Opinie

Hoedt u voor pensionado’s

De wespenverdelgers hebben het deze zomer extra druk gehad, zo meldde de krant-in-komkommertijd. In sommige provincies zijn vijf keer zo veel wespennesten verdelgd als normaal in augustus, een absoluut record.

Volgens sommigen zou dat liggen aan het feit dat de winter zo mild geweest is. Ik heb daar trouwens heel andere beelden bij, bij die milde winters, want ik heb nog nooit zo veel truien over elkaar gedragen als in januari van dit jaar, maar wie ben ik.
Overigens kunnen er wat mij betreft niet genoeg wespen worden verdelgd. Ik ben namelijk allergisch voor die beesten. Niet lichamelijk maar psychisch. Wurgslangen, driftige wetenschappers  en boze olifanten kijk ik strak in de ogen, maar voor wespen loop ik krijsend weg, wild meppend met een theedoek. En dat terwijl wespen zulke nuttige beesten zijn. Ze vangen vliegen en muggen en voeren die fijngekauwd aan de larven in het nest, allemaal voor het voorbestaan van de kolonie. Op zoek naar deze broodnodige eiwitten willen ze af en toe ook wel een stukje ham van je broodje, maar meestal hebben ze geen tijd om hinderlijk rond te zoemen of te jatten, ze zijn aan het werk. 
Je schijnt pas last van wespen te krijgen als ze niet meer hoeven te werken, als de klus klaar is. Ze hebben dan de tijd om zelf  lekkere dingen te gaan zoeken. Hartig hoeft dan niet meer, dat was voer voor de larven, maar zoet is wel lekker. Ze worden limonadeholics, en een lekkere slagroompunt of baco gaan ze ook niet uit de weg. Met andere woorden: zolang wespen zich op de salade niçoise storten op jacht naar tonijn, doen ze dat voor het nut van het algemeen en het voortbestaan van het nest. Maar zodra je wespen rugzwemmend in de Fristi aantreft dan heb je te maken met  pensionado’s,  die alleen nog maar leuke dingen doen, gericht op het eigen gewin en genot.
Hoedt u voor pensionado’s,  zei mijn goede collega M. eens, en dat is een waarheid als een koe.
Het kan heel nuttig zijn als iemand kort voor of na het  (pre)pensioen nog de tijd krijgt om een project af te maken, of de jongere collega’s te voeden met de opgedane jarenlange ervaring. Maar het gevaar schuilt er in dat zij tot ver na hun houdbaarheidsdatum blijven rondzweven, omdat de bijverdienste te lucratief is, of de stoel achter de geraniums niet lokt. En dan kun je er last van krijgen, gaan ze om je hoofd zoemen, verzieken je pannenkoek met hun vieze pootjes, en als je woedend naar ze mept met een theedoek vliegen ze hard lachend weg, want ze hebben niets meer met je te maken. Ze doen alleen hun klus en ze zijn niet meer in dienst, dus wie maakt ze wat.
En daar helpt geen spuitbus tegen, hè? Meppen ook niet trouwens. Nee, geef me dan toch maar liever een netpython. Of  een olifant, die kan in elk geval niet in mijn glas vallen.

Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering. 

In eerste instantie wilde de projectgroep die de evaluatie van de reorganisatie begeleidt, niet iedereen een vragenlijst sturen. “Als het voor medewerkers lang niet altijd duidelijk is wat afspraken zijn over de gewenste kwaliteit en middelen voor de dienstverlening, hebben zij ook geen referentiekader om daar een oordeel over te geven”, zei voorzitter Joris van Bergen daar eerder over.
Bij aanvang van de evaluatie luidde de opdracht aan de werkgroep een onderzoek te doen naar ‘de kwaliteit van de dienstverlening en het geven van concrete aanbevelingen voor verbetering’.
De projectgroep begon afgelopen zomer met een inventarisatie van de al beschikbare informatie hierover. Inmiddels is die aangevuld met zelfevaluaties en gesprekken met directeuren van de ondersteunende diensten en decanen.
Aan de hand daarvan wil de projectgroep in januari 2009 een interne notitie klaar hebben met voorlopige analyses en aanbevelingen. Over een deel van die analyses vraagt de projectgroep half januari de mening van alle medewerkers. Dat gebeurt via een digitaal onderzoek.
De projectgroep wil van alle medewerkers weten of er nog andere opvattingen leven of dat er zaken over het hoofd zijn gezien. De aanbevelingen in het eindrapport worden dan mogelijk nog aangescherpt of aangepast.
De projectgroep heeft dit najaar ook nog gekeken naar afspraken over functies sinds het begin van de reorganisatie. Daarbij keek de groep naar de kosten (inclusief inhuur van externe medewerkers) en de omvang van het aantal ondersteuners versus de te ondersteunen staf en studenten. Verder besteedt de projectgroep aandacht aan de relatie tussen faculteiten en ondersteunende diensten.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.