Opinie

Gastcolumn

Een pilsje op de studievrijheid Het is een zwoele decemberavond. In de zalen van de Zaak is het druk. Boven in de Bibliotheek van de sociëteit organiseert Debating het jaarlijks terugkerende onderwijsdebat.

De voorzitter van het college van bestuur van Leiden, de heer Vredevoogd, zal vanavond met leden debatteren over verschillende onderwerpen uit de universiteitspolitiek. Het eerste onderwerp dat hij aansnijdt, het bindend studieadvies, is meteen in de roos. De leden happen en de rest van de onderwerpen komt dan ook via een omweg steeds weer hierop terug.

In Leiden is sinds dit jaar het bindend studieadvies ingevoerd. Eerstejaars die aan het eind van het collegejaar minder dan 21 studiepunten hebben, krijgen een negatief advies en moeten hun studie aan een andere universiteit voortzetten. Aan de andere kant ‘helpt’ de universiteit de eerstejaars met een intensieve begeleiding bij de studie om een positief advies te krijgen.

De TU Delft heeft haar Leidse zuster (nog) niet gevolgd. Gelukkig maar. Het principe van bindend studieadvies na het eerste jaar is er weer één in de rij van maatregels die het unieke studieklimaat in Nederland verandert in een schoolse kweekvijver voor standaard academici – laat staan dat het getuigt van enig besef van het leven van een eerstejaars.

De net uitgevlogen eerstejaars moet voor het eerst op eigen benen staan. Hij komt in een nieuwe stad, krijgt een nieuw thuis, leert veel nieuwe mensen kennen en begint ook een nieuwe studie. Een eerstejaars is niet zielig, geen Remy, nee. Er zijn echter wel zoveel nieuwe zaken die zijn aandacht vragen, dat de extra druk, die het bindend studieadvies op hem legt, hem niet ten goede komt. Studiebegeleiding lost dit niet op. Een eerstejaars is jong en wil wat. Hij experimenteert met zijn nieuw verworven ‘vrijheid’ en daarbij is het niet uitgesloten dat hij een misstap begaat.

Wanneer die misstap de studie betreft, is het wel erg cru om dat af te straffen met verwijdering van de universiteit. Het net opgebouwde sociale leven wordt daardoor in één klap weggevaagd en moet in een andere stad opnieuw worden neergezet. Iets dat zo op het eerste gezicht niet zeer bevorderend voor de studie zal zijn. Studeren is niet alleen een proces van leren, maar ook een proces van ontwikkeling van geest en volwassen worden. Een oud cliché, maar wel één met een kern van waarheid. Het is van belang om daar tijdens de studie ruimte voor te geven, ook in het eerste jaar, en de studie niet te schools te maken door intensieve begeleiding.

Het is begrijpelijk dat universiteiten de doorstroom van studenten door het studieprogramma willen versnellen. Daarnaast is het zowel voor de universiteit als voor de student goed om te kijken of iedereen bij de juiste studie zit. Bindend studieadvies in het eerste jaar is daar echter geen goed middel voor. Veel redelijker is het om te eisen dat een student na twee jaar zijn Pheeft gehaald. Hiermee geef je de ruimte aan de student om zijn draai te vinden en pik je de studenten eruit die of niet geschikt zijn voor hun studie of überhaupt niet geschikt zijn voor studeren.

Het debat is afgelopen, de leden praten nog wat na met de heer Vredevoogd. Ik ga weer naar beneden en drink aan het Buffet met mijn Senaat een pilsje op de studievrijheid die wij in Delft nog hebben.

Wessel van Soest

De auteur is president van de Senaat van het Delftsch Studenten Corps. Voor de volgende gastcolumn, die op 2 april verschijnt, heeft hij als auteur aangezocht dr. N. de Voogd, voorzitter van het college van bestuur.

Het is een zwoele decemberavond. In de zalen van de Zaak is het druk. Boven in de Bibliotheek van de sociëteit organiseert Debating het jaarlijks terugkerende onderwijsdebat. De voorzitter van het college van bestuur van Leiden, de heer Vredevoogd, zal vanavond met leden debatteren over verschillende onderwerpen uit de universiteitspolitiek. Het eerste onderwerp dat hij aansnijdt, het bindend studieadvies, is meteen in de roos. De leden happen en de rest van de onderwerpen komt dan ook via een omweg steeds weer hierop terug.

In Leiden is sinds dit jaar het bindend studieadvies ingevoerd. Eerstejaars die aan het eind van het collegejaar minder dan 21 studiepunten hebben, krijgen een negatief advies en moeten hun studie aan een andere universiteit voortzetten. Aan de andere kant ‘helpt’ de universiteit de eerstejaars met een intensieve begeleiding bij de studie om een positief advies te krijgen.

De TU Delft heeft haar Leidse zuster (nog) niet gevolgd. Gelukkig maar. Het principe van bindend studieadvies na het eerste jaar is er weer één in de rij van maatregels die het unieke studieklimaat in Nederland verandert in een schoolse kweekvijver voor standaard academici – laat staan dat het getuigt van enig besef van het leven van een eerstejaars.

De net uitgevlogen eerstejaars moet voor het eerst op eigen benen staan. Hij komt in een nieuwe stad, krijgt een nieuw thuis, leert veel nieuwe mensen kennen en begint ook een nieuwe studie. Een eerstejaars is niet zielig, geen Remy, nee. Er zijn echter wel zoveel nieuwe zaken die zijn aandacht vragen, dat de extra druk, die het bindend studieadvies op hem legt, hem niet ten goede komt. Studiebegeleiding lost dit niet op. Een eerstejaars is jong en wil wat. Hij experimenteert met zijn nieuw verworven ‘vrijheid’ en daarbij is het niet uitgesloten dat hij een misstap begaat.

Wanneer die misstap de studie betreft, is het wel erg cru om dat af te straffen met verwijdering van de universiteit. Het net opgebouwde sociale leven wordt daardoor in één klap weggevaagd en moet in een andere stad opnieuw worden neergezet. Iets dat zo op het eerste gezicht niet zeer bevorderend voor de studie zal zijn. Studeren is niet alleen een proces van leren, maar ook een proces van ontwikkeling van geest en volwassen worden. Een oud cliché, maar wel één met een kern van waarheid. Het is van belang om daar tijdens de studie ruimte voor te geven, ook in het eerste jaar, en de studie niet te schools te maken door intensieve begeleiding.

Het is begrijpelijk dat universiteiten de doorstroom van studenten door het studieprogramma willen versnellen. Daarnaast is het zowel voor de universiteit als voor de student goed om te kijken of iedereen bij de juiste studie zit. Bindend studieadvies in het eerste jaar is daar echter geen goed middel voor. Veel redelijker is het om te eisen dat een student na twee jaar zijn Pheeft gehaald. Hiermee geef je de ruimte aan de student om zijn draai te vinden en pik je de studenten eruit die of niet geschikt zijn voor hun studie of überhaupt niet geschikt zijn voor studeren.

Het debat is afgelopen, de leden praten nog wat na met de heer Vredevoogd. Ik ga weer naar beneden en drink aan het Buffet met mijn Senaat een pilsje op de studievrijheid die wij in Delft nog hebben.

Wessel van Soest

De auteur is president van de Senaat van het Delftsch Studenten Corps. Voor de volgende gastcolumn, die op 2 april verschijnt, heeft hij als auteur aangezocht dr. N. de Voogd, voorzitter van het college van bestuur.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.