Campus

Impulsief op de planken

Marjet Roerink, artistiek leidster van de Delftse Komedie, neemt na twaalf jaar afscheid van het amateurtoneelgezelschap. In die jaren zag zij haar studenten veranderen van shagrokers naar timemanagers.

br />
,,Studiepunten zouden ze ervoor moeten geven,” roept Marjet Roerink overtuigd. ,,Als je toch ziet hoe slecht ingenieurs zich vaak weten te presenteren.” Ze gaat staan en doet het voor: ,,Dan staan ze zo met hun rug naar de zaal naar de plaatjes op de muur te kijken. Doordat de microfoon dan achter hen staat kun je ze totaal niet verstaan.”

Marjet Roerink is een expressief mens. Duidelijk iemand die voor het podium bestemd is. En, naar snel blijkt, ook iemand die anderen het podium op wil krijgen. Als artistiek leidster van de Delftse Komedie probeerde ze dat, twaalf jaar lang, onder andere door het organiseren van cursussen en het opzetten van theaterproducties. Komend weekend staat haar laatste productie op de bühne: ‘Ons Kent Ons’.

Het is zowel een afsluiting als een nieuw begin. Het cirkeltje is rond, zou je kunnen zeggen. ,,Twaalf jaar geleden begon ik met een stuk van Alan Ayckbourn, nu eindig ik er ook mee.” Speciaal voor de voorstelling haalde ze een aantal spelers van toen terug. Destijds TU-studenten, maar sinds hun tijd bij de Delftse Komedie enthousiaste amateur-acteurs.

Blok

Toen Roerink twaalf jaar geleden in dienst trad van de Delftse Komedie, was het gezelschap nog nauw verbonden met het Muzisch Centrum. Ze huisden toen samen onder één dak op de Nieuwelaan. In 1998 verhuisde het Muzisch Centrum naar Mekelweg 10, maar de Komedie, ook open voor niet-studenten en gesubsidieerd door de gemeente, wilde niet uit het centrum van de stad vertrekken. Daarom trokken ze in de Vrije Academie, aan het Westvest 8. Een verhuizing die gevolgen had. Roerink: ,,We hebben nog wel een repetitieruimte op de Mekelweg 10, maar sinds de ‘scheiding’ is het percentage studenten bij ons afgenomen.” Doodzonde, vindt ze, want juist voor studenten is toneel nuttig.

Mensen met toneelervaring, betoogt Roerink, kunnen beter inspringen op onverwachte gebeurtenissen dan anderen. ,,In het gewone leven houd je je instincten tegen. Je gedraagt je volgens bepaalde normen. Ik kan bijvoorbeeld vinden dat jij mooie ogen hebt maar dat zeg ik dus niet want dat is raar, dat dóe je niet. Op het toneel gaat dat anders. Daar reageer je direct op je eerste impulsen.”

Er is veel veranderd in het afgelopen decennium, maar wanneer Roerink er foto’s bijhaalt van de jaren zeventig besef je helemáál wat voor een gedaanteverwisseling het studentenleven heeft ondergaan. Dát waren nog eens tijden. Langharige, bebrilde jongens met forse bakkebaarden zitten of liggen op de grond. Het lijkt wel of ze een seance houden. Het was de tijd dat men vond dat toneelspelen niet meer liegen moest zijn, maar de waarheid spreken. En daarom moest men dus op zoek naar zichzelf. Met alle ‘voelsessies’ van dien. Zelfs Roerink, die haar opleiding destijds aan de Academie voor Vrije Expressie deed, noemt de activiteiten van toen ‘vaag’.

Die vaagheid is verdwenen. Studenten zijn veel efficiënter geworden dan ze voorheen waren. ,,Als ik denk aan hoe veel tijd er vroeger shag rokend en koffie drinkend verloren ging. Dat isniet te geloven. Tegenwoordig hebben studenten minder tijd, moeten ze alles beter plannen.” Dat heeft voor de hand liggende nadelen, maar tegelijkertijd wordt er in minder tijd meer bereikt dan vroeger.

En er wórdt heel wat bereikt. Recentelijk was er de ‘doorbraak’ van Delfts Blok, een cabaretgezelschap dat vorig jaar het Groninger Studenten Cabaretfestival wist te winnen. In oktober staan ze een aantal weken in de Kleine Komedie in Amsterdam met de show Delfts Blok Bluft. Het geeft maar aan dat ‘amateurtoneel’ een relatief begrip is.

Strak

‘Ons Kent Ons’, de afscheidsproductie van Roerink, gaat over een toneelgezelschap dat een stuk op de planken gaat zetten. Tijdens de audities en de repetities ontwikkelen zich allerlei intriges. Roerink is tevreden over de vorderingen tot nu toe maar blijft kritisch, zoals een regisseuse betaamt. Ze heeft te maken gekregen met een probleem dat zich normaal gesproken niet zo vaak voordoet: de acteurs zijn eigenzinnig. Misschien een beetje té. Te lós ook. ,,Dat heb je niet met beginners maar dit zijn dan ook ervaren spelers.” Ze kijkt even hoofdschuddend voor zich uit: ,,Ik hoop dat het allemaal nog strak wordt.” Dan is ze plots weer opgewekt en zegt schouderophalend: ,,Ach, we hebben nog een week. Bij toneel wordt altijd alles gedaan in de laatste week.”

‘Ons Kent Ons’ van de Delftse Komedie, 25, 26 en 27 april in het Floratheater. Aanvang 20.15, entree euro 7,50 en reserveren via (015) 2126547.

