Ruim 20 procent van de TU-studenten zegt meer cannabis te gebruiken sinds de coronacrisis. En dat doen ze vaker in hun eentje, blijkt uit een enquête van Delta.
Wat ga je lezen?
- Ruim een kwart van de TU-studenten zegt tijdens de coronacrisis (vanaf maart 2020) meer alcohol te nuttigen. Bijna eenzelfde percentage consumeert juist minder vaak alcohol.
- Buitenlandse EER-studenten drinken sinds de eerste lockdown gemiddeld bijna drie glazen per week meer dan voor de crisis. Nederlandse studenten consumeren juist minder.
- Ruim 20 procent van de studenten gebruikt meer cannabis.
- XTC, hallucinogenen en inhaleermiddelen zoals lachgas waren tijdens de coronacrisis op hun retour. Designerdrugs zoals 3-MMC zijn juist bezig aan een opmars.
- 53 procent van de studenten laat drugs niet vooraf testen.
- Zijn studenten die tijdens de coronacrisis meer alcohol en drugs gebruiken gevoeliger voor verslaving? Ruben van Beek, wetenschappelijk medewerker bij het Trimbosinstituut geeft antwoord.
- Wat zijn de risico’s van knaldrang – de intense behoefte om flink te feesten?
Hoe zit het met het drugs- en alcoholgebruik van Delftse studenten voor en tijdens de coronacrisis? Delta vroeg het studenten in een uitgebreid onderzoek. Zo’n 360 studenten gaven antwoord. Dit zijn de resultaten.
Een kwart van de TU-studenten zegt tijdens de coronacrisis (vanaf maart 2020) meer alcohol te nuttigen, ruim 20 procent gebruikt meer cannabis. XTC, hallucinogenen en inhaleermiddelen zoals lachgas waren tijdens de coronacrisis op hun retour. Designerdrugs zoals 3-MMC zijn juist bezig aan een opmars.
27,2 procent van de 361 respondenten zegt vaker alcohol te consumeren sinds de coronacrisis. Ze voeren stress, verveling en eenzaamheid aan als redenen voor deze toename. Maar ook op kamers gaan, het bereiken van de wettelijke drinkleeftijd en het vaker thuis afspreken met vrienden doen de consumptie stijgen.
Toch is er ook bijna eenzelfde percentage studenten (26,4 procent) dat juist minder vaak alcohol consumeerde. Uit gezondheidsoverwegingen, gebrek aan sociale interactie of vanwege de sluiting van cafés en restaurants. Zo schrijft een respondent sinds de crisis ‘geen sociale druk meer te voelen’ en vindt een ander het ‘treurig om alleen te drinken’.
Volgens Ruben van Beek, wetenschappelijk medewerker bij het Trimbosinstituut, past het percentage studenten dat vaker drinkt (27,2 procent) in een landelijke trend. Zo dronk 28 procent van de 3.765 bevraagde jongeren en jongvolwassenen tijdens de eerste lockdown vaker, blijkt uit onderzoek van het instituut.
Tien glazen per week
Waar de alcoholconsumptie van Nederlandse studenten daalde en die van non-EER studenten nagenoeg gelijk bleef, steeg de consumptie van buitenlandse EER-studenten flink. Tijdens de crisis dronken ze gemiddeld tien glazen alcohol per week, voor de crisis waren dit er zeven. (Een EER-student heeft de nationaliteit van één van de EU-landen, Noorwegen, Zwitserland, IJsland, Liechtenstein en Suriname).
Wie in een studentenhuis woont, drinkt gemiddeld meer glazen alcohol per week dan een alleenwonende student. Maar, alleenwonende studenten zijn wel méér gaan drinken tijdens de crisis.
‘XTC en lachgas zijn typische uitgaansdrugs’
Behalve alcohol consumeerden studenten ook meer cannabis. Uit verveling en nieuwsgierigheid, maar veelal vanwege stress. ‘Ik gebruik het om in slaap te vallen’, antwoordt een student. Een ander zegt het als overlevingsstrategie te gebruiken voor een opkomende burn-out.
XTC, inhaleermiddelen (lachgas) en hallucinogenen zijn juist op retour. Van Beek is niet verrast. “XTC en lachgas zijn typische uitgaansdrugs en werden door de sluiting van de clubs en het niet doorgaan van festivals veel minder gebruikt.”
