Campus

Het is hoog tijd dat een nieuwe generatie aan het roer komt

Het is nu of nooit voor de bouwsector, vindt prof.dr.ir Hennes de Ridder, hoogleraar integraal ontwerpen bij Civiele Techniek en Geowetenschappen.

Het bouwfrauderapport waar hij als adviseur aan meewerkte moet het begin zijn van een aantal radicale vernieuwingen. ,,Dat is voor alle partijen beter.”

De parlementaire enquêtecommissie komt met een hele reeks aanbevelingen: zelfregulering, beter toezicht, professionalisering, hervorming van het hele bouwproces. Is dat genoeg?

,,De commissie noemt wel alle goede oplossingen. Ik verwacht dat ze het niet alleen zoekt in strengere regels, want dat werkt niet. Het stomste wat overheden en bouwbedrijven nu kunnen doen is opgelucht ademhalen en op de oude manier doorgaan.”

Waarom zouden bouwbedrijven niet op de oude manier doorgaan? Door het onderling verdelen van de koek sluit je scherpe concurrentie uit.

,,Dat is precies het gevaar. Zonder onderlinge concurrentie houd je de zwakke broeders kunstmatig in stand en is er geen reden om te innoveren. Op de lange termijn is dat heel slecht. Je moet als sector het lef hebben om te concurreren, anders ga je collectief ten onder. Die kortzichtigheid neem ik de bouwsector eigenlijk nog meer kwalijk dan de oneerlijkheid. Bij de voetballerij, de autobranche en het bankwezen is het ook niet bepaald zoals het zijn moet. Maar de toestand in de bouwsector shockeert, omdat er overheidsgeld mee gemoeid is.”

U zat in de klankbordcommissie die de enquêtecommissie wegwijs maakte in de bouwwereld, en conceptversies van het rapport van commentaar voorzag. Waarom werd u gevraagd?

,,Ik denk dat ze iemand zochten die de bouwwereld goed kent maar tegelijkertijd onafhankelijk is. Ik heb in binnen- en buitenland aan bouwprojecten gewerkt, en ken zowel de ontwerp- als de uitvoeringskant.”

Was u verrast door de omvang van het schandaal?

,,Van de fraude en de opzetjes had ik niet zo veel weet. Maar ik roep wel al jaren dat de manier waarop in de bouw opdrachtgever en aanbieder met elkaar omgaan niet erg slim is. Al in de allereerste fase wordt alles in een contract dichtgetimmerd: de risico’s, hoeveel het gaat kosten. Terwijl je dat op dat moment nog helemaal niet kunt zeggen! En daar wordt dan heel strak aan vastgehouden, ten koste van de kwaliteit. Bijsturen wordt onmogelijk, terwijl je juist tijdens het ontwikkelen allerlei betere en goedkopere manieren van bouwen ontdekt. Men wil maar niet inzien dat het bouwproces meer is dan palen heien en stenen stapelen, en dat de onderhouds- en de exploitatiekosten op lange termijn veel belangrijker zijn dan de bouwkosten. We moeten toe naar een nieuw systeem. Je moet durven beginnen met een kaal concept, en niet doen alsof dat het eindbod is. Opdrachtgever en aanbieder kunnen dan samen zoeken naar wat wenselijk en mogelijk is.”

Meer vertrouwen tussen opdrachtgever en aanbieder?

,,Het zal vooral zakelijker worden. Steeds meten of het de goede kant opgaat. Dan komt het vertrouwen vanzelf. Maar niet meteen alles vastleggen, niet die fixatie op de laagste prijs. Je laat als aanbieder zien dat je het proces beheerst. Ik ben er van overtuigd dat je zo betere producten en hogere rendementen krijgt. Dus het is voor alle partijen beter.”

En de zwakke broeders vallen af?

,,Het betekent zeker een koude sanering. Er zijn nu gewoon te veel bouw- en aanneembedrijven, zo simpel is het.”

Zit er aan de top een wisseling van de wacht aan te komen?

,,Het kan niet zo zijn dat de mensen die nu onder vuur liggen, gewoon kunnen blijven zitten. Ik denk dat het rapport voor hen consequenties zal hebben. En dat is helemaal niet slecht, want het is hoog tijd dat er een nieuwe generatie aan het roer komt. Mensen die de kennis en de wil hebben om vernieuwingen door te voeren. De mensen zijn er, de concepten zijn er, maar de truc is om het geaccepteerd te krijgen bij de tienduizenden bedrijven in de bouw. Je moet het niet op een academische manier brengen, maar bruikbare tools bieden. En laten zien wat de voordelen zijn: meer innovatie, meer concurrentie, een sterkere sector.”

Belemmert de cultuur in de bouwwereld zulke veranderingen?

,,Ik denk het wel. Die cultuur is in ieder geval zeer traditioneel, nogal machoachtig. Er komt nu een kentering in, maar tot voor kortzag je bijvoorbeeld dat net afgestudeerde vrouwelijke civiel-ingenieurs het vaak allesbehalve makkelijk werd gemaakt tijdens bouwprojecten. En wie na een zwangerschap minder wilde werken, kon beter meteen vertrekken. Dat verandert nu, omdat men gaat inzien dat vrouwen vaak kwaliteiten hebben die die kereltjes missen. Ze kunnen voor een cultuuromslag zorgen.

