Campus

‘Het grootste probleem is het lokaal atomair denken’

‘Tsja, beheerszaak’, klonk er vroeger wel eens als een cvb-lid vond dat een gekozen bestuurder wel wat mocht aanmerken op een reorganisatie, maar zijn mond moest houden over de gevolgen voor het personeel.

Die taaie Delftse traditie van de scheiding van bestuur en beheer lijkt zijn langste tijd te hebben gehad. Met de strategienota is het integraal management afgekondigd. Elektro gaat er een begin mee maken. Dekaan Backer, per 1 augustus benoemd, is de eerste full timer in die functie. Toch is hij nog geen integraal manager. Elektro wil best aan een experiment meewerken, maar allereerst zijn eigen problemen het hoofd bieden.

Tegen de aanduiding ‘beroepsdekaan’ maakt prof.ir. E. Backer bezwaar. ,,Dat suggereert dat de rest van de dekanen amateurs zouden zijn en dat is natuurlijk niet zo. Of, wat ernstiger is, met de term beroepsdekaan geef je de suggestie dat je hem overal vandaan kunt halen en van buiten hier kunt parachuteren”, zegt Backer op bijna verontwaardigde toon. Zelf geeft hij de voorkeur aan ‘full time dekaan’, om hem te onderscheiden van de faculteits-voormannen die naast hun dekanaat ook part time hun werk als hoogleraar in hun vakgroep blijven doen.

De topman van Elektrotechniek, nu als zodanig bezig aan zijn derde werkweek, vindt het een groot voordeel zich volledig te kunnen wijden aan zijn nieuwe functie. ,,Het roulerende part time dekanaatschap zoals we dat al jaren kennen, wordt eerlijk gezegd soms ook wel als corvee beschouwd, een verplichting voor twee jaar waar je helemaal niet om gevraagd hebt. Dat moet natuurlijk niet. Je moet het graag willen doen, met een zeker idealisme, met het gevoel van ik wil er tegenaan.” Overigens was Backer drie jaar geleden ook dekaan; voor een deel van de werkweek en voor twee jaar.

Reden waarom Delfts eerste full timer in die functie niet moet denken aan een van buiten geparachuteerde topbestuurder is dat hij als eerste eis voor zijn baan stelt: ,,Je moet het onderwijs- en onderzoekbloed door je aderen voelen kloppen.” Alleen een docent en onderzoeker in hart en nieren, iemand die de faculteit en de bedrijfscultuur kent als zijn broekszak, kan deze functie vervullen, zo is Backers rotsvaste overtuiging.
Atomair

Waarom heeft Elektro besloten om als eerste faculteit in Delft een hoogleraar volledig vrij te stellen voor deze baan? ,,Het grote probleem van dit moment is het lokaal atomair denken”, zo is Backers diagnose. Zijn parool voor de rest van de jarennegentig luidt: meer samenhang. Elektro kan de neerwaartse ontwikkelingen van steeds minder studenten, krimpende financiële middelen en een ongunstig imago van het vakgebied alleen maar keren als medewerkers niet het deelbelang van hun vakgroep of sectie bovenaan zetten, maar bereid zijn zich in te zetten voor het collectieve belang.

,,Het atomair denken op de werkplek willen we tegengaan door de lokale ambitie te vertalen naar de globale ambitie. Vakgebieden moeten uit hun begrenzing komen en dynamiseren”, meent dekaan Backer. Ook de vier hoofdpijlers binnen Elektro – computerontwikkeling, telecommunicatie, chiptechnologie/Dimes en energietechniek – dienen veel meer dan nu het geval is te integreren. ,,Als we elkaar weten te vinden, biedt dat geweldige mogelijkheden”, verwacht Backer.

Dat heeft alles te maken met de ontwikkelingen in ‘de’ elektronica. De ontwikkeling van nieuwe chips, hoe geavanceerd ook, wordt pas echt interessant wanneer de goede toepassingen ervoor gevonden worden, bijvoorbeeld in digitale interactieve televisie of krachtige computernetwerken. ,,We kunnen in onze afzonderlijke cellen nog zo goed zijn, maar als we de verbindingen niet leggen krijgen we nooit de meerwaarde die nodig is. Het is eigenlijk voortbouwen op wat met de commissie-Beek in gang is gezet: researchgroepen met elkaar in contact laten treden en samenhang aanbrengen om de grote thema’s in wetenschappelijk onderzoek aan te pakken”, stelt Backer. En natuurlijk geldt als afgeleide dat in onderwijs de jonge ingenieur geleerd moet worden de verbindingen te zien tussen de specialismen en dat hij of zij getraind moet worden de afzonderlijke vakken te integreren.