Marjet Roerink, artistiek leidster van de Delftse Komedie, neemt na twaalf jaar afscheid van het amateurtoneelgezelschap. In die jaren zag zij haar studenten veranderen van shagrokers naar timemanagers.

,,Studiepunten zouden ze ervoor moeten geven,” roept Marjet Roerink overtuigd. ,,Als je toch ziet hoe slecht ingenieurs zich vaak weten te presenteren.” Ze gaat staan en doet het voor: ,,Dan staan ze zo met hun rug naar de zaal naar de plaatjes op de muur te kijken. Doordat de microfoon dan achter hen staat kun je ze totaal niet verstaan.”

Marjet Roerink is een expressief mens. Duidelijk iemand die voor het podium bestemd is. En, naar snel blijkt, ook iemand die anderen het podium op wil krijgen. Als artistiek leidster van de Delftse Komedie probeerde ze dat, twaalf jaar lang, onder andere door het organiseren van cursussen en het opzetten van theaterproducties. Komend weekend staat haar laatste productie op de bühne: ‘Ons Kent Ons’.

Het is zowel een afsluiting als een nieuw begin. Het cirkeltje is rond, zou je kunnen zeggen. ,,Twaalf jaar geleden begon ik met een stuk van Alan Ayckbourn, nu eindig ik er ook mee.” Speciaal voor de voorstelling haalde ze een aantal spelers van toen terug. Destijds TU-studenten, maar sinds hun tijd bij de Delftse Komedie enthousiaste amateur-acteurs.

Blok

Toen Roerink twaalf jaar geleden in dienst trad van de Delftse Komedie, was het gezelschap nog nauw verbonden met het Muzisch Centrum. Ze huisden toen samen onder één dak op de Nieuwelaan. In 1998 verhuisde het Muzisch Centrum naar Mekelweg 10, maar de Komedie, ook open voor niet-studenten en gesubsidieerd door de gemeente, wilde niet uit het centrum van de stad vertrekken. Daarom trokken ze in de Vrije Academie, aan het Westvest 8. Een verhuizing die gevolgen had. Roerink: ,,We hebben nog wel een repetitieruimte op de Mekelweg 10, maar sinds de ‘scheiding’ is het percentage studenten bij ons afgenomen.” Doodzonde, vindt ze, want juist voor studenten is toneel nuttig.

Mensen met toneelervaring, betoogt Roerink, kunnen beter inspringen op onverwachte gebeurtenissen dan anderen. ,,In het gewone leven houd je je instincten tegen. Je gedraagt je volgens bepaalde normen. Ik kan bijvoorbeeld vinden dat jij mooie ogen hebt maar dat zeg ik dus niet want dat is raar, dat dóe je niet. Op het toneel gaat dat anders. Daar reageer je direct op je eerste impulsen.”

Er is veel veranderd in het afgelopen decennium, maar wanneer Roerink er foto’s bijhaalt van de jaren zeventig besef je helemáál wat voor een gedaanteverwisseling het studentenleven heeft ondergaan. Dát waren nog eens tijden. Langharige, bebrilde jongens met forse bakkebaarden zitten of liggen op de grond. Het lijkt wel of ze een seance houden. Het was de tijd dat men vond dat toneelspelen niet meer liegen moest zijn, maar de waarheid spreken. En daarom moest men dus op zoek naar zichzelf. Met alle ‘voelsessies’ van dien. Zelfs Roerink, die haar opleiding destijds aan de Academie voor Vrije Expressie deed, noemt de activiteiten van toen ‘vaag’.

Die vaagheid is verdwenen. Studenten zijn veel efficiënter geworden dan ze voorheen waren. ,,Als ik denk aan hoe veel tijd er vroeger shag rokend en koffie drinkend verloren ging. Dat isniet te geloven. Tegenwoordig hebben studenten minder tijd, moeten ze alles beter plannen.” Dat heeft voor de hand liggende nadelen, maar tegelijkertijd wordt er in minder tijd meer bereikt dan vroeger.

En er wórdt heel wat bereikt. Recentelijk was er de ‘doorbraak’ van Delfts Blok, een cabaretgezelschap dat vorig jaar het Groninger Studenten Cabaretfestival wist te winnen. In oktober staan ze een aantal weken in de Kleine Komedie in Amsterdam met de show Delfts Blok Bluft. Het geeft maar aan dat ‘amateurtoneel’ een relatief begrip is.

Strak

‘Ons Kent Ons’, de afscheidsproductie van Roerink, gaat over een toneelgezelschap dat een stuk op de planken gaat zetten. Tijdens de audities en de repetities ontwikkelen zich allerlei intriges. Roerink is tevreden over de vorderingen tot nu toe maar blijft kritisch, zoals een regisseuse betaamt. Ze heeft te maken gekregen met een probleem dat zich normaal gesproken niet zo vaak voordoet: de acteurs zijn eigenzinnig. Misschien een beetje té. Te lós ook. ,,Dat heb je niet met beginners maar dit zijn dan ook ervaren spelers.” Ze kijkt even hoofdschuddend voor zich uit: ,,Ik hoop dat het allemaal nog strak wordt.” Dan is ze plots weer opgewekt en zegt schouderophalend: ,,Ach, we hebben nog een week. Bij toneel wordt altijd alles gedaan in de laatste week.”

‘Ons Kent Ons’ van de Delftse Komedie, 25, 26 en 27 april in het Floratheater. Aanvang 20.15, entree euro 7,50 en reserveren via (015) 2126547.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.