Campus

Fax van verre

Huib Burger, vijfdejaars bouwkunde, studeert een half jaar in Weimar aan de Bauhaus-Universität Weimar.Duitsers pünktlich? Het voormalige Oost-Duitsland is vooral bureaucratisch.

Gelukkig ben ik een Nederlander en spreek ik redelijk goed Duits. De paperassen van de verschillende Ausländeramten waren dus nog redelijk door te werken. Daarmee heb ik de vele Spanjaarden geholpen die bij aankomst geen woord Duits spreken.

Maar bureaucratie is niet hetgeen waarom Weimar bekend staat.

Weimar, bekend door Goethe, is een klein stadje (60.000 inwoners), dat altijd relatief welvarend is geweest voor dit deel van Duitsland. Het is voor 1999, toen het Culturele Hoofdstad van Europa was, opgekalefaterd en weinig herinnert nog aan het DDR-verleden.

Maar voor mij veel belangrijker is de Bauhaus-Universität. Hier studeren zo’n drieduizend studenten Architektur, Gestaltung (IO), Media-Kultur, Freie Kunst en Bauingenieurwesen. De laatste is, in tegenstelling tot in Delft, het buitenbeentje, want de Weimarse student voelt zich kunstzinnig.

Dit kunstzinnige uit zich in een bijna wekelijkse expositie door studenten. Dit gaat gepaard met gratis wijn of halve liters bier. Feestjes dus, want studeren moet gevierd worden. Erasmus-studenten houden niet van de drie (open) gevestigde studentenverenigingen, dus ik bezoek vooral veel huisfeesten. Sommige huizen houden er wel vier per jaar! Waarom zou je vijf jaar over je studie doen als je er ook minstens acht over kan doen? Van prestatiebeurs heeft men in Weimar nooit gehoord.

De studenten komen uit heel Duitsland en zijn dus niet erg ‘Oost-Duits’. Ze passen zich echter snel aan aan de heersende cultuur van ‘alternatief en artistiek’. Aanvankelijk leek het moeilijk contact met ze te krijgen, maar naar gelang ik op de vele party’s steeds dezelfde mensen tegenkom en mijn Duits beter wordt, begin ik me meer thuis te voelen. Duitsers blijken, in tegenstelling tot de Nederlandse vooroordelen, heel aardig. In Weimar zijn de studenten zelfs veel toleranter dan in het conservatieve Delft.

Ontwerpen met ze blijkt een stuk moeilijker, maar ik denk dat dat het probleem van de Erasmus-student is. Een botsing tussen culturen lijkt daarbij onvermijdelijk. Echt interessant wordt het echter pas als Bulgaren, Slovenen en Macedoniërs beginnen te ruziën over welk stuk land aan wie behoort…

Maar de meeste vrienden heb ik toch gemaakt met Erasmus-studenten, die werkelijk van overal ter wereld komen. Dit semester zijn het er slechts veertig, ik heb ze dus allemaal kunnen leren kennen. Zoveel vrienden maak je niet vaak in een half jaar en zo veel vakantieplannen heb ik nog nooit gehad voor de zomer.

Een Erasmus-semester in dit schilderachtige stadje aan de Ilm, op slechts achteneenhalf uur treinen, zou ik dan ook van harte aanbevelen! (HB)

Huib Burger, vijfdejaars bouwkunde, studeert een half jaar in Weimar aan de Bauhaus-Universität Weimar.

Duitsers pünktlich? Het voormalige Oost-Duitsland is vooral bureaucratisch. Gelukkig ben ik een Nederlander en spreek ik redelijk goed Duits. De paperassen van de verschillende Ausländeramten waren dus nog redelijk door te werken. Daarmee heb ik de vele Spanjaarden geholpen die bij aankomst geen woord Duits spreken.

Maar bureaucratie is niet hetgeen waarom Weimar bekend staat.

Weimar, bekend door Goethe, is een klein stadje (60.000 inwoners), dat altijd relatief welvarend is geweest voor dit deel van Duitsland. Het is voor 1999, toen het Culturele Hoofdstad van Europa was, opgekalefaterd en weinig herinnert nog aan het DDR-verleden.

Maar voor mij veel belangrijker is de Bauhaus-Universität. Hier studeren zo’n drieduizend studenten Architektur, Gestaltung (IO), Media-Kultur, Freie Kunst en Bauingenieurwesen. De laatste is, in tegenstelling tot in Delft, het buitenbeentje, want de Weimarse student voelt zich kunstzinnig.

Dit kunstzinnige uit zich in een bijna wekelijkse expositie door studenten. Dit gaat gepaard met gratis wijn of halve liters bier. Feestjes dus, want studeren moet gevierd worden. Erasmus-studenten houden niet van de drie (open) gevestigde studentenverenigingen, dus ik bezoek vooral veel huisfeesten. Sommige huizen houden er wel vier per jaar! Waarom zou je vijf jaar over je studie doen als je er ook minstens acht over kan doen? Van prestatiebeurs heeft men in Weimar nooit gehoord.

De studenten komen uit heel Duitsland en zijn dus niet erg ‘Oost-Duits’. Ze passen zich echter snel aan aan de heersende cultuur van ‘alternatief en artistiek’. Aanvankelijk leek het moeilijk contact met ze te krijgen, maar naar gelang ik op de vele party’