Het is best even schakelen als je voor het eerst gaat studeren in Delft. Hoe pakken eerstejaars dat aan? Delta volgt bachelor- en masterstudenten tijdens hun eerste jaar aan de TU. Deel 1: Na de OWee en IP.
Oscar (18, bachelor technische natuurkunde)
“De OWee bevalt goed! Ik ben ingeloot bij DSC. De KMT wordt wel even afzien, ik ben benieuwd hoe ze me gaan behandelen. Ter plekke zal het niet per se leuk zijn, maar je kijkt er later goed op terug. Mijn ouders waren allebei corpslid in Utrecht en vertellen daar altijd goede verhalen over. Ik vind het systeem van een jaarclub vormen en zo vrienden maken voor het leven gewoon heel gaaf. Het is een manier om een beetje buiten de bubbel van mijn studie te komen.
In de week na de ontgroening kun je als DSC-lid hospiteren bij zaakhuizen (red. DSC-studentenhuizen). Het schijnt dat iets van 80 procent zo aan een kamer komt. Dat is dus echt veel makkelijker dan wanneer je geen lid bent. Via die route ga ik proberen een kamer te krijgen.
Je hebt natuurlijk best veel verplichtingen bij het corps. Het gaat zwaar worden om het te combineren met mijn studie technische natuurkunde – die vind ik super interessant, alleen de wiskundekant iets minder. Ik wil in ieder geval bij alle hoor- en werkcolleges zijn. En ik wil ernaast werken – misschien bij een cafeetje. Ik tennis al heel lang, maar dat ga ik niet meteen in mijn eerste jaar doen. Ik denk dat ik mijn tweede jaar lid word van de tennissubvereniging van DSC.
Het kan zijn dat ik over een jaar fulltime zaaklid ben, maar dat denk ik niet. Uiteindelijk vind ik mijn studie wel het belangrijkst. Dus stel, het gaat helemaal mis en mijn studie wordt een afgang, dan moet ik de vereniging opgeven.”
Siri (25, master design for interaction)
“Ik ben half Nederlands, maar opgegroeid in Noorwegen. Ik voel me vooral Noors. Maar twee jaar terug ben ik na mijn bachelor in Noorwegen naar Nederland gekomen om te connecten met mijn Nederlandse roots. Ik ben toen als UX designer gaan werken bij Lely, die maken agrarische robots en werken samen met de TU Delft. Zo kwam ik op deze master. En Delft is ook gewoon leuk. Het is knus en lekker dichtbij Rotterdam en Den Haag. Je mist niks.
Op dit moment woon ik in een studio in Rotterdam, maar ik ben op zoek naar een appartementje. Dan kan mijn vriend deels bij mij intrekken. Hij is Belg en werkt in Kortrijk, aan de Franse grens. Als ik een appartement heb, zou hij om en om in België en Nederland verblijven. Dan is het niet meer nodig om elke maand op en neer naar België te gaan. Met de feestdagen ga ik in ieder geval altijd naar Noorwegen – daar staat kerst heel centraal.
Ik vond het IP heel gezellig. Ik wist helemaal niet dat de campus van de TU Delft zo groot was, maar heb het nu echt leren kennen. Op de eerste dag hadden we meteen een treasure hunt waarbij we de hele campus afgingen. Op een andere dag hebben we allemaal labs bekeken.
Echt feesten heb ik niet gedaan. Maar dat hoeft eigenlijk ook niet meer. Ik ben 25 en merk dat ik meer zo geïnteresseerd ben in feesten als tijdens mijn bachelor. Iedereen in mijn groepje had dat wel een beetje volgens mij. Ik heb in ieder geval niet de indruk gehad dat iemand de feestjes gemist heeft.”
