Wetenschap

Jarretels met beenroesjes

Vier maanden geleden belde de gemeente Soest de TU Delft. Of iemand wilde afstuderen op een overkapping voor het plaatselijke openluchttheater uit 1938.

Harmen Werkman presenteerde afgelopen vrijdag zijn ontwerp voor de raadsleden.

,,We stonden in de file”, verontschuldigt bouwkundestudent Harmen Werkman zich tegenover Rien van Vliet. De sleuteldrager van het gemeentehuis in Soest weet niet dat de eigenlijke reden van de vertraging een broodje kroket is. Werkman kijkt samenzweerderig naar afstudeerbegeleider ir. Arno Pronk: ,,Is toch zo? We stonden toch in de file?”

Werkman lijkt niet zenuwachtig te zijn voor de confrontatie met de raadsleden. ,,We hebben al een keer een schetsmaquette laten zien. Toen vonden ze het allemaal prachtig.” Ook docent Pronk verwacht geen moeilijkheden. ,,Ze willen elkaar het liefst in de armen vallen en zeggen hoe mooi het is.”

Lex Blommers, wethouder van Cultuur, loopt de vergaderzaal binnen. Ze stormt meteen op de maquette af. ,,Prachtig”, vindt ze. ,,Een midzomernachtvoorstelling onder dit ding: dan weet je niet wat je meemaakt.” Welke voorstelling de schaalpoppetjes in de maquette uitvoeren? Blommers kijkt nog eens aandachtig door de plexiglazen ombouw: ,,Ik denk een dramatische voorstelling met twee blote vrouwen; er staat zo veel publiek.”

Werkman studeert af in zowel architectuur als bouwtechnologie. Zijn ontwerp voor de theateroverkapping telt mee voor het examen bouwtechnologie. De door Werkman bedachte membraanconstructie kent volgens hem ‘een optimale relatie tussen vorm en krachtenverloop’. Het kunststof doek wordt met staalkabels onder spanning gebracht. In het schaalmodel bestaat het doekmateriaal uit een witte panty. ,,Moeilijk verkrijgbaar”, weet Werkman. ,,Uiteindelijk stond ik in een speciaalzaak aan de kassa met witte jarretels voorzien van beenroesjes.”

Bedoeling is dat Werkmans ontwerp in mei is uitgevoerd, waarna de bouwkundestudent verder kan werken aan zijn architectuuropgave. Voor de inwoners van Soest zou dat betekenen dat vanaf 1 juni 2002 de country-linedance, het rolstoeldansen en de Soester Boerendansclub onafhankelijk van miezerregen doorgang kunnen vinden.

Hufterbestendigheid

De raadsleden verdringen elkaar rond het schaalmodel. ,,Net een vleermuis”, vindt VVD-lid Joke Mulder. De wethouder probeert sympathie voor het ontwerp te winnen. ,,Doodzonde dat het weer telkens spelbreker is. Dit voorstel past in ons beleid de bestaande accommodaties beter te gebruiken. Maar zo’n technisch hoogstandje is niet gratis en we nemen dus een gokje door het aanspreken van externe middelen.”

Werkman zelf heeft een gelikte reclamecommercial van zijn presentatie gemaakt. De huidige situatie illustreert hij met een foto van publiek dat zich met paraplu’s beschermt tegen de regen. De techniek achter het ontwerp licht hij toe met plaatjes van een spinnenweb en een loslatende lijmlaag: ,,Energetisch de gunstigste vorm met een ideale krachtenverdeling.”

Vragen over conceptuele of architectonische ontwerpbeslissingen worden niet gesteld. ,,Is het ook hufterbestendig?”, vraagt Olga Duim van GroenLinks. Hulst en bramenstruiken moeten de hangjongeren van het terrein houden.

,,Komt ‘het weer’ er in, zoals in mijn douchegordijn?” vraagt CDA-lid Wesselien Gerritsen. Met een speciale coating zou het doek twintig jaar mee moeten kunnen. ,,Tegen die tijd ben jij toch al uit de raad”, grapt partijgenoot Marten Oosterveen.

Ook de afwatering roept vragen op. De wethouder roert zich: ,,Dat biedt uitstekende mogelijkheden tot een waterballet.”

Zullen er bomen sneuvelen? ,,Dat hangt af van de fundering”, legt Pronk uit ,,Met een trekpalenfundering hoeft dat niet. Tenzij zo’n paal toevallig net een boomwortel tegenkomt.”

