Campus

Grappen en grollen kunnen geen kwaad

Vriendelijk zijn en hart voor je vak hebben, is niet genoeg om een zaal studenten te boeien. Getalenteerde docenten verklappen hoe dat wel moet: bonuspunten, moppen en af en toe een stunt.

br />
,,De mobiel van een meisje in de collegezaal ging voor de derde keer af en toen heb ik hem voor haar opgenomen. Door mijn microfoontje hoorde iedereen een bronstige minnaar vertellen dat het ‘heerlijk was geweest’.” Sindsdien gaat bij de colleges van prof.dr. J.W. Drukker nooit meer een telefoon af.

Samen met zijn assistent dr. De Rijk doceert Drukker het populaire vak designgeschiedenis aan de subfaculteit Industrieel Ontwerpen. Volgens de twee dankt het college zijn populariteit aan het samenspel: de Rijk en Drukker vullen elkaar naadloos aan. Ze spreken elkaar echter ook regelmatig tegen. Dat levert gewenste verwarring: ,,Bij geschiedenis bestaat er niet één waarheid.”

Natuurlijk kennen zij de standaardtrucjes van elke zeepkistpoliticus: door je verhaal aan één student te vertellen, voelt iedereen zich persoonlijk aangesproken. Is die student spontaan, dan kan door regelmatige opmerkingen of vragen een goede interactie met de zaal ontstaan. Wordt hij daarentegen zenuwachtig van de aandacht, dan moet je onmiddellijk een ander toespreken. De Rijk voegt toe: ,,Verder is het een klassieke fout om te veel te willen vertellen.”

Humor

Stoorzenders beschouwt Drukker als een infectieziekte: zodra één student door het rumoer niets kan horen gaat hij met een ander kletsen. Met lolligheid kun je het gekeuvel niet voorkomen, want studenten worden steeds kritischer. ,,Vroeger was het belangrijk dat je colleges lollig waren, tegenwoordig denken studenten: als ik wil lachen ga ik wel naar Youp van het Hek. Ze willen geen colleges volgen waar ze niets van opsteken”, aldus Drukker. Toch is het duo niet vies van humor, want met een beetje entertainen worden studenten wel enthousiaster voor het vak. Drukker: ,,Kijk, je kunt natuurlijk een avondje Big Brother of De Bus kijken, maar wij laten ze zien dat design veel leuker is.”

Sheets, soms cryptisch, soms schools, dia’s en filmpjes maken ook deel uit van het arsenaal ondersteunende elementen. Zorgvuldige voorbereiding vinden Drukker en De Rijk vanzelfsprekend en de tocht naar originele toevoegingen aan colleges gaat altijd door. Een primeur van Drukker: ,,We zijn momenteel bezig met het uitzoeken van muziek die we zullen draaien voor aanvang van het college en in de pauze. De muziek stemmen we af op de periode die we behandelen.”

Huiswerk

,,Mijn vader verbaasde zich ooit over het bridgetalent van mijn net studerende zusje: bleek dat ze oefende tijdens de colleges calvinistische wijsbegeerte!” Dr.ir. W. Crans, docent aan de subfaculteit Elektrotechniek, houdt studenten beter bij de les: hij trekt volle zalen voor zijncollege vaste stof fysica. Interactie is er volop: Crans looft bonuspunten uit aan studenten die tijdens college vragen beantwoorden en die de huiswerkoefeningen inleveren. Aan het eind van het blok wordt degene met de meeste punten verkozen tot ‘Mister vaste stof fysica’. Naast de fikse ophoging van het tentamencijfer mag hij een boekenbon en een eervolle vermelding in ontvangst nemen.

Crans verwijst naar de filosofen op de markten van Athene om mensen te overtuigen van het belang van hoorcolleges. ,,Het is een moeilijk vak en ik wil voelen dat studenten meedenken. Dat ze op deze manier veel punten bij elkaar kunnen sparen, vind ik niet erg.” Crans beschouwt zijn puntensysteem als een alternatief voor de ‘5-regeling’ die door zijn collega’s wordt gehanteerd: ,,Een student die voor mijn tentamen een vijf haalt, heeft geen recht op een mondelinge herkansing, want hij krijgt genoeg kansen om tijdens de colleges een ophoging te verdienen.”

