Internationals voelen zich minder welkom op de universiteit. Dit blijkt uit een landelijk onderzoek. “Er is een glazen plafond voor niet-Nederlandse professionals.”
Toch raadt de meerderheid van de respondenten studeren of werken in Nederland aan. “Vergeleken met andere landen is Nederland gastvrij”, vindt een respondent. “Al is het vinden van huisvesting wel lastig.” Een ander roemt de hoge kwaliteit van het onderwijs. “Dit weegt op tegen eventuele integratieproblemen.”
‘In Nederland voel ik me op mijn werk een tweederangsburger’
Daar is niet iedereen het mee eens. “Nederland is niet gastvrij, nadat ik mijn opleiding heb afgerond ga ik liever ergens anders naartoe”, zegt een student. “Spreek je niet vloeiend Nederlands, dan is het moeilijk een fatsoenlijke baan te vinden”, aldus een TU-medewerker. “Er is een duidelijk glazen plafond voor niet-Nederlandse professionals, dat verder gaat dan de taalbarrière. In Nederland voel ik me op mijn werk een tweederangsburger.”
Promovendi en postdocs
Een vijfde van de 174 TU-studenten en medewerkers die de enquête invulden, zegt zich zorgen te maken over diens positie als student of medewerker. Bijna een derde van de respondenten overweegt te vertrekken uit Nederland. “Het is de Trumpificatie (een cocktail van populisme, grofheid en nationalisme-red.) van Nederland”, kenmerkt een respondent de huidige tendens.
Delftse promovendi en postdocs die de vragenlijst invulden maken zich naar verhouding van alle groepen de meeste zorgen (55 procent). Ruim 60 procent van hen overweegt te vertrekken uit Nederland. Ze voelen zich steeds minder welkom of denken dat het debat zich uitbreidt naar de arbeidsmarkt.
Statisticus Casper Albers (Rijksuniversiteit Groningen) plaatst hierbij wel de waarschuwing dat de steekproefgrootte van kleine groepen zoals promovendi onvoldoende is om conclusies aan te verbinden.
‘Door het huidige debat gaan we terug in de tijd’
Desondanks herkent Anneke Kastelein, voorzitter van Promovendi Netwerk Nederland (PNN), de geluiden. “Buitenlandse promovendi maken zich zorgen omdat ze niet op tijd het Nederlands zullen beheersen om op universitair niveau les te geven. Zeker voor promovendi aan het einde van hun traject geeft dit stress, omdat het onduidelijk is of ze er goed aan doen om aan de slag te gaan bij een Nederlandse instelling.”
Volgens Kastelein is er de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor een inclusieve werkplek voor promovendi, maar gaan we met het huidige debat weer terug in de tijd. “Promovendi staan al onder grote druk en uitsluiting op de werkplek maakt ze kwetsbaarder voor (mentale) gezondheidsproblemen of grensoverschrijdend gedrag.”
Rebekka van der Grift, fractielid van Young Researchers’ Impact (YRI, de partij voor promovendi heeft zes zetels in de ondernemingsraad van de TU Delft), laat weten dat zij via de officiële kanalen nog niets heeft vernomen van bezorgde promovendi. “In onze persoonlijke -en werkkring wel en het onderwerp staat op de radar van de ondernemingsraad.”
De University PhD Council van de TU roept promovendi op hun zorgen te melden. “Hoe meer mensen hun bezorgdheid uiten, hoe groter de kans dat de aangewezen afdelingen binnen de TU hiermee aan de slag gaan”, aldus voorzitter Israel Carrete.
Verantwoording
In totaal vulden 1.330 deelnemers de enquête in. 174 van hen zijn aan de TU Delft verbonden. 129 studenten, 18 promovendi of postdoc en 27 medewerkers. 63 procent van de TU-respondenten is man, 33 procent vrouw en 4 procent non-binair/queer.
Deelnemers is gevraagd of ze zich welkom voelen in Nederland en op de TU en of dat de afgelopen tijd is veranderd. En welke invloed het debat over internationalisering op hen heeft.
Respondenten zijn via verschillende digitale kanalen benaderd: de Delta-website, nieuwsbrief, Twitter, LinkedIn, Facebook en Instagram. De enquête was niet gesloten, het is daarom mogelijk dat ook mensen buiten de TU de vragenlijst hebben ingevuld.
RUG-statisticus Casper Albers waarschuwt dat de steekproefgrootte van kleine groepen zoals promovendi onvoldoende is om conclusies aan te verbinden. Op landelijk niveau zijn de resultaten volgens hem ‘behoorlijk representatief’. Met name het verschil in welkom voelen is significant en geen toeval.
Dit onderzoek is tot stand gekomen op initiatief van UKrant. Lees hier meer over de Groningse uitkomsten.
Minder Engelstalige vakken en een maximum aan het aantal internationale studenten. Door deze plannen, die in de Tweede Kamer op tafel liggen, kan de positie van internationale studenten aan de universiteiten onder druk komen te staan. Hoe gastvrij zijn Nederlandse universiteiten voor internationals? Dit peilde Delta samen met de onafhankelijke universiteits- en hogeschoolmedia uit Groningen, Utrecht, Enschede, Nijmegen en Wageningen.
Minder welkom
Uit de landelijke cijfers blijkt dat 70 procent van de buitenlandse studenten en medewerkers zich welkom of zelfs zeer welkom voelde toen ze hier kwamen. Nu is dat gezakt naar 55 procent. Volgens ongeveer de helft van de respondenten komt dit doordat de Nederlandse politiek steeds negatiever wordt over internationals.