Hier in Delft leren we onze studenten een nieuwe aanpak, maar als ze pech hebben komen ze na een maand op een bouwkeet terecht waar hun voorstellen worden gesmoord met: ‘wij doen het al honderd jaar zo, en jij dus voortaan ook!’ Maar ook dat gaat veranderen. Het rapport is het startpunt.”

Sommige Haagse politici leken erg verbaasd over de kartelvorming, de geheime afspraken. Toch kon je het zien aankomen: Europese regelvorming maakte het traditionele vooroverleg tot ongenoegen van de bouwers illegaal, en vervolgens lonkte het grijze circuit.

,,In Den Haag weet men nauwelijks wat er zich in die wereld afspeelt. En zolang men er niets over hoort, vindt men het wel prima zo. Niemand had er last van. Het ging zijn gangetje wel. Zonder die klokkenluider had het nog een hele tijd kunnen doorgaan.

Nu moet ik wel zeggen dat ik de manier waarop de aanbestedingen gaan bij de Betuwelijn en de HSL ook geldverspillend vind, al is daar geen sprake van fraude. Men huurt bij de HSL peperdure Engelse consultants in die een paar rekensommetjes maken die ik mijn eerstejaars studenten ook wel toevertrouw, en uiteindelijk worden er alsnog rammelende contracten de markt op geslingerd. Het heeft dus ook te maken met een gebrek aan professionaliteit aan de kant van de overheid. Men benadert het niet zakelijk genoeg, bijna hobbyachtig. Dat gebrek aan de professionaliteit kost de belastingbetaler miljarden.”

Prof.dr.ir. Hennes A.J. de Ridder (1947), is sinds 1995 deeltijdhoogleraar integraal ontwerpen bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Hij studeerde en promoveerde (in 1994) in Delft. De Ridder werkte voor HBG onder meer aan de stormvloedkering in de Oosterschelde en als consultant en ontwerper aan diverse projecten in binnen- en buitenland, zoals het Ekofisk Protective Barrier project. Als consultant houdt hij bezig met een aantal Nederlandse projecten, zoals Balgstuw Ramspol, HSL Zuid, de Transrapid zweeftrein, de Tweede Maasvlakte, de Zuidas in Amsterdam en de A4-Noord. Sinds 1999 is De Ridder directeur van De Ridder Consult in Haarlem, onlangs trad hij op als adviseur van de Parlementaire Enquêtecommissie Bouwfraude.

Het is nu of nooit voor de bouwsector, vindt prof.dr.ir Hennes de Ridder, hoogleraar integraal ontwerpen bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Het bouwfrauderapport waar hij als adviseur aan meewerkte moet het begin zijn van een aantal radicale vernieuwingen. ,,Dat is voor alle partijen beter.”

De parlementaire enquêtecommissie komt met een hele reeks aanbevelingen: zelfregulering, beter toezicht, professionalisering, hervorming van het hele bouwproces. Is dat genoeg?

,,De commissie noemt wel alle goede oplossingen. Ik verwacht dat ze het niet alleen zoekt in strengere regels, want dat werkt niet. Het stomste wat overheden en bouwbedrijven nu kunnen doen is opgelucht ademhalen en op de oude manier doorgaan.”

Waarom zouden bouwbedrijven niet op de oude manier doorgaan? Door het onderling verdelen van de koek sluit je scherpe concurrentie uit.

,,Dat is precies het gevaar. Zonder onderlinge concurrentie houd je de zwakke broeders kunstmatig in stand en is er geen reden om te innoveren. Op de lange termijn is dat heel slecht. Je moet als sector het lef hebben om te concurreren, anders ga je collectief ten onder. Die kortzichtigheid neem ik de bouwsector eigenlijk nog meer kwalijk dan de oneerlijkheid. Bij de voetballerij, de autobranche en het bankwezen is het ook niet bepaald zoals het zijn moet. Maar de toestand in de bouwsector shockeert, omdat er overheidsgeld mee gemoeid is.”

U zat in de klankbordcommissie die de enquêtecommissie wegwijs maakte in de bouwwereld, en conceptversies van het rapport van commentaar voorzag. Waarom werd u gevraagd?

,,Ik denk dat ze iemand zochten die de bouwwereld goed kent maar tegelijkertijd onafhankelijk is. Ik heb in binnen- en buitenland aan bouwprojecten gewerkt, en ken zowel de ontwerp- als de uitvoeringskant.”

Was u verrast door de omvang van het schandaal?

