Opinie

Generaliseren

,,Ik heb de senaat aan de lijn. Hoe laat is het?” Acht mensen in de bestuurskamers van Virgiel kijken naar de klok aan de muur.

Het is vijf voor tien. Zeven beteuterde gezichten en één triomferende glimlach, de winnaar van de weddenschap. Elk jaar worden er in de Owee weddenschappen afgesloten op het precieze tijdstip dat het corps zal opbellen om te klagen. Meestal bellen ze dinsdag rond een uur of tien om te klagen over de verzonnen verhaaltjes die worden rondgestrooid over hun vereniging.

Dit jaar is het anders. Dit jaar bellen ze rond een uur of tien om te klagen over de waargebeurde verhaaltjes die worden rondgestrooid over hun vereniging. ‘Houd het in godsnaam bij die gelogen roddels’, smeken ze. Die zijn tenminste nog redelijk; de fantasie gaat lang niet zo ver als de realiteit. Dat de eerstejaars meisjes een met boter ingesmeerde paal moeten nemen en naakt over de markt moeten rennen kan iedereen verzinnen, maar dat zij door huisgenoten verkracht worden komt bij geen normaal mens op.

Het telefoontje helpt niet. Ook daarna blijven Virgilianen en Jansbruggers de gezellig a-relaxte sfeer op sociëteit Phoenix verpesten. De volgende dag hangt er dan ook een een bordje bij de ingang: ‘Slegs vir leeden’. Nou goed, dat bordje hing er niet, maar ik denk dat ze wel zoiets bedoelden toen ze me naar buiten sloegen.

Ik weet het, dacht ik terwijl ik langs de uitsmijter vloog. Je mag nooit generaliseren. Er zijn altijd uitzonderingen. Een hele groep mensen tot karikatuur laten verschrompelen, dat is een bijzonder slechte gewoonte. Duitsers hebben er ook altijd een handje van. Nee, ik zal nooit generaliseren, en aangezien dat op zichzelf al een generalisatie is, heb ik geloof ik gelijk als ik af en toe toch een klein beetje generaliseer.

Alle corpspikken zijn fout. Het zijn net voetbalsupporters. Ze zingen, zuipen en slaan elkaar in elkaar. Ze slopen fietsen en elkaar. Ze gooien mensen in de gracht, stenen door autoruiten en suiker in je benzine, bijvoorbeeld als je iets over hen zegt of schrijft wat fout maar waar is (ik heb m’n rode Dafje voor de zekerheid maar gecamoufleerd met hun lustrumstickers en voor het huis van m’n buurman gezet). Voetbalsupporters: als groep zijn het duizend helden, maar alleen duizend natte winden. Dat klopt dus wel.

Zei die voorzitter het ook niet in de Owee-krant? Op de vraag waarover het meest gesproken wordt op de zaak antwoordde hij: ‘Voetbal natuurlijk’. Dat kan een amicale poging zijn de patatgeneratie naar de mond te praten, maar laten we aannemen dat Delftenaren nooit liegen in de Owee-periode. Bovendien las ik ooit een stukje waarin iets vergelijkbaars werd gezegd. Iets over leden van het corps die zich zo goed gedragen in de snackbar, zo onopvallend proleterig zeg maar. Dat is natuurlijk een mooi compliment. De klassenstrijd is definitief voorbij; de elite is vrijwillig in de beerput gedoken. Arbeiders en kapitalisten slaan de handen in elkaar en vormensamen een grijze vormeloze drab.

Consequentie is natuurlijk wel dat Ritzen gelijk heeft als hij zegt dat er op de universiteit mensen rondlopen die er niet thuishoren. Nu weten we wie hij bedoelt. En dat komt heus niet omdat hij zelf bij de papen heeft gezeten.

,,Ik heb de senaat aan de lijn. Hoe laat is het?” Acht mensen in de bestuurskamers van Virgiel kijken naar de klok aan de muur. Het is vijf voor tien. Zeven beteuterde gezichten en één triomferende glimlach, de winnaar van de weddenschap. Elk jaar worden er in de Owee weddenschappen afgesloten op het precieze tijdstip dat het corps zal opbellen om te klagen. Meestal bellen ze dinsdag rond een uur of tien om te klagen over de verzonnen verhaaltjes die worden rondgestrooid over hun vereniging.

Dit jaar is het anders. Dit jaar bellen ze rond een uur of tien om te klagen over de waargebeurde verhaaltjes die worden rondgestrooid over hun vereniging. ‘Houd het in godsnaam bij die gelogen roddels’, smeken ze. Die zijn tenminste nog redelijk; de fantasie gaat lang niet zo ver als de realiteit. Dat de eerstejaars meisjes een met boter ingesmeerde paal moeten nemen en naakt over de markt moeten rennen kan iedereen verzinnen, maar dat zij door huisgenoten verkracht worden komt bij geen normaal mens op.

Het telefoontje helpt niet. Ook daarna blijven Virgilianen en Jansbruggers de gezellig a-relaxte sfeer op sociëteit Phoenix verpesten. De volgende dag hangt er dan ook een een bordje bij de ingang: ‘Slegs vir leeden’. Nou goed, dat bordje hing er niet, maar ik denk dat ze wel zoiets bedoelden toen ze me naar buiten sloegen.

Ik weet het, dacht ik terwijl ik langs de uitsmijter vloog. Je mag nooit generaliseren. Er zijn altijd uitzonderingen. Een hele groep mensen tot karikatuur laten verschrompelen, dat is een bijzonder slechte gewoonte. Duitsers hebben er ook altijd een handje van. Nee, ik zal nooit generaliseren, en aangezien dat op zichzelf al een generalisatie is, heb ik geloof ik gelijk als ik af en toe toch een klein beetje generaliseer.

Alle corpspikken zijn fout. Het zijn net voetbalsupporters. Ze zingen, zuipen en slaan elkaar in elkaar. Ze slopen fietsen en elkaar. Ze gooien mensen in de gracht, stenen door autoruiten en suiker in je benzine, bijvoorbeeld als je iets over hen zegt of schrijft wat fout maar waar is (ik heb m’n rode Dafje voor de zekerheid maar gecamoufleerd met hun lustrumstickers en voor het huis van m’n buurman gezet). Voetbalsupporters: als groep zijn het duizend helden, maar alleen duizend natte winden. Dat klopt dus wel.

Zei die voorzitter het ook niet in de Owee-krant? Op de vraag waarover het meest gesproken wordt op de zaak antwoordde hij: ‘Voetbal natuurlijk’. Dat kan een amicale poging zijn de patatgeneratie naar de mond te praten, maar laten we aannemen dat Delftenaren nooit liegen in de Owee-periode. Bovendien las ik ooit een stukje waarin iets vergelijkbaars werd gezegd. Iets over leden van het corps die zich zo goed gedragen in de snackbar, zo onopvallend proleterig zeg maar. Dat is natuurlijk een mooi compliment. De klassenstrijd is definitief voorbij; de elite is vrijwillig in de beerput gedoken. Arbeiders en kapitalisten slaan de handen in elkaar en vormensamen een grijze vormeloze drab.

Consequentie is natuurlijk wel dat Ritzen gelijk heeft als hij zegt dat er op de universiteit mensen rondlopen die er niet thuishoren. Nu weten we wie hij bedoelt. En dat komt heus niet omdat hij zelf bij de papen heeft gezeten.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.