Wetenschap

Hoe kunnen spelrobots patiëntjes helpen?

Sociale robots kunnen kinderen leren beter om te gaan met diabetes. Maar het blijft lastig om ambities en mogelijkheden op elkaar af te stemmen, zegt dr. Rosemarijn Looije.

Proefsessie bij TNO met de Alize robot. (Foto: TNO)

Type-1 diabetes bij kinderen vraagt om een gedisciplineerde zelfbehandeling om een balans te handhaven tussen voedselinname en activiteiten, en om vervolgschade op latere leeftijd zoveel mogelijk te beperken. Robots kunnen kinderen motiveren om meer te leren over suikerziekte, en hoe ermee om te gaan.

In een ideale wereld stelt de dokter in overleg met het kind doelen. Later, terwijl het kind met de robot een quiz speelt over diabetes, overlegt de arts met de ouders. Thuis, op de computer, speelt een geanimeerde robot (avatar) kennisspelletjes en houdt de scores bij. Zo kunnen ouders op de hoogte blijven van de doelstellingen, activiteiten en bloedsuikerniveaus van hun kind. Bij herhaalbezoeken verwelkomt de robot het kind bij de naam, en gaat verder met waar het kind gebleven was. De robot kan bijvoorbeeld uitleggen hoe een kind kan voorkomen in een hypo (hypoglykemie; een laag bloedglucosegehalte) te raken.

Dr. Rosemarijn Looije, die afgelopen zomer aan de TU Delft haar proefschrift verdedigde, werkte twaalf jaar bij TNO in Soesterberg met robots voor de behandeling van type-1 diabetes bij kinderen. Ze studeerde af in kunstmatige intelligentie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar belangrijkste vragen waren: hoe kunnen mensen en robots het best samenwerken, en wat voor invloed hebben robots op de sociale omgeving?

Maar…
Een ontmoeting met de jonge doctor levert levendige verhalen op uit de praktijk, doorspekt met veel mitsen en maren. Een paar voorbeelden: sociale babbel (hoe gaat het?) met een robot schept een band, maar… robots zijn er niet erg goed in. Gezichtsuitdrukkingen van emoties verlevendigen de interactie, maar… de uitdrukkingen moeten niet voorspelbaar worden. En: een robot met armen en benen is aantrekkelijker dan een tablet, maar de verschijningsvorm wekt verwachtingen. Met andere woorden: een mensachtige robot moet niet alleen maar zitten en praten.

Wat kunnen sociale robots dan wel betekenen in de begeleiding van (jonge) patiënten? Looije komt vlot met drie taken:

  • Kennis testen (in de vorm van een spel of quiz)
  • Het gebruik van een dagboek stimuleren en therapietrouw verbeteren
  • Terugkoppeling geven op gestelde doelen.

Een analyse van tien robotspelletjes (van sorteren tot het helpen opstaan van de robot) heeft geleid tot een indrukwekkende kaart waarin verbanden gelegd worden tussen het effect op de patiënt (zoals competentie, vertrouwen, plezier) en de betrokken methoden en instrumenten.

Op een meer anekdotisch niveau heeft Looije gezien dat interactie met de robot het voor kinderen makkelijker maakt om over hun ziekte te praten. Eindelijk levert de ziekte hen iets bijzonders en leuks op, en iets om naar uit te kijken: spelen met de robot.

Vooruitzicht
Spelrobots zouden een stuk leuker kunnen worden met een betere spraakherkenning en een ‘wereldbeeld’ zodat ze beter begrijpen wat er gezegd wordt, aldus Looije. Maar… kinderen blijven verrassen. Hoe te reageren, bijvoorbeeld, op een jongetje dat dringend moest laten weten dat hij géén auto was?

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.