Een link met de TU Delft blijkt garant te staan voor een fabelachtig vertrouwen onder de raadsleden. ,,Is de hoogte wel voldoende voor een lichtmast?” vraagt groen partijlid Gerard van Dijssel. ,,Ja”, begint Werkman zijn antwoord, ,,want…” ,,Stop maar”, gebiedt Van Dijssel ,,als jij ja zegt ben ik al tevreden.”

Postzegelgedoe

Vroeg of laat komt dan de onvermijdelijke vraag die in de Hollandse genen zit. ,,Ik ben laaiend enthousiast, maarhoeveel kost ’t?” vraagt gemeentepartijlid Hans Wuikhuizen. Blommers rekent voor: ,,Wij denken aan 230 duizend gulden. De helft komt uit de kermispot, voor de rest is een gemeentegarantie nodig: 130 duizend gulden voor twintig jaar. Da’s niks.” Dat vindt ook Duim: ,,Voordat we verder praten over de centen, ik vind het wel heel mooi hoor.”

Raadslid Wim Roest stormt bij het scheiden van de markt binnen. ,,Ik ben een echte Cabrio-fan”, schreeuwt hij. Cabrio is de stichting die de openluchtvoorstellingen organiseert. ,,Wat leuk zeg”, roept Roest bij de aanblik van de maquette. ,,Wat fantááástisch mooi. Kunnen jullie ook een stedenbouwkundige sturen voor de wijk Smitsveen? Hier is het allemaal postzegelgedoe.”

Werkman doet zijn reclamecommercial nog eens dunnetjes over voor de hoofdsponsor en de stichting Cabrio. Met een materiaal-sample in de hand vraagt Cabrio-voorzitter Bea Geerts zich af waar de term ’textiele architectuur’ op slaat. ,,Dit is toch plastic? En is het niet in andere kleuren leverbaar?” Pronk schudt het hoofd. ,,Andere kleuren zijn van slechtere kwaliteit en laten minder licht door.”

Hoofdsponsor Wim van Kam, voorzitter van de stichting Kermissen-coördinatie, stelt de TU’ers voor aan Chris van Hengstem. De zestiger is mede-eigenaar van een 250 jaar oud staalbedrijf in Soest en toont zich bereid in natura te sponsoren. Van Kam tilt ondertussen de maquette de trap af. ,,Die blijft in Soest, in mijn kamer.”

Strobalen

Op een bouwopdracht afstuderen bij Bouwkunde is beslist ongebruikelijk. ,,Er worden door gemeenten wel prijsvragen uitgeschreven, maar die leiden niet altijd tot bouwbare voorstellen”, volgens Pronk, die zelf afstudeerde op zo’n prijsvraag. ,,Helaas niets gewonnen.” Afstuderen op onderzoek wordt volgens Pronk sowieso niet vaak gedaan bij bouwkunde.

De afstudeerbegeleider is enthousiast over het afstuderen in de praktijk. ,,Ik wil ook eens zien of ik een afstudeerproject kan maken van vakantiehuisjes met strobaalmuren. Dat werd in de jaren dertig al in Amerika gedaan. Strobalen stapelen, met staalkabels onder spanning zetten en dan afstucen: milieuvriendelijk en goedkoop.”

Werkman zelf voelt zich aangetrokken door de praktijkervaring. ,,Je ziet zo ook het bouwproces.” Maar daar is een stage toch voor? ,,Dat is waar, maar die heb ik niet gedaan.” In het ideale geval kan hij zijn afstudeerpraatje onder zijn eigen overkapping houden. Constructiedetails zullen in dat geval worden toegelicht door even een rondje te lopen. ,,Je moet dan als docent wel heel sterke argumenten hebben als je beweert dat iets niet haalbaar is.”

Nadeel van zo’n gemeentelijke opdracht is dat het afstuderen meer tijd in beslag neemt. ,,Een stapel voorlichtingsboekjes: twee weken extra. Een mooiere en duurdere maquette dan normaal enzovoort.” Het architectuurdeel van Werkmans afstuderen staat voorlopig in de vrieskast: de gemeente heeft haast met het bouwwerk. Eerstvolgende wapenfeit wordt de perspresentatie.

,,Ik hou gewoon weer hetzelfde praatje”, oppert Werkman, ,,dat ging erin als koek.” Maar Pronk toont zich een streng begeleider: ,,Niks daarvan. Ik wil vorderingen zien.”