(Illustratie: Helga Wellink / DUB)
Het gevoel minder welkom te zijn, is minder sterk aanwezig op de universiteit dan daarbuiten. In het licht van het huidige debat noemen verschillende studenten en medewerkers de TU Delft een ‘veilige bubbel’. “Omdat de universiteit zo internationaal is, heb ik niet het gevoel dat ik in Nederland ben”, aldus een bachelorstudent.
‘Internationals worden zondebok gemaakt van verschillende ‘Nederlandse’ problemen’
“Op de universiteit zijn we enigszins beschermd tegen het groeiende anti-internationale sentiment”, zegt een Delftse masterstudent. “Daarbuiten wordt het steeds moeilijker te ontsnappen aan de sterker wordende kritiek. Internationals worden zondebok gemaakt van verschillende ‘Nederlandse’ problemen zoals de woningnood, voertaal en kosten van levensonderhoud.”
Toch raadt de meerderheid van de respondenten studeren of werken in Nederland aan. “Vergeleken met andere landen is Nederland gastvrij”, vindt een respondent. “Al is het vinden van huisvesting wel lastig.” Een ander roemt de hoge kwaliteit van het onderwijs. “Dit weegt op tegen eventuele integratieproblemen.”
‘In Nederland voel ik me op mijn werk een tweederangsburger’
Daar is niet iedereen het mee eens. “Nederland is niet gastvrij, nadat ik mijn opleiding heb afgerond ga ik liever ergens anders naartoe”, zegt een student. “Spreek je niet vloeiend Nederlands, dan is het moeilijk een fatsoenlijke baan te vinden”, aldus een TU-medewerker. “Er is een duidelijk glazen plafond voor niet-Nederlandse professionals, dat verder gaat dan de taalbarrière. In Nederland voel ik me op mijn werk een tweederangsburger.”
Promovendi en postdocs
Een vijfde van de 174 TU-studenten en medewerkers die de enquête invulden, zegt zich zorgen te maken over diens positie als student of medewerker. Bijna een derde van de respondenten overweegt te vertrekken uit Nederland. “Het is de Trumpificatie (een cocktail van populisme, grofheid en nationalisme-red.) van Nederland”, kenmerkt een respondent de huidige tendens.
Delftse promovendi en postdocs die de vragenlijst invulden maken zich naar verhouding van alle groepen de meeste zorgen (55 procent). Ruim 60 procent van hen overweegt te vertrekken uit Nederland. Ze voelen zich steeds minder welkom of denken dat het debat zich uitbreidt naar de arbeidsmarkt.
Statisticus Casper Albers (Rijksuniversiteit Groningen) plaatst hierbij wel de waarschuwing dat de steekproefgrootte van kleine groepen zoals promovendi onvoldoende is om conclusies aan te verbinden.
‘Door het huidige debat gaan we terug in de tijd’
Desondanks herkent Anneke Kastelein, voorzitter van Promovendi Netwerk Nederland (PNN), de geluiden. “Buitenlandse promovendi maken zich zorgen omdat ze niet op tijd het Nederlands zullen beheersen om op universitair niveau les te geven. Zeker voor promovendi aan het einde van hun traject geeft dit stress, omdat het onduidelijk is of ze er goed aan doen om aan de slag te gaan bij een Nederlandse instelling.”
Volgens Kastelein is er de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor een inclusieve werkplek voor promovendi, maar gaan we met het huidige debat weer terug in de tijd. “Promovendi staan al onder grote druk en uitsluiting op de werkplek maakt ze kwetsbaarder voor (mentale) gezondheidsproblemen of grensoverschrijdend gedrag.”
Rebekka van der Grift, fractielid van Young Researchers’ Impact (YRI, de partij voor promovendi heeft zes zetels in de ondernemingsraad van de TU Delft), laat weten dat zij via de officiële kanalen nog niets heeft vernomen van bezorgde promovendi. “In onze persoonlijke -en werkkring wel en het onderwerp staat op de radar van de ondernemingsraad.”
De University PhD Council van de TU roept promovendi op hun zorgen te melden. “Hoe meer mensen hun bezorgdheid uiten, hoe groter de kans dat de aangewezen afdelingen binnen de TU hiermee aan de slag gaan”, aldus voorzitter Israel Carrete.
Verantwoording
In totaal vulden 1.330 deelnemers de enquête in. 174 van hen zijn aan de TU Delft verbonden. 129 studenten, 18 promovendi of postdoc en 27 medewerkers. 63 procent van de TU-respondenten is man, 33 procent vrouw en 4 procent non-binair/queer.
Deelnemers is gevraagd of ze zich welkom voelen in Nederland en op de TU en of dat de afgelopen tijd is veranderd. En welke invloed het debat over internationalisering op hen heeft.
Respondenten zijn via verschillende digitale kanalen benaderd: de Delta-website, nieuwsbrief, X, LinkedIn, Facebook en Instagram. De enquête was niet gesloten, het is daarom mogelijk dat ook mensen buiten de TU de vragenlijst hebben ingevuld.
RUG-statisticus Casper Albers waarschuwt dat de steekproefgrootte van kleine groepen zoals promovendi onvoldoende is om conclusies aan te verbinden. Op landelijk niveau zijn de resultaten volgens hem ‘behoorlijk representatief’. Met name het verschil in welkom voelen is significant en geen toeval.
Dit onderzoek is tot stand gekomen op initiatief van UKrant. Lees hier meer over de Groningse uitkomsten.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
m.vanderveldt@tudelft.nl
Comments are closed.