maar dat werkt blijkbaar niet bij mavo vier, en ik onderga het gelaten. Inmiddels zit de kaart ook niet meer achter zo’n venstertje, maar gewoon los. Het gepeuter naar de kaart gaf het fluitvolk ook weer te veel ergernis.

Standaard zet de NS de laatste tijd te weinig treinstellen in. En de treinen die moeten rijden vallen nog wel eens uit. Dus is het druk, té druk zelfs, maar daar hebben ze een simpele oplossing voor. Je roept als machinist om dat je het ‘onverantwoord’ vindt om verder te rijden met zo veel mensen in een trein en gaat vervolgens buiten de cabine een sjekkie staan draaien net zolang tot er genoeg mensen zijn uitgestapt. De halve trein vraagt zich ondertussen af waar toch dat verantwoordelijkheidsgevoel vandaan komt, maar als een stel kuddedieren volgt een gedeelte de order ook nog op. Dan gaan onverwacht de deuren dicht en rijdt de trein weg.

Doet de NS dan niets voor ons, gedupeerde reizigers? Ja hoor, sinds kort hebben ze twee muzikanten neergezet op station Delft. Waarschijnlijk zijn het twee totaal verschillende afdelingen van NS geweest, want de twee geluidsterroristen hebben niets met elkaar te maken. Integendeel, ze jengelen keihard tegen elkaar in. De een op een valse klarinet, de ander op een soort oosterse liggende harp. Ook hun repertoire is beperkt, na tien keer de soundtrack van Love Story, een nummer in de categorie ‘sfeerverziekende zwijmelrock’, verlang ik heel erg naar een trein, om meer dan een reden. En bovenal heb ik spijt dat ik uitgestapt ben. Maar ach, het went ook wel weer.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.