,,Deze faculteit is veranderingsgezind”, weet Backer zeker. En hij lijkt er zich zeer wel bij te voelen daarin voorop te lopen. ,,Mijn motto luidt: begint eer ge bezint. Want als je er eerst lang over gaat nadenken, denk je kapot. Laten we het experiment maar aangaan en aandurven.”

Dat die verandering moet plaatsvinden onder het ongelukkige gesternte van krimpende middelen, en dat er zelfs extra gekrompen zal moeten worden op uitgaven om ruimte te maken voor de investeringen in nieuwe activiteiten, stemt de dekaan niet tot pessimisme. ,,Het is misschien een nare boodschap, maar ik denk dat, als wij de juiste argumenten geven, men het toch positief oppakt.”

,,Maar bedenk wel: het gaat ons er niet om de hele organisatie om te gooien. Veranderen is geen doel op zich. We gaan de mensen in het veld, de onderzoekers, de docenten en hun ondersteuners, eerst anders aanspreken over hoe er meer in samenhang gewerkt kan worden. Als daar vervolgens een andere organisatie uitrolt, oké.” In eerste aanleg wil Backer het contact met de hoogleraren ,,verinnigen” want ,,zij moeten het waarmaken”. ,,We hebben al een keer per maand de hooglerarenlunch. Die gelegenheid gaan we nog meer benutten.”
Niet

Omdat in dat proces alles met alles te maken heeft, meent de faculteit dat daarvoor niet alleen een voltijdse, voor langere tijd benoemde dekaan voor nodig is, maar ook dat de oude scheiding tussen beheer en bestuur wordt opgeheven. Dus hebben de elektronici al maanden geleden het college van bestuurvoorgesteld hun secretaris-beheerder, dr.ir. J. Kapteijn, in het dagelijks bestuur van de faculteit te benoemen. Daarnaast besloten zij de vertegenwoordigers van niet-wetenschappelijk personeel en studenten uit het dagelijks bestuur te zetten en te vervangen door contactpersonen. Volgens Backer zouden die twee groepen er begrip voor tonen dat ,,besturen niet iets is om er een jaartje bij te doen; het bedrijf is daarvoor te groot geworden”. De dekaan denkt dat de ‘aanspreekbaarheid’ voor beide geledingen goed is geregeld.

,,Een voltijdse dekaan en een beheerder in het bestuur, dat is volgens ons nog geen integraal beheer, hoor”, waarschuwt Backer. ,,Ik ben gewoon dekaan, maar dan voltijds en voor ten minste vier jaar. En onze beheerder zit ook in het dagelijks bestuur. Het college van bestuur zou graag zien dat wij het experiment aangaan om te komen tot integraal management. Wij hebben daar dus niet om gevraagd maar wij schuwen dat niet.”

Nadrukkelijk wijst Backer erop dat Elektro weliswaar de stap heeft gezet waarbij ,,het bestuur ook beheert en het beheer ook bestuurt”, maar dat over verdere stappen richting integraal beheer nog gesproken moet worden. ,,Om dat experiment goed te kunnen doen, moet je dat op meer plaatsen doen, ook bij andere faculteiten. Bovendien moet je weten, vooraf, op welke punten of criteria je het experiment wilt beoordelen. En dan moet je nog afspreken wanneer het experiment begint en afloopt.” Die punten wil Backer nog met het cvb bespreken.

Eén punt wil hij vooraf glashelder maken. Een integraal managende dekaan-beheerder krijgt – formeel gezien – voor wat het beheer betreft zijn mandaat van het college van bestuur. Wat Backer betreft zal dat er nooit en te nimmer toe mogen leiden dat Elektro-medewerkers het gevoel krijgen dat daarmee zijn loyaliteit een stuk richting hoofdgebouw schuift. ,,Als in de faculteit het gevoel ontstaat van hij is meer de mandataris van het cvb, dan zou ik het niet goed doen. Er kan geen misvatting over bestaan: ik zit hier voor deze tent. Als representant van deze faculteit, met mijn wortels in het onderwijs en onderzoek hier, kan ik niet anders.”

