Over mijn kunst moet je niet ingewikkeld doen, het is maar een spelletje. Zo dacht Maurits Cornelis Escher, de tekenaar van het onmogelijke, er zelf over.
Over aandacht heeft hij desondanks niet te klagen. Nu is er weer een tentoonstelling over zijn werk in het Haags Gemeentemuseum.
De ene Eschertentoonstelling is nog niet geweest, of de volgende dient zich alweer aan. Het honderdste geboortejaar van de wereldberoemde Nederlandse graficus werd in 1998 groots gevierd, onder meer met twee exposities en een biografie van Wim Hazeu. Die Escherhype is koud voorbij, of het Haagse Gemeentemuseum komt met een overzichtstentoonstelling.
Vooruit dan maar: het Gemeentemuseum in Den Haag is een beetje Eschers huismuseum. Het bezit van vrijwel het gehele (lithografische) werk van de kunstenaar een afdruk. Normaal is de collectie zelden ’thuis’, want ze reist van tentoonstelling naar tentoonstelling de wereld over. Maar voor het eerst sinds lange tijd zijn alle werken weer in Den Haag. Vandaar dat de conservatoren nu een overzichtstentoonstelling hebben gemaakt van Eschers beste werken.
Het leuke is dat het museum de werken niet zelf van commentaar voorzien heeft, maar dat de meester zelf mag spreken. In 1959 gaf Escher tekst en uitleg bij zijn werk in het boek ‘M.C. Escher: grafiek en tekeningen’. Die teksten heeft het Gemeentemuseum letterlijk overgenomen.
Een ander pre van de Haagse Eschertentoonstelling is de thematische opzet, in plaats van een chronologische. In ieder zaal komt de bezoeker een ander typisch foefje van de beroemde graficus tegen.
Regelmatige vlakverdeling is bijvoorbeeld zo’n thema. De meest ingewikkelde afbeeldingen (vogels en vissen bijvoorbeeld) wist Escher zodanig in elkaar te passen, dat ze een heel vlak konden vullen zonder loze ruimte over te laten. Escher had deze techniek een beetje afgekeken van de Middeleeuwse Moren in Spanje. ‘Wat is het jammer dat de Islam hun het maken van afbeeldingen verbood!’, treurt Escher in zijn boek. ‘Zij hebben zich bij hun tegelvullingen steeds beperkt tot figuurtjes met abstract-geometrische vormen.’
Krokodilletjes
Hoe is het mogelijk dat wij ruimtelijke figuren kunnen zien in een tweedimensionale tekening? Escher was hierdoor gefascineerd. ‘Is het soms niet ongerijmd om enkele lijnen te tekenen en dan te zeggen: dit is een huis?’ Dit driedimensionale voorstellingsvermogen probeert Escher voortdurend voor de gek te houden, dat is eigenlijk de essentie van zijn werk.
De verwondering over ons 3D-talent laat Escher het duidelijkst merken in een serie werken waarin tweedimensionale afbeeldingenvoor het oog overgaan in driedimensionale. Het mooiste voorbeeld vormt de litho met de naam ‘reptielen’ uit 1943. Kleine krokodilletjes maken zich los van het omslag van een boek en beginnen een (ruimtelijke) wandeltocht over het papier, om uiteindelijk weer naar twee dimensies terug te kruipen.
Eén zaal in het Haagse Gemeentemuseum is gevuld met de vroege werken van Escher. Veel Italiaanse landschapjes; Escher woonde lange tijd in Italië. Leuk getekend, maar niet bijzonder. Van de Escher die speelt met ons waarnemingsvermogen is in de begintijd nog niets te merken. Zijn typische Escherstijl is hij pas gaan ontwikkelen toen hij terugkeerde naar Noord-Europa. De saaiheid van het landschap deed hem de blik naar binnen richten, vertelde hij later. In plaats van schilderachtige Italiaanse landschapjes ging hij ‘innerlijke beelden’ tekenen.
De vraag die bij discussies over Escher altijd weer opkomt, is: zijn zijn grafische grapjes kunst? Zelf weigerde hij ingewikkeld te doen over zijn werken: ‘Plezier in het moeilijke spel, zonder symbolische bijbedoeling, was de enige reden van hun ontstaan.’ Ofwel: laat lange interpretaties achterwege, mijn werk is grappig en meer niet.
De tentoonstelling ‘M.C. Escher: echt/virtueel’ in het Haags Gemeentemuseum loopt tot en met 8 oktober. Adres: Stadhouderslaan 41. Voor meer informatie: 070 – 33 81 111, of www.gemeentemuseum.nl.