IJsbrand (17, bachelor molecular science and technology)
“Mijn studie is half in Delft en half in Leiden. Ik ben in beide steden op zoek naar een kamer, maar Delft is wel mijn nummer 1. Ik vind Delft een mooiere stad. Maar hoewel er veel kameraanbod is, is de vraag ook heel groot. Dus waarschijnlijk kies ik de stad waar ik als eerste een kamer kan krijgen. Ik heb in ieder geval veel zin om een nieuwe stad te ontdekken, al die knusse straatjes en leuke cafés.
Tijdens de OWee sliep ik op een luchtbedje in de slaapzaal op X. Dat was wel iets minder dan mijn eigen, vertrouwde bed. Ik genoot wel echt van de OWee. Het is heel gezellig en de activiteiten zijn superleuk. Ik vond het vooral leuk om de verenigingen te bezoeken. Ik zing al sinds mijn vijfde in een koor en ik wil graag lid worden bij Krashna Musika of Groover. Ik ga kijken hoeveel tijd dat kost. Misschien dat ik er dan volgend jaar nog een sportvereniging bij doe.
Ik kijk er ook naar uit om straks alleen bezig te zijn met de studievakken waar ik echt van geniet, in plaats van ook die verplichte vakken. Maar ik kijk ook uit naar het studentenleven op zich. En naar op mezelf wonen. Echt onafhankelijk mijn eigen persoon zijn. Ik moet nog wel een beetje oefenen met koken. Ik maak nu vaak burrito’s of pasta met kaassaus en zalm. Al zal dat laatste misschien niet helemaal in een studentenbudget passen.”
Aqdas (22, master civil engineering)
“Toen ik op zoek ging naar een master, dacht ik vooral: niet Amerika. Daar is de werk-privébalans net zo slecht als in India. In Europa is het beter, had ik gehoord. En de TU Delft is de tweede universiteit in mijn vakgebied.
Ik ben ervan onder de indruk dat je hier binnen vijftien minuten overal kan zijn met de fiets. Ik voel me rustig, het leven voelt hier simpeler dan in Mumbai, waar ik vandaan kom. Daar is het tot 2 uur ’s nachts altijd superdruk op straat.
Het IP vond ik superleuk, ik had een heel leuk groepje. Ik ben naar een feest van de Indian Student Association geweest. Er is ook een islamitische studentenvereniging, toch? Daar ben ik wel benieuwd naar.
Ik heb een kamer op de Stieltjesweg. Dat is bedoeld voor internationale studenten en ik mag daar twee jaar blijven. Mijn moeder heeft me voor de eerste week bevroren eten meegegeven, maar daarna zal ik toch echt zelf moeten kijken. Ik heb pas twee maanden voor ik wegging leren koken. Misschien ga ik ook Nederlands eten maken, want ik kan eigenlijk helemaal niet goed tegen pittig eten.
Ik wil heel graag Nederlands leren, maar voorlopig gaat mijn studie voor. Misschien doe ik volgende zomer de intensieve taalcursus die de TU Delft aanbiedt. En als ik een weekje over heb, laat ik mijn familie misschien hierheen komen. Als ik het komende jaar Nederlands verken, kan ik hen tegen die tijd rondleiden.”
Dorsa (19, bachelor computer science and engineering)
“Ik vond de OWee heel gezellig. Mijn groepje was leuk en onze mentoren ook. Ik vond het leuk om hen te leren kennen, ik denk dat ik vrienden heb gemaakt voor de rest van het jaar. Ik ben nu wel toe aan slaap en een alcoholdetox.
We hebben in de OWee veel verenigingen bezocht, maar toch ben ik nergens lid geworden. Het eerste jaar wil ik focussen op mijn studie en eerst mijn bsa halen. Als het goed gaat, wil ik in mijn tweede jaar gaan badmintonnen bij de studentenbadmintonvereniging. Ik heb zin in het studentenleven. Gewoon, gezellig samen leren in de bieb, naar hoorcolleges en in het weekend naar een feestje. Daar kijk ik erg naar uit.