Die reden lijkt niet helemaal op te gaan voor TU-studenten. Zij zeggen namelijk lachgas zowel voor als tijdens de coronacrisis vooral thuis te gebruiken met vrienden. Ook studenten die tijdens de lockdown een pilletje namen deden dat overwegend thuis met vrienden.
Designerdrugs als 3-MMC winnen niet alleen in Delft, maar in heel Nederland aan populariteit.
Van Beek: “Het is het enige middel dat in 2020 door meer uitgaanders gebruikt werd dan in 2019.” Of die populariteit samenhangt met de coronapandemie durft hij niet te zeggen. “De drug was daarvoor al bezig aan een opmars.”
Het percentage Delftse studenten dat minder hallucinogenen gebruikt sinds de coronacrisis is volgens Van Beek wel opvallend. Andere onderzoeken tonen namelijk een tegengesteld beeld. “Een mogelijke verklaring kan zijn dat studenten voor de crisis eenmalig paddo’s of truffels probeerden en het daarna niet meer hebben gebruikt.”
Laat jij je drugs testen?
Hoe komen studenten aan drugs? Cannabis en andere softdrugs kopen ze bij een
coffee- of smartshop of via vrienden. Harddrugs regelen ze vooral via een dealer of vrienden.
Wie harddrugs gebruikt kan deze voor gebruik laten testen bij een van de 33 locaties door heel Nederland. De meerderheid van de studenten (53 procent) maakt hier geen gebruik van. ‘Ik vertrouw mijn dealer’, ‘Ik koop alleen van vrienden’ en de onbereikbaarheid van lokale testpunten in Den Haag en Rotterdam tijdens de coronacrisis zijn veelgehoorde redenen.
Desondanks vindt Van Beek de testbereidheid onder Delftse studenten hoog. “De laatste keer dat Trimbos dit peilde onder een grote groep uitgaanders lag het percentage rond de 40 procent (in 2016).” Hij beaamt dat de testlocaties tijdens de eerste lockdown zes weken gesloten waren. De testfaciliteiten zijn overigens geen dienst voor mensen die drugs gebruiken, maar een monitor met als doel inzicht krijgen in de markt van illegale drugs, benadrukt hij. “Het biedt wel de mogelijkheid om gebruikers een-op-een te informeren over de drugs die ze laten testen.”
Wie niet in de gelegenheid is om naar een testlocatie te reizen, kan gebruikmaken van alternatieven zoals zuurtesten. “Al checken die alleen of er mdma in een pil zit. De test zegt verder niets over de hoeveelheid of andere toegevoegde stoffen.” Een ander optie is de Trimbos Red Alert app. “In de app vind je een lijst met pillen die extra gevaarlijk zijn”, legt Van Beek uit. “Maar het is niet zo dat als jouw pil niet op de lijst staat, het gebruik ervan automatisch veilig is. Dat geldt ook voor het testen. De meerwaarde ervan is dat je wel zeker weet welke stof je in handen hebt en hoeveel, het stelt je in staat beter te doseren.”
‘Ik zag een kabouter tijdens het trippen, was best leuk’
Een ‘schone’ pil is dus niet per se veilig. Van Beek: “Ook pure drugs brengen risico’s met zich mee. Denk aan oververhitting, watervergiftiging en risico op een bad trip.” Ook Delftse studenten kennen de gevaren, blijkt uit antwoorden op de vraag ‘Wat is jouw slechtste ervaring met drugs’. Ze werden misselijk, duizelig, vielen flauw, bleven hangen in een slechte trip en sommige studenten belandden door een overdosis zelfs in het ziekenhuis.
Sommige studenten gebruikten de vraag juist om een positieve ervaring te delen, zoals deze student: ‘Ik zag een kabouter tijdens het trippen, was best leuk.’
Mentale gezondheid
Een student laat weten vooral te blowen om zijn gemoedstoestand te verbeteren. ‘Ik was tijdens de kerstvakantie alleen in Delft, zonder vrienden. Ik raakte overstuur, ik was zo eenzaam en depressief dat ik veel wiet rookte in die tijd.’
