Opinie

Gevaar

De afgelopen jaren hebben zich nogal wat ontwikkelingen voorgedaan waar je als (beleids)medewerker op de TU behoorlijk bang van kunt worden. Om te beginnen was daar de moordpartij op Virginia Tech.

Het besef ontstond hierdoor dat ook op het Mekelpark studenten van het pad kunnen raken. Vervolgens was er het moderne migratiebeleid, waarbij vooral naar niet-westerse studenten gekeken werd als potentieel gevaar voor de veiligheid. Niet echt geruststellend, gezien het aantal uitwisselingsprogramma’s van de TU. Als je daarnaast beseft dat we een reactorinstituut hebben en een tiental laboratoria met gevaarlijke stoffen, is het eigenlijk een wonder dat wij nog steeds rustig ons werk doen. Met al die potentiële gevaren waren er voor mij echter steeds twee geruststellende factoren: de altijd waakzame en vriendelijke portiers van het CiTG-gebouw, en de wetenschap dat de manager veiligheid vier deuren verder zetelt. Zelfs toen Bouwkunde brandde voelden wij beleidsmedewerkers ons op de vijfde verdieping van CiTG redelijk veilig. De snor, bril en jarenlange politie-ervaring van onze veiligheidsman stelden mij altijd weer gerust. Tot wij vorige week gingen verhuizen naar 3mE. Niet alleen zijn wij onze vaste routine, collega’s en veiligheidsman kwijt; ook bleken onze plantjes achter te moeten blijven in verband met uw en onze veiligheid. Wie er verantwoordelijk voor is weten we niet, maar het was ons ten strengste verboden onze plantjes mee te nemen. Er zouden wel eens ziektes en schimmels overgedragen kunnen worden van het ene naar het andere gebouw. Tja. Meestal is mijn directie redelijk dienstbaar. Maar dit keer brak er een kleine opstand uit en zijn de plantjes persoonlijk verhuisd. Hierbij het besmettingsgevaar negerend. Mocht je komende periode verdachte personen planten zien besnuffelen in de buurt van het college van bestuur, is het niet nodig om actie te nemen. Het zijn beleidsmedewerkers die moeten acclimatiseren. Rustig laten snuffelen. 

Een teleurgestelde kat op je scherm. Dat krijg je ervan als je je te buiten gaat aan friet en je deelnemer bent aan dr. Olivier Blanson Henkemans experiment (Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica). De iCat is misschien maar een animatiepoes, hij motiveert mensen echt, zegt de onderzoeker die vorige week promoveerde.
Blanson Henkemans liet 118 mensen met overgewicht vier weken lang een dagboek invullen over hun voeding en beweging. Een aantal van hen kreeg reactie in tekst, anderen kregen de iCat in beeld. Met een verdrietig, blij of neutraal gezicht. Degenen met een emotioneel katje hielden hun dagboek beter bij en vielen meer af. Blanson Henkemans conclusie: een persoonlijke computerassistent helpt.
“Door de vergrijzing zijn er steeds meer mensen met chronische ziektes als diabetes, dementie of astma. Tegelijk is er een tekort aan arbeidskrachten in de zorg”, illustreert Blanson Henkemans. “Een van de manieren om iets te doen aan die disbalans, is patiënten meer de regie te geven over hun gezondheid en behandeling. Bijvoorbeeld met computerondersteuning.”
Iemand met diabetes moet bijvoorbeeld goed op zijn voeding letten, genoeg bewegen, glucose meten en insuline spuiten, vertelt de onderzoeker. Door een diabeet een dagboek te laten invullen, krijgt hij meer kennis over zijn eigen ziekte. Andere voorbeelden van eHealth – zoals ict in de zorg ook wel wordt genoemd – zijn consults bij artsen via mail of videoverbinding of sensoren in huis die het registreren als de bewoner valt.
Wat Blanson Henkemans betreft is eHealth niet bedoeld om de patiënt zijn eigen arts te laten vervangen. “Het zorgt ervoor dat de patiënt meer kennis ontwikkelt. Daardoor kan hij gelijkwaardiger met zijn arts overleggen en is hij uiteindelijk gezonder. Zo zal hij zijn arts waarschijnlijk minder nodig hebben.”
Voor Blanson Henkemans aan zijn onderzoek begon, bestond er al het vermoeden dat een Persoonlijke Computerassistent (PCA) – zoals de iCat uit zijn experiment – zelfzorg met eHealth-toepassingen verbetert. Een PCA kan helpen bij het gebruik van medische instrumenten thuis en ervoor zorgen dat de patiënt trouw zijn behandeling volgt. Maar hoe streng moeten die PCA’s zijn? En hoe moeten ze eruit zien?
Om achter de eisen aan een PCA te komen, deed Blanson Henkemans verschillende experimenten. Bij TNO, waar hij naast zijn promotie werkte en nu nog werkzaam is, zette hij zijn proefpersonen in het experience lab. “Dat is een huiselijke omgeving waar we natuurlijk gedrag kunnen uitlokken. De patiënt zat in een huiskamer waar wij hem goed konden observeren.”
De glucosemeter van een oudere suikerziektepatiënt werkt niet goed meer en is toe aan een schoonmaakbeurt. De patiënt krijgt hulp van zijn PCA en kan ook een technisch expert bellen, een jonger persoon met meer gevoel voor technologie en een PCA om hem te helpen. Dit is een van de scenario’s in de laboratoriumhuiskamer.
“De oudere patiënt had meer behoefte aan een PCA met een coöperatieve stijl”, concludeert Blanson Henkemans. “Ouderen hebben nog weinig inzicht en willen vooral leren hoe het moet.” De jongere experts wilden snel weten wat er moest gebeuren. Ze hadden liever een directieve PCA die kort maar krachtig opdrachten geeft. “In die combinatie van feedbackstijlen bleken de deelnemers ook het snelst het probleem op te lossen.”
Om te zorgen dat patiënten trouw hun zorgtaken uitvoeren en hun gezondheidsdagboek invullen, bleek in andere experimenten de coachende PCA het beste te werken. Tenzij de gebruiker zich ziek voelt. Dan heeft hij meer behoefte aan een duidelijke opdracht dan een suggestie van zijn assistent. “Die aanpassing kun je inbouwen. De assistent kan uit het dagboek afleiden hoe de patiënt zich voelt en daar zijn stijl op aanpassen.”
Wie een eHealth-toepassing wil inzetten, doet er goed aan een persoonlijke assistent in te bouwen, concludeert Blanson Henkemans. Een die je helpt en aanmoedigt. Die weet hoe je je voelt en daar rekening mee houdt als hij je benadert. “Dus niet zoiets als de paperclip van Windows, die op de meest onmogelijke momenten advies geeft waar je niet op zit te wachten. Dat is een desastreus voorbeeld van een assistent. Een PCA moet afgestemd zijn op de persoon die hij bijstaat.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.