Vier maanden geleden belde de gemeente Soest de TU Delft. Of iemand wilde afstuderen op een overkapping voor het plaatselijke openluchttheater uit 1938. Harmen Werkman presenteerde afgelopen vrijdag zijn ontwerp voor de raadsleden.

,,We stonden in de file”, verontschuldigt bouwkundestudent Harmen Werkman zich tegenover Rien van Vliet. De sleuteldrager van het gemeentehuis in Soest weet niet dat de eigenlijke reden van de vertraging een broodje kroket is. Werkman kijkt samenzweerderig naar afstudeerbegeleider ir. Arno Pronk: ,,Is toch zo? We stonden toch in de file?”

Werkman lijkt niet zenuwachtig te zijn voor de confrontatie met de raadsleden. ,,We hebben al een keer een schetsmaquette laten zien. Toen vonden ze het allemaal prachtig.” Ook docent Pronk verwacht geen moeilijkheden. ,,Ze willen elkaar het liefst in de armen vallen en zeggen hoe mooi het is.”

Lex Blommers, wethouder van Cultuur, loopt de vergaderzaal binnen. Ze stormt meteen op de maquette af. ,,Prachtig”, vindt ze. ,,Een midzomernachtvoorstelling onder dit ding: dan weet je niet wat je meemaakt.” Welke voorstelling de schaalpoppetjes in de maquette uitvoeren? Blommers kijkt nog eens aandachtig door de plexiglazen ombouw: ,,Ik denk een dramatische voorstelling met twee blote vrouwen; er staat zo veel publiek.”

Werkman studeert af in zowel architectuur als bouwtechnologie. Zijn ontwerp voor de theateroverkapping telt mee voor het examen bouwtechnologie. De door Werkman bedachte membraanconstructie kent volgens hem ‘een optimale relatie tussen vorm en krachtenverloop’. Het kunststof doek wordt met staalkabels onder spanning gebracht. In het schaalmodel bestaat het doekmateriaal uit een witte panty. ,,Moeilijk verkrijgbaar”, weet Werkman. ,,Uiteindelijk stond ik in een speciaalzaak aan de kassa met witte jarretels voorzien van beenroesjes.”

Bedoeling is dat Werkmans ontwerp in mei is uitgevoerd, waarna de bouwkundestudent verder kan werken aan zijn architectuuropgave. Voor de inwoners van Soest zou dat betekenen dat vanaf 1 juni 2002 de country-linedance, het rolstoeldansen en de Soester Boerendansclub onafhankelijk van miezerregen doorgang kunnen vinden.

Hufterbestendigheid

De raadsleden verdringen elkaar rond het schaalmodel. ,,Net een vleermuis”, vindt VVD-lid Joke Mulder. De wethouder probeert sympathie voor het ontwerp te winnen. ,,Doodzonde dat het weer telkens spelbreker is. Dit voorstel past in ons beleid de bestaande accommodaties beter te gebruiken. Maar zo’n technisch hoogstandje is niet gratis en we nemen dus een gokje door het aanspreken van externe middelen.”

Werkman zelf heeft een gelikte reclamecommercial van zijn presentatie gemaakt. De huidige situatie illustreert hij met een foto van publiek dat zich met paraplu’s beschermt tegen de regen. De techniek achter het ontwerp licht hij toe met plaatjes van een spinnenweb en een loslatende lijmlaag: ,,Energetisch de gunstigste vorm met een ideale krachtenverdeling.”

Vragen over conceptuele of architectonische ontwerpbeslissingen worden niet gesteld. ,,Is het ook hufterbestendig?”, vraagt Olga Duim van GroenLinks. Hulst en bramenstruiken moeten de hangjongeren van het terrein houden.

,,Komt ‘het weer’ er in, zoals in mijn douchegordijn?” vraagt CDA-lid Wesselien Gerritsen. Met een speciale coating zou het doek twintig jaar mee moeten kunnen. ,,Tegen die tijd ben jij toch al uit de raad”, grapt partijgenoot Marten Oosterveen.

Ook de afwatering roept vragen op. De wethouder roert zich: ,,Dat biedt uitstekende mogelijkheden tot een waterballet.”

Zullen er bomen sneuvelen? ,,Dat hangt af van de fundering”, legt Pronk uit ,,Met een trekpalenfundering hoeft dat niet. Tenzij zo’n paal toevallig net een boomwortel tegenkomt.”