Over mijn kunst moet je niet ingewikkeld doen, het is maar een spelletje. Zo dacht Maurits Cornelis Escher, de tekenaar van het onmogelijke, er zelf over. Over aandacht heeft hij desondanks niet te klagen. Nu is er weer een tentoonstelling over zijn werk in het Haags Gemeentemuseum.
De ene Eschertentoonstelling is nog niet geweest, of de volgende dient zich alweer aan. Het honderdste geboortejaar van de wereldberoemde Nederlandse graficus werd in 1998 groots gevierd, onder meer met twee exposities en een biografie van Wim Hazeu. Die Escherhype is koud voorbij, of het Haagse Gemeentemuseum komt met een overzichtstentoonstelling.
Vooruit dan maar: het Gemeentemuseum in Den Haag is een beetje Eschers huismuseum. Het bezit van vrijwel het gehele (lithografische) werk van de kunstenaar een afdruk. Normaal is de collectie zelden ’thuis’, want ze reist van tentoonstelling naar tentoonstelling de wereld over. Maar voor het eerst sinds lange tijd zijn alle werken weer in Den Haag. Vandaar dat de conservatoren nu een overzichtstentoonstelling hebben gemaakt van Eschers beste werken.
Het leuke is dat het museum de werken niet zelf van commentaar voorzien heeft, maar dat de meester zelf mag spreken. In 1959 gaf Escher tekst en uitleg bij zijn werk in het boek ‘M.C. Escher: grafiek en tekeningen’. Die teksten heeft het Gemeentemuseum letterlijk overgenomen.
Een ander pre van de Haagse Eschertentoonstelling is de thematische opzet, in plaats van een chronologische. In ieder zaal komt de bezoeker een ander typisch foefje van de beroemde graficus tegen.
Regelmatige vlakverdeling is bijvoorbeeld zo’n thema. De meest ingewikkelde afbeeldingen (vogels en vissen bijvoorbeeld) wist Escher zodanig in elkaar te passen, dat ze een heel vlak konden vullen zonder loze ruimte over te laten. Escher had deze techniek een beetje afgekeken van de Middeleeuwse Moren in Spanje. ‘Wat is het jammer dat de Islam hun het maken van afbeeldingen verbood!’, treurt Escher in zijn boek. ‘Zij hebben zich bij hun tegelvullingen steeds beperkt tot figuurtjes met abstract-geometrische vormen.’
Krokodilletjes
Hoe is het mogelijk dat wij ruimtelijke figuren kunnen zien in een tweedimensionale tekening? Escher was hierdoor gefascineerd. ‘Is het soms niet ongerijmd om enkele lijnen te tekenen en dan te zeggen: dit is een huis?’ Dit driedimensionale voorstellingsvermogen probeert Escher voortdurend voor de gek te houden, dat is eigenlijk de essentie van zijn werk.
De verwondering over ons 3D-talent laat Escher het duidelijkst merken in een serie werken waarin tweedimensionale afbeeldingenvoor het oog overgaan in driedimensionale. Het mooiste voorbeeld vormt de litho met de naam ‘reptielen’ uit 1943. Kleine krokodilletjes maken zich los van het omslag van een boek en beginnen een (ruimtelijke) wandeltocht over het papier, om uiteindelijk weer naar twee dimensies terug te kruipen.
Eén zaal in het Haagse Gemeentemuseum is gevuld met de vroege werken van Escher. Veel Italiaanse landschapjes; Escher woonde lange tijd in Italië. Leuk getekend, maar niet bijzonder. Van de Escher die speelt met ons waarnemingsvermogen is in de begintijd nog niets te merken. Zijn typische Escherstijl is hij pas gaan ontwikkelen toen hij terugkeerde naar Noord-Europa. De saaiheid van het landschap deed hem de blik naar binnen richten, vertelde hij later. In plaats van schilderachtige Italiaanse landschapjes ging hij ‘innerlijke beelden’ tekenen.
De vraag die bij discussies over Escher altijd weer opkomt, is: zijn zijn grafische grapjes kunst? Zelf weigerde hij ingewikkeld te doen over zijn werken: ‘Plezier in het moeilijke spel, zonder symbolische bijbedoeling, was de enige reden van hun ontstaan.’ Ofwel: laat lange interpretaties achterwege, mijn werk is grappig en meer niet.
De tentoonstelling ‘M.C. Escher: echt/virtueel’ in het Haags Gemeentemuseum loopt tot en met 8 oktober. Adres: Stadhouderslaan 41. Voor meer informatie: 070 – 33 81 111, of www.gemeentemuseum.nl.
Comments are closed.