Simpel

Gepensioneerd prof.ir. W.J. Beranek, oud-docent krachtswerking, liep ooit over een krakende balk van één tafel naar de volgende om doorbuiging aan te tonen: ,,Mijn hele lijf zei ga terug, terug. Studenten vinden dat natuurlijk schitterend!” Hij verraste zijn toehoorders regelmatig met heuse stunts, om de werking van mechanica te laten zien, niet alleen uit te leggen. ,,De mens heeft geen natuurlijke feeling voor dit vak. Daarom laat ik zien wat er gebeurt aan de hand van eenvoudige speelmodellen met overdreven vervormingen. Bovendien studeer je bouwkunde om te ontwerpen, niet om te rekenen. De wiskunde moet dus zo simpel mogelijk worden gehouden.”

Om onderhoudend college te kunnen geven is ‘je vak leuk vinden’ één van de vereisten volgens Beranek. ,,Verder moet je de stof goed beheersen en volledig jezelf zijn. Wat er ook in de zaal gebeurt, je mag niet van slag raken.”

Voor de experimenten was altijd een aantal proefopstellingen nodig. Beranek werd dan ook trouw vergezeld door zijn assistent ir.G.J. Hobbelman en een kar beladen met attributen. Beranek bouwde ooit een blokkentoren die zo hoog was dat hij op tafel moest staan om verder te bouwen: ,,Grappen en grollen kunnen natuurlijk geen kwaad.”

Zijn ogenschijnlijk spontane colleges waren altijd goed voorbereid, grote delen schreef hij in spreektaal uit, ook de grappen. ,,Ik kon dat natuurlijk niet zomaar voorlezen, dan zou het droge gort worden.” Overigens gelooft hij dat de gedegen voorbereiding de kwaliteit van zijn presentatie ten goede kwam. ,,Het niveau van een mop kan worden bepaald door één woord. Je moet wel je best doen, het is je enige contact met de studenten.”

Vriendelijk zijn en hart voor je vak hebben, is niet genoeg om een zaal studenten te boeien. Getalenteerde docenten verklappen hoe dat wel moet: bonuspunten, moppen en af en toe een stunt.

,,De mobiel van een meisje in de collegezaal ging voor de derde keer af en toen heb ik hem voor haar opgenomen. Door mijn microfoontje hoorde iedereen een bronstige minnaar vertellen dat het ‘heerlijk was geweest’.” Sindsdien gaat bij de colleges van prof.dr. J.W. Drukker nooit meer een telefoon af.

Samen met zijn assistent dr. De Rijk doceert Drukker het populaire vak designgeschiedenis aan de subfaculteit Industrieel Ontwerpen. Volgens de twee dankt het college zijn populariteit aan het samenspel: de Rijk en Drukker vullen elkaar naadloos aan. Ze spreken elkaar echter ook regelmatig tegen. Dat levert gewenste verwarring: ,,Bij geschiedenis bestaat er niet één waarheid.”

Natuurlijk kennen zij de standaardtrucjes van elke zeepkistpoliticus: door je verhaal aan één student te vertellen, voelt iedereen zich persoonlijk aangesproken. Is die student spontaan, dan kan door regelmatige opmerkingen of vragen een goede interactie met de zaal ontstaan. Wordt hij daarentegen zenuwachtig van de aandacht, dan moet je onmiddellijk een ander toespreken. De Rijk voegt toe: ,,Verder is het een klassieke fout om te veel te willen vertellen.”

Humor

Stoorzenders beschouwt Drukker als een infectieziekte: zodra één student door het rumoer niets kan horen gaat hij met een ander kletsen. Met lolligheid kun je het gekeuvel niet voorkomen, want studenten worden steeds kritischer. ,,Vroeger was het belangrijk dat je colleges lollig waren, tegenwoordig denken studenten: als ik wil lachen ga ik wel naar Youp van het Hek. Ze willen geen colleges volgen waar ze niets van opsteken”, aldus Drukker. Toch is het duo niet vies van humor, want met een beetje entertainen worden studenten wel enthousiaster voor het vak. Drukker: ,,Kijk, je kunt natuurlijk een avondje Big Brother of De Bus kijken, maar wij laten ze zien dat design veel leuker is.”

