Opinie

Internetprofessor

Zoals ieder chauvinistisch academicus wil je graag trots kunnen zijn op de universiteit waar je bent afgestudeerd. Over het algemeen lukt mij dat als Delftenaar aardig.

Maar vorige week werd het mij toch wel erg moeilijk gemaakt. De Raad van Hoogleraren is namelijk van oordeel dat de aanstelling van de bijzonder hoogleraar bedrijfstelecommunicatie, ir. J. van Till, na januari 2000 niet in aanmerking komt voor verlenging. Daar begrijp ik dus niets van.

Van Till heeft zich de afgelopen tijd ontwikkeld tot een bekende, gezaghebbende, graag geziene en gehoorde internetprofessor. Een man met visie en een mening. Dus wat kan de reden zijn voor dit besluit? Van Till heeft te weinig artikelen in gezaghebbende tijdschriften op zijn naam staan. Het valt mij moeilijk zoiets te lezen zonder een beetje giechelig te worden. Zonder mij te willen scharen onder de groep van mensen die te pas en te onpas roepen dat dankzij internet alles anders zal zijn, kan ik mij niet voorstellen hoe een geleerd persoon op de hoogte kan blijven van alle duizelingwekkende ontwikkelingen rond internet en daarnaast wetenschappelijk verantwoord beschouwende artikelen kan schrijven. Het internet is in de wereld van de elektronische media een volstrekt uniek fenomeen dat met zo’n enorme snelheid de wereld verovert, dat het wel erg naïef is te denken dat iemand een verstandige wetenschappelijke bijdrage levert door zich op te sluiten in zijn werkkamer en observaties te maken die er waarschijnlijk niet meer toe doen op het moment dat zij in een gezaghebbend tijdschrift verschijnen.

Een internetprofessor behoort te weten wat er gebeurt op en rond het internet. Een internetprofessor behoort betrokken te zijn bij alle lopende discussies over zaken betreffende het internet. Een internetprofessor behoort serieus te worden genomen door het bedrijfsleven en de overheid die regels willen opstellen voor het gebruik van het internet. Van Till is zo’n internetprofessor. Hij heeft verstand van zaken, weet afstand te nemen en komt met afgewogen oordelen en verrassende inzichten. Dat hij nu geen tijd verspilt aan het schrijven van gewichtige artikelen, pleit voor hem. Die artikelen moet hij over vijf jaar schrijven. Als het eerste internetstof is neergedaald en er ruimte, tijd en gelegenheid is gekomen voor zinvolle wetenschappelijke verhandelingen op enig niveau.

Van Till moet dus blijven. Dan kan ik weer trots zijn op mijn TU Delft.

Maar vorige week werd het mij toch wel erg moeilijk gemaakt. De Raad van Hoogleraren is namelijk van oordeel dat de aanstelling van de bijzonder hoogleraar bedrijfstelecommunicatie, ir. J. van Till, na januari 2000 niet in aanmerking komt voor verlenging. Daar begrijp ik dus niets van.

Van Till heeft zich de afgelopen tijd ontwikkeld tot een bekende, gezaghebbende, graag geziene en gehoorde internetprofessor. Een man met visie en een mening. Dus wat kan de reden zijn voor dit besluit? Van Till heeft te weinig artikelen in gezaghebbende tijdschriften op zijn naam staan. Het valt mij moeilijk zoiets te lezen zonder een beetje giechelig te worden. Zonder mij te willen scharen onder de groep van mensen die te pas en te onpas roepen dat dankzij internet alles anders zal zijn, kan ik mij niet voorstellen hoe een geleerd persoon op de hoogte kan blijven van alle duizelingwekkende ontwikkelingen rond internet en daarnaast wetenschappelijk verantwoord beschouwende artikelen kan schrijven. Het internet is in de wereld van de elektronische media een volstrekt uniek fenomeen dat met zo’n enorme snelheid de wereld verovert, dat het wel erg naïef is te denken dat iemand een verstandige wetenschappelijke bijdrage levert door zich op te sluiten in zijn werkkamer en observaties te maken die er waarschijnlijk niet meer toe doen op het moment dat zij in een gezaghebbend tijdschrift verschijnen.

Een internetprofessor behoort te weten wat er gebeurt op en rond het internet. Een internetprofessor behoort betrokken te zijn bij alle lopende discussies over zaken betreffende het internet. Een internetprofessor behoort serieus te worden genomen door het bedrijfsleven en de overheid die regels willen opstellen voor het gebruik van het internet. Van Till is zo’n internetprofessor. Hij heeft verstand van zaken, weet afstand te nemen en komt met afgewogen oordelen en verrassende inzichten. Dat hij nu geen tijd verspilt aan het schrijven van gewichtige artikelen, pleit voor hem. Die artikelen moet hij over vijf jaar schrijven. Als het eerste internetstof is neergedaald en er ruimte, tijd en gelegenheid is gekomen voor zinvolle wetenschappelijke verhandelingen op enig niveau.

Van Till moet dus blijven. Dan kan ik weer trots zijn op mijn TU Delft.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.