‘Tsja, beheerszaak’, klonk er vroeger wel eens als een cvb-lid vond dat een gekozen bestuurder wel wat mocht aanmerken op een reorganisatie, maar zijn mond moest houden over de gevolgen voor het personeel. Die taaie Delftse traditie van de scheiding van bestuur en beheer lijkt zijn langste tijd te hebben gehad. Met de strategienota is het integraal management afgekondigd. Elektro gaat er een begin mee maken. Dekaan Backer, per 1 augustus benoemd, is de eerste full timer in die functie. Toch is hij nog geen integraal manager. Elektro wil best aan een experiment meewerken, maar allereerst zijn eigen problemen het hoofd bieden.

Tegen de aanduiding ‘beroepsdekaan’ maakt prof.ir. E. Backer bezwaar. ,,Dat suggereert dat de rest van de dekanen amateurs zouden zijn en dat is natuurlijk niet zo. Of, wat ernstiger is, met de term beroepsdekaan geef je de suggestie dat je hem overal vandaan kunt halen en van buiten hier kunt parachuteren”, zegt Backer op bijna verontwaardigde toon. Zelf geeft hij de voorkeur aan ‘full time dekaan’, om hem te onderscheiden van de faculteits-voormannen die naast hun dekanaat ook part time hun werk als hoogleraar in hun vakgroep blijven doen.

De topman van Elektrotechniek, nu als zodanig bezig aan zijn derde werkweek, vindt het een groot voordeel zich volledig te kunnen wijden aan zijn nieuwe functie. ,,Het roulerende part time dekanaatschap zoals we dat al jaren kennen, wordt eerlijk gezegd soms ook wel als corvee beschouwd, een verplichting voor twee jaar waar je helemaal niet om gevraagd hebt. Dat moet natuurlijk niet. Je moet het graag willen doen, met een zeker idealisme, met het gevoel van ik wil er tegenaan.” Overigens was Backer drie jaar geleden ook dekaan; voor een deel van de werkweek en voor twee jaar.

Reden waarom Delfts eerste full timer in die functie niet moet denken aan een van buiten geparachuteerde topbestuurder is dat hij als eerste eis voor zijn baan stelt: ,,Je moet het onderwijs- en onderzoekbloed door je aderen voelen kloppen.” Alleen een docent en onderzoeker in hart en nieren, iemand die de faculteit en de bedrijfscultuur kent als zijn broekszak, kan deze functie vervullen, zo is Backers rotsvaste overtuiging.
Atomair

Waarom heeft Elektro besloten om als eerste faculteit in Delft een hoogleraar volledig vrij te stellen voor deze baan? ,,Het grote probleem van dit moment is het lokaal atomair denken”, zo is Backers diagnose. Zijn parool voor de rest van de jarennegentig luidt: meer samenhang. Elektro kan de neerwaartse ontwikkelingen van steeds minder studenten, krimpende financiële middelen en een ongunstig imago van het vakgebied alleen maar keren als medewerkers niet het deelbelang van hun vakgroep of sectie bovenaan zetten, maar bereid zijn zich in te zetten voor het collectieve belang.

,,Het atomair denken op de werkplek willen we tegengaan door de lokale ambitie te vertalen naar de globale ambitie. Vakgebieden moeten uit hun begrenzing komen en dynamiseren”, meent dekaan Backer. Ook de vier hoofdpijlers binnen Elektro – computerontwikkeling, telecommunicatie, chiptechnologie/Dimes en energietechniek – dienen veel meer dan nu het geval is te integreren. ,,Als we elkaar weten te vinden, biedt dat geweldige mogelijkheden”, verwacht Backer.

Dat heeft alles te maken met de ontwikkelingen in ‘de’ elektronica. De ontwikkeling van nieuwe chips, hoe geavanceerd ook, wordt pas echt interessant wanneer de goede toepassingen ervoor gevonden worden, bijvoorbeeld in digitale interactieve televisie of krachtige computernetwerken. ,,We kunnen in onze afzonderlijke cellen nog zo goed zijn, maar als we de verbindingen niet leggen krijgen we nooit de meerwaarde die nodig is. Het is eigenlijk voortbouwen op wat met de commissie-Beek in gang is gezet: researchgroepen met elkaar in contact laten treden en samenhang aanbrengen om de grote thema’s in wetenschappelijk onderzoek aan te pakken”, stelt Backer. En natuurlijk geldt als afgeleide dat in onderwijs de jonge ingenieur geleerd moet worden de verbindingen te zien tussen de specialismen en dat hij of zij getraind moet worden de afzonderlijke vakken te integreren.