Sheets, soms cryptisch, soms schools, dia’s en filmpjes maken ook deel uit van het arsenaal ondersteunende elementen. Zorgvuldige voorbereiding vinden Drukker en De Rijk vanzelfsprekend en de tocht naar originele toevoegingen aan colleges gaat altijd door. Een primeur van Drukker: ,,We zijn momenteel bezig met het uitzoeken van muziek die we zullen draaien voor aanvang van het college en in de pauze. De muziek stemmen we af op de periode die we behandelen.”

Huiswerk

,,Mijn vader verbaasde zich ooit over het bridgetalent van mijn net studerende zusje: bleek dat ze oefende tijdens de colleges calvinistische wijsbegeerte!” Dr.ir. W. Crans, docent aan de subfaculteit Elektrotechniek, houdt studenten beter bij de les: hij trekt volle zalen voor zijncollege vaste stof fysica. Interactie is er volop: Crans looft bonuspunten uit aan studenten die tijdens college vragen beantwoorden en die de huiswerkoefeningen inleveren. Aan het eind van het blok wordt degene met de meeste punten verkozen tot ‘Mister vaste stof fysica’. Naast de fikse ophoging van het tentamencijfer mag hij een boekenbon en een eervolle vermelding in ontvangst nemen.

Crans verwijst naar de filosofen op de markten van Athene om mensen te overtuigen van het belang van hoorcolleges. ,,Het is een moeilijk vak en ik wil voelen dat studenten meedenken. Dat ze op deze manier veel punten bij elkaar kunnen sparen, vind ik niet erg.” Crans beschouwt zijn puntensysteem als een alternatief voor de ‘5-regeling’ die door zijn collega’s wordt gehanteerd: ,,Een student die voor mijn tentamen een vijf haalt, heeft geen recht op een mondelinge herkansing, want hij krijgt genoeg kansen om tijdens de colleges een ophoging te verdienen.”

Simpel

Gepensioneerd prof.ir. W.J. Beranek, oud-docent krachtswerking, liep ooit over een krakende balk van één tafel naar de volgende om doorbuiging aan te tonen: ,,Mijn hele lijf zei ga terug, terug. Studenten vinden dat natuurlijk schitterend!” Hij verraste zijn toehoorders regelmatig met heuse stunts, om de werking van mechanica te laten zien, niet alleen uit te leggen. ,,De mens heeft geen natuurlijke feeling voor dit vak. Daarom laat ik zien wat er gebeurt aan de hand van eenvoudige speelmodellen met overdreven vervormingen. Bovendien studeer je bouwkunde om te ontwerpen, niet om te rekenen. De wiskunde moet dus zo simpel mogelijk worden gehouden.”

Om onderhoudend college te kunnen geven is ‘je vak leuk vinden’ één van de vereisten volgens Beranek. ,,Verder moet je de stof goed beheersen en volledig jezelf zijn. Wat er ook in de zaal gebeurt, je mag niet van slag raken.”

Voor de experimenten was altijd een aantal proefopstellingen nodig. Beranek werd dan ook trouw vergezeld door zijn assistent ir.G.J. Hobbelman en een kar beladen met attributen. Beranek bouwde ooit een blokkentoren die zo hoog was dat hij op tafel moest staan om verder te bouwen: ,,Grappen en grollen kunnen natuurlijk geen kwaad.”

Zijn ogenschijnlijk spontane colleges waren altijd goed voorbereid, grote delen schreef hij in spreektaal uit, ook de grappen. ,,Ik kon dat natuurlijk niet zomaar voorlezen, dan zou het droge gort worden.” Overigens gelooft hij dat de gedegen voorbereiding de kwaliteit van zijn presentatie ten goede kwam. ,,Het niveau van een mop kan worden bepaald door één woord. Je moet wel je best doen, het is je enige contact met de studenten.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.