,,Van de fraude en de opzetjes had ik niet zo veel weet. Maar ik roep wel al jaren dat de manier waarop in de bouw opdrachtgever en aanbieder met elkaar omgaan niet erg slim is. Al in de allereerste fase wordt alles in een contract dichtgetimmerd: de risico’s, hoeveel het gaat kosten. Terwijl je dat op dat moment nog helemaal niet kunt zeggen! En daar wordt dan heel strak aan vastgehouden, ten koste van de kwaliteit. Bijsturen wordt onmogelijk, terwijl je juist tijdens het ontwikkelen allerlei betere en goedkopere manieren van bouwen ontdekt. Men wil maar niet inzien dat het bouwproces meer is dan palen heien en stenen stapelen, en dat de onderhouds- en de exploitatiekosten op lange termijn veel belangrijker zijn dan de bouwkosten. We moeten toe naar een nieuw systeem. Je moet durven beginnen met een kaal concept, en niet doen alsof dat het eindbod is. Opdrachtgever en aanbieder kunnen dan samen zoeken naar wat wenselijk en mogelijk is.”

Meer vertrouwen tussen opdrachtgever en aanbieder?

,,Het zal vooral zakelijker worden. Steeds meten of het de goede kant opgaat. Dan komt het vertrouwen vanzelf. Maar niet meteen alles vastleggen, niet die fixatie op de laagste prijs. Je laat als aanbieder zien dat je het proces beheerst. Ik ben er van overtuigd dat je zo betere producten en hogere rendementen krijgt. Dus het is voor alle partijen beter.”

En de zwakke broeders vallen af?

,,Het betekent zeker een koude sanering. Er zijn nu gewoon te veel bouw- en aanneembedrijven, zo simpel is het.”

Zit er aan de top een wisseling van de wacht aan te komen?

,,Het kan niet zo zijn dat de mensen die nu onder vuur liggen, gewoon kunnen blijven zitten. Ik denk dat het rapport voor hen consequenties zal hebben. En dat is helemaal niet slecht, want het is hoog tijd dat er een nieuwe generatie aan het roer komt. Mensen die de kennis en de wil hebben om vernieuwingen door te voeren. De mensen zijn er, de concepten zijn er, maar de truc is om het geaccepteerd te krijgen bij de tienduizenden bedrijven in de bouw. Je moet het niet op een academische manier brengen, maar bruikbare tools bieden. En laten zien wat de voordelen zijn: meer innovatie, meer concurrentie, een sterkere sector.”

Belemmert de cultuur in de bouwwereld zulke veranderingen?

,,Ik denk het wel. Die cultuur is in ieder geval zeer traditioneel, nogal machoachtig. Er komt nu een kentering in, maar tot voor kortzag je bijvoorbeeld dat net afgestudeerde vrouwelijke civiel-ingenieurs het vaak allesbehalve makkelijk werd gemaakt tijdens bouwprojecten. En wie na een zwangerschap minder wilde werken, kon beter meteen vertrekken. Dat verandert nu, omdat men gaat inzien dat vrouwen vaak kwaliteiten hebben die die kereltjes missen. Ze kunnen voor een cultuuromslag zorgen.

Hier in Delft leren we onze studenten een nieuwe aanpak, maar als ze pech hebben komen ze na een maand op een bouwkeet terecht waar hun voorstellen worden gesmoord met: ‘wij doen het al honderd jaar zo, en jij dus voortaan ook!’ Maar ook dat gaat veranderen. Het rapport is het startpunt.”

Sommige Haagse politici leken erg verbaasd over de kartelvorming, de geheime afspraken. Toch kon je het zien aankomen: Europese regelvorming maakte het traditionele vooroverleg tot ongenoegen van de bouwers illegaal, en vervolgens lonkte het grijze circuit.

,,In Den Haag weet men nauwelijks wat er zich in die wereld afspeelt. En zolang men er niets over hoort, vindt men het wel prima zo. Niemand had er last van. Het ging zijn gangetje wel. Zonder die klokkenluider had het nog een hele tijd kunnen doorgaan.

Nu moet ik wel zeggen dat ik de manier waarop de aanbestedingen gaan bij de Betuwelijn en de HSL ook geldverspillend vind, al is daar geen sprake van fraude. Men huurt bij de HSL peperdure Engelse consultants in die een paar rekensommetjes maken die ik mijn eerstejaars studenten ook wel toevertrouw, en uiteindelijk worden er alsnog rammelende contracten de markt op geslingerd. Het heeft dus ook te maken met een gebrek aan professionaliteit aan de kant van de overheid. Men benadert het niet zakelijk genoeg, bijna hobbyachtig. Dat gebrek aan de professionaliteit kost de belastingbetaler miljarden.”

Prof.dr.ir. Hennes A.J. de Ridder (1947), is sinds 1995 deeltijdhoogleraar integraal ontwerpen bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Hij studeerde en promoveerde (in 1994) in Delft. De Ridder werkte voor HBG onder meer aan de stormvloedkering in de Oosterschelde en als consultant en ontwerper aan diverse projecten in binnen- en buitenland, zoals het Ekofisk Protective Barrier project. Als consultant houdt hij bezig met een aantal Nederlandse projecten, zoals Balgstuw Ramspol, HSL Zuid, de Transrapid zweeftrein, de Tweede Maasvlakte, de Zuidas in Amsterdam en de A4-Noord. Sinds 1999 is De Ridder directeur van De Ridder Consult in Haarlem, onlangs trad hij op als adviseur van de Parlementaire Enquêtecommissie Bouwfraude.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.