,,Deze faculteit is veranderingsgezind”, weet Backer zeker. En hij lijkt er zich zeer wel bij te voelen daarin voorop te lopen. ,,Mijn motto luidt: begint eer ge bezint. Want als je er eerst lang over gaat nadenken, denk je kapot. Laten we het experiment maar aangaan en aandurven.”

Dat die verandering moet plaatsvinden onder het ongelukkige gesternte van krimpende middelen, en dat er zelfs extra gekrompen zal moeten worden op uitgaven om ruimte te maken voor de investeringen in nieuwe activiteiten, stemt de dekaan niet tot pessimisme. ,,Het is misschien een nare boodschap, maar ik denk dat, als wij de juiste argumenten geven, men het toch positief oppakt.”

,,Maar bedenk wel: het gaat ons er niet om de hele organisatie om te gooien. Veranderen is geen doel op zich. We gaan de mensen in het veld, de onderzoekers, de docenten en hun ondersteuners, eerst anders aanspreken over hoe er meer in samenhang gewerkt kan worden. Als daar vervolgens een andere organisatie uitrolt, oké.” In eerste aanleg wil Backer het contact met de hoogleraren ,,verinnigen” want ,,zij moeten het waarmaken”. ,,We hebben al een keer per maand de hooglerarenlunch. Die gelegenheid gaan we nog meer benutten.”
Niet

Omdat in dat proces alles met alles te maken heeft, meent de faculteit dat daarvoor niet alleen een voltijdse, voor langere tijd benoemde dekaan voor nodig is, maar ook dat de oude scheiding tussen beheer en bestuur wordt opgeheven. Dus hebben de elektronici al maanden geleden het college van bestuurvoorgesteld hun secretaris-beheerder, dr.ir. J. Kapteijn, in het dagelijks bestuur van de faculteit te benoemen. Daarnaast besloten zij de vertegenwoordigers van niet-wetenschappelijk personeel en studenten uit het dagelijks bestuur te zetten en te vervangen door contactpersonen. Volgens Backer zouden die twee groepen er begrip voor tonen dat ,,besturen niet iets is om er een jaartje bij te doen; het bedrijf is daarvoor te groot geworden”. De dekaan denkt dat de ‘aanspreekbaarheid’ voor beide geledingen goed is geregeld.

,,Een voltijdse dekaan en een beheerder in het bestuur, dat is volgens ons nog geen integraal beheer, hoor”, waarschuwt Backer. ,,Ik ben gewoon dekaan, maar dan voltijds en voor ten minste vier jaar. En onze beheerder zit ook in het dagelijks bestuur. Het college van bestuur zou graag zien dat wij het experiment aangaan om te komen tot integraal management. Wij hebben daar dus niet om gevraagd maar wij schuwen dat niet.”

Nadrukkelijk wijst Backer erop dat Elektro weliswaar de stap heeft gezet waarbij ,,het bestuur ook beheert en het beheer ook bestuurt”, maar dat over verdere stappen richting integraal beheer nog gesproken moet worden. ,,Om dat experiment goed te kunnen doen, moet je dat op meer plaatsen doen, ook bij andere faculteiten. Bovendien moet je weten, vooraf, op welke punten of criteria je het experiment wilt beoordelen. En dan moet je nog afspreken wanneer het experiment begint en afloopt.” Die punten wil Backer nog met het cvb bespreken.

Eén punt wil hij vooraf glashelder maken. Een integraal managende dekaan-beheerder krijgt – formeel gezien – voor wat het beheer betreft zijn mandaat van het college van bestuur. Wat Backer betreft zal dat er nooit en te nimmer toe mogen leiden dat Elektro-medewerkers het gevoel krijgen dat daarmee zijn loyaliteit een stuk richting hoofdgebouw schuift. ,,Als in de faculteit het gevoel ontstaat van hij is meer de mandataris van het cvb, dan zou ik het niet goed doen. Er kan geen misvatting over bestaan: ik zit hier voor deze tent. Als representant van deze faculteit, met mijn wortels in het onderwijs en onderzoek hier, kan ik niet anders.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.