Een link met de TU Delft blijkt garant te staan voor een fabelachtig vertrouwen onder de raadsleden. ,,Is de hoogte wel voldoende voor een lichtmast?” vraagt groen partijlid Gerard van Dijssel. ,,Ja”, begint Werkman zijn antwoord, ,,want…” ,,Stop maar”, gebiedt Van Dijssel ,,als jij ja zegt ben ik al tevreden.”

Postzegelgedoe

Vroeg of laat komt dan de onvermijdelijke vraag die in de Hollandse genen zit. ,,Ik ben laaiend enthousiast, maarhoeveel kost ’t?” vraagt gemeentepartijlid Hans Wuikhuizen. Blommers rekent voor: ,,Wij denken aan 230 duizend gulden. De helft komt uit de kermispot, voor de rest is een gemeentegarantie nodig: 130 duizend gulden voor twintig jaar. Da’s niks.” Dat vindt ook Duim: ,,Voordat we verder praten over de centen, ik vind het wel heel mooi hoor.”

Raadslid Wim Roest stormt bij het scheiden van de markt binnen. ,,Ik ben een echte Cabrio-fan”, schreeuwt hij. Cabrio is de stichting die de openluchtvoorstellingen organiseert. ,,Wat leuk zeg”, roept Roest bij de aanblik van de maquette. ,,Wat fantááástisch mooi. Kunnen jullie ook een stedenbouwkundige sturen voor de wijk Smitsveen? Hier is het allemaal postzegelgedoe.”

Werkman doet zijn reclamecommercial nog eens dunnetjes over voor de hoofdsponsor en de stichting Cabrio. Met een materiaal-sample in de hand vraagt Cabrio-voorzitter Bea Geerts zich af waar de term ’textiele architectuur’ op slaat. ,,Dit is toch plastic? En is het niet in andere kleuren leverbaar?” Pronk schudt het hoofd. ,,Andere kleuren zijn van slechtere kwaliteit en laten minder licht door.”

Hoofdsponsor Wim van Kam, voorzitter van de stichting Kermissen-coördinatie, stelt de TU’ers voor aan Chris van Hengstem. De zestiger is mede-eigenaar van een 250 jaar oud staalbedrijf in Soest en toont zich bereid in natura te sponsoren. Van Kam tilt ondertussen de maquette de trap af. ,,Die blijft in Soest, in mijn kamer.”

Strobalen

Op een bouwopdracht afstuderen bij Bouwkunde is beslist ongebruikelijk. ,,Er worden door gemeenten wel prijsvragen uitgeschreven, maar die leiden niet altijd tot bouwbare voorstellen”, volgens Pronk, die zelf afstudeerde op zo’n prijsvraag. ,,Helaas niets gewonnen.” Afstuderen op onderzoek wordt volgens Pronk sowieso niet vaak gedaan bij bouwkunde.

De afstudeerbegeleider is enthousiast over het afstuderen in de praktijk. ,,Ik wil ook eens zien of ik een afstudeerproject kan maken van vakantiehuisjes met strobaalmuren. Dat werd in de jaren dertig al in Amerika gedaan. Strobalen stapelen, met staalkabels onder spanning zetten en dan afstucen: milieuvriendelijk en goedkoop.”

Werkman zelf voelt zich aangetrokken door de praktijkervaring. ,,Je ziet zo ook het bouwproces.” Maar daar is een stage toch voor? ,,Dat is waar, maar die heb ik niet gedaan.” In het ideale geval kan hij zijn afstudeerpraatje onder zijn eigen overkapping houden. Constructiedetails zullen in dat geval worden toegelicht door even een rondje te lopen. ,,Je moet dan als docent wel heel sterke argumenten hebben als je beweert dat iets niet haalbaar is.”

Nadeel van zo’n gemeentelijke opdracht is dat het afstuderen meer tijd in beslag neemt. ,,Een stapel voorlichtingsboekjes: twee weken extra. Een mooiere en duurdere maquette dan normaal enzovoort.” Het architectuurdeel van Werkmans afstuderen staat voorlopig in de vrieskast: de gemeente heeft haast met het bouwwerk. Eerstvolgende wapenfeit wordt de perspresentatie.

,,Ik hou gewoon weer hetzelfde praatje”, oppert Werkman, ,,dat ging erin als koek.” Maar Pronk toont zich een streng begeleider: ,,Niks daarvan. Ik wil vorderingen zien.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.