Vanuit mijn woonplaats is Delft maar een half uurtje met de trein, dat is goed te doen. Ik ga gewoon kijken hoe het gaat. Als de treinen vaak uitvallen, ga ik misschien wel op kamers. Sowieso wil ik uiteindelijk uit huis en echt onafhankelijk zijn. Maar tot dan vind ik fijn om deze tijd nog door te brengen met mijn ouders. Mijn vader was ook diegene die me heeft gestimuleerd om deze bachelor te gaan doen. Hij zei: ik heb de kans om in Delft te studeren niet gekregen, jij wel. Dus als je leuk vindt, moet je het zeker gaan doen.”
Manas (24, master systems and control)
“Ik ben pas vijf dagen in Nederland. Tot vorige week was ik zelfs nooit buiten India geweest. Het weer hier bevalt me eigenlijk wel. Maar de winter moet natuurlijk nog komen. Ook de Nederlanders vind ik fijne mensen, ze zijn heel direct en houden zich aan de regels. In India praten mensen om de boodschap heen en vinden we altijd een manier om ons niet aan de regels te houden. En het is zo stil op straat! Thuis is het alleen zondagnacht zo rustig. Iedereen oogt hier ook veel relaxter.
Het IP was echt heel leuk. Ik heb veel nieuwe mensen ontmoet. Ik hou van nieuwe talen leren, dus ik vraag aan iedereen wat ‘hallo’ in hun taal is. Ik wil graag Nederlands leren. Elke dag ben ik enthousiaster geworden bij het idee om hier te studeren en alles te ontdekken. Ik heb in India veel geleerd, maar wel vooral de theorie. Het is exciting om te zien dat die dingen uit de boeken op de TU Delft in de praktijk worden uitgevoerd.
Ik heb een studio in Rijswijk en heb op mijn eerste dag hier meteen een fiets gekocht. Ik heb halve marathons gerend, dus die vijf kilometer vind ik prima te doen. De regels zijn wel even wennen. Ik werd meteen aangehouden door de politie omdat ik mijn telefoon in mijn hand had. Maar toen ik uitlegde dat ik net in Nederland ben, was hij gelukkig heel behulpzaam. Hij zei dat ik de verkeersregels goed moet leren en altijd mijn licht aan moet doen als het donker is.”
Anne-Fleur (19, bachelor klinische technologie)
“Ik heb na mijn middelbare school anderhalf jaar gestudeerd in Boston met een hockeybeurs. Daar heb ik heel fanatiek gesport. Hier heb ik me ingeschreven bij roeivereniging Laga. Je studententijd is de tijd om iets nieuws te proberen, dacht ik, en hockeyen kan altijd weer. Ik had zin in een gezelligheidsvereniging en dat krijg je ook bij Laga. Ik wil misschien wedstrijdroeien, maar niet in mijn eerste jaar. Door mijn hockeyverleden weet ik hoeveel tijd dat in beslag neemt. Misschien ga ik in de clubacht – vijf keer in de week roeien en daarnaast lekker feesten.
Mijn ouders hebben allebei gestudeerd in Delft en ik heb daar altijd heel leuke verhalen over gehoord. Toen ik hoorde over klinische technologie – geneeskunde met een technische kant – was de keuze gauw gemaakt. Ik vind de OWee nu in ieder geval al superleuk, ik ben heel vermoeid. Het is nu 4 uur ’s middags en ik zit te ontbijten, dat zegt genoeg. Via via heb ik een slaapplek in een zaaktokohuis (red. met leden van DSC en Virgiel) op de Jacoba van Beierenlaan. Daar wonen achttien mensen en het is elke avond heel gezellig. Zelf ben ik nog hard op zoek naar een kamer. Want anderhalf uur reizen, daar heb ik weinig behoefte aan.”
- Dit is het tweede deel van een serie. Wil je weten hoe het drie maanden na deze interviews met deze studenten gaat? Lees deel 2.
Comments are closed.