Werk en woonruimte geven vaak de doorslag voor internationale afgestudeerden om hier te blijven. En Nederlands spreken kan ook geen kwaad, blijkt uit een peiling.
Afgelopen maart verspreidde internationaliseringsorganisatie Nuffic een enquête onder internationale studenten en recent afgestudeerden. Waarom zouden ze in Nederland willen blijven of juist willen vertrekken?
De vraag is actueel. Een flinke meerderheid in de nieuwe Tweede Kamer wil, om allerlei redenen, de komst van buitenlandse studenten inperken en daarbij speelt ook scepsis over het economische belang een rol: de meesten gaan met hun diploma op zak immers weer weg.
Na vijf jaar is een kwart van de internationale studenten nog in Nederland. Dat is lucratief: volgens economen levert dit de schatkist op termijn 1,5 miljard euro per jaar op. Maar hoe meer er blijven, hoe hoger de opbrengst.
Verblijfsvergunning
De survey van Nuffic is 680 keer ingevuld. Soms is er een eenvoudige reden om te blijven: de internationals hebben hier een partner gevonden en willen niet weg. Dat geldt voor ongeveer de helft van de blijvers, blijkt uit de survey. Zoals een van hen toelicht: “De laatste maand, toen ik mijn partner ontmoette, begon ik te denken: oké, misschien moet ik hier een baan zoeken, misschien kan ik blijven.”
‘Het is zo anders als je na het eten gewoon naar buiten kunt gaan’
Ook de kwaliteit van leven is van groot belang. Een blijver uit Zuid-Amerika zei bijvoorbeeld: “Het is zo anders als je na het eten gewoon naar buiten kunt gaan en een wandeling kunt maken zonder bang te zijn, bang om gewoon op straat te lopen, voor gewone criminaliteit, voor dronken bestuurders.”
Maar je moet wel kunnen werken en een dak boven je hoofd hebben. De helft van de vertrekkers kon geen geschikte baan vinden. Dat gaf met name de doorslag als ze van buiten Europa hierheen waren gekomen: ze verliezen na verloop van tijd hun verblijfsvergunning. Ook het gebrek aan betaalbare woonruimte speelt een belangrijke rol.
Taalbarrière
Voor 30 procent van de vertrekkers speelt de taalbarrière mee: het is moeilijker een baan te vinden als je geen Nederlands spreekt. Degenen die blijven, noemen de taal als een van de grote uitdagingen.
In een reactie op het Nuffic-onderzoek wijst demissionair minister Robbert Dijkgraaf, zoals hij vaker doet, op het belang van internationaal talent, “zeker voor onze strategische groeisectoren zoals de techniek”. Hij zou graag “zoveel mogelijk van de buitenlandse talenten” behouden, zegt hij. “Voor het vergroten van die blijfkans is het ook van belang dat studenten Nederlands beheersen.”
Hij heeft een wetsvoorstel over internationalisering in voorbereiding met maatregelen rond taal en toelating. “We moeten toe naar een betere balans in de internationalisering van het hbo en wo”, zegt Dijkgraaf. “Tussen enerzijds het benutten van de grote toegevoegde waarde van internationalisering en anderzijds het behouden van de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid.”
Internationals voelen zich overigens minder welkom dan voorheen, bleek onlangs uit onderzoek van enkele universiteitsmedia, waaronder Delta.
De schrijvers van het Nuffic-rapport opperen om onderzoek te doen naar de overwegingen van werkgevers om internationals in dienst te nemen, maar ook naar het effect van economische, politieke en maatschappelijke ontwikkelingen op de beslissing van internationale alumni om te blijven of te vertrekken.
HOP/Bas Belleman
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.