Zijn studenten die tijdens de coronacrisis meer alcohol en drugs gebruiken gevoeliger voor verslaving? “Dat is moeilijk te voorspellen, maar is wel sprake van een stapeling van risicofactoren”, legt Van Beek uit. “Enkel een toegenomen frequentie voorspelt nog geen verslaving. Het is uiteindelijk een mix van risicofactoren, denk aan mentale gezondheid, omgeving en genetische aanleg.”
Volgens Van Beek nemen veel van die risicofactoren dankzij de versoepelingen nu in rap tempo af. “We komen weer meer met elkaar in contact, er is meer sociale controle en minder reden om je slecht te voelen.” Het is koffiedik kijken, maar hij verwacht dat er een heel klein percentage is dat later echt in de problemen komt.
‘Sommige uitgaanders zullen het gevoel hebben het afgelopen jaar ‘in te moeten halen’
Met een oprukkende deltavariant neemt de angst voor een nieuwe lockdown toe. Hoe onvoorspelbaar de toekomst ook is, Van Beek verwacht niet dat middelengebruik dan extreem zal toenemen. “Gaan we terug naar de samenleving die we kennen uit de eerste lockdown, dan is het aannemelijk dat het niveau van gebruik daarmee vergelijkbaar is. Hoewel de situatie nu wel anders is dan tijdens de eerste lockdown.”
Knaldrang
Op korte termijn verwacht hij nu vooral knaldrang – de intense behoefte om flink te feesten. En daar kleven risico’s aan. “Sommige uitgaanders zullen het gevoel hebben het afgelopen jaar ‘in te moeten halen’. Ze gaan meer drinken en de drempel tot drugsgebruik is lager. Hierdoor kunnen gebruikers mogelijk te snel te hoog doseren als zij drugs of alcohol nemen.”
Daarnaast is het voor veel studenten lange tijd geleden dat ze uitgingen of een festival bezochten. “Hun tolerantie voor alcohol en/of drugs kan daardoor afgenomen zijn. Daarnaast is er het risico dat ze überhaupt minder fit zijn omdat ze minder hebben gesport of omdat ze zelf corona hebben gehad. Dit kan leiden tot meer gezondheidsrisico’s.”
Ook is er een risico voor jongeren die tijdens de coronapandemie experimenteerden met psychedelica zoals paddo’s, truffels of 2C-B. Van Beek: “Deze drugs zijn voornamelijk in rustige thuissettingen gebruikt. Wanneer uitgaanders deze drugs voor het eerst op een feest of festival gebruiken, kunnen zij overprikkeld raken wat de kans op angst- of paniekaanvallen vergroot.”
- Kijk voor meer cijfers en informatie over alcohol- en drugsgebruik op de website van het Trimbos instituut.
- Op AlcoholInfo en DrugsInfo vind je meer informatie over middelen, stoppen of minderen en verslaving.
Verantwoording
De enquête liep van 3 tot 18 juni en is via alle kanalen van Delta (website, nieuwsbrief en social media) onder de aandacht gebracht. 454 respondenten vulden de enquête in. 47 deelnemers voltooiden de vragenlijst niet en 46 deelnemers studeerden op moment van invullen niet aan de TU Delft. Hierdoor bleven 361 bruikbare en volledig ingevulde vragenlijsten over.
Van deze 361 respondenten is 57 procent bachelorstudent, 40 procent masterstudent en 3 procent promovendus. Deze representatie wijkt iets af van de werkelijke verdeling op de TU waar 46 procent staat ingeschreven als bachelorstudent, 44 procent als masterstudent en 10% procent als promovendus.
64 procent van de respondenten is afkomstig uit Nederland, 23 procent uit de Europese Economische Ruimte (EER) en 13 procent komt van buiten de EER. Deze verdeling is een redelijke representatie van de TU waar 78 procent van de studenten de Nederlandse nationaliteit heeft, 12 procent uit de EER komt en 10 procent van buiten de EER.
Op een populatie van 12.891 bachelorstudenten, 12.328 masterstudenten en 2.940 promovendi zijn 361 bruikbare vragenlijsten ingevuld. Met een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent ligt de foutenmarge hiermee op 5,13 procent.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
m.vanderveldt@tudelft.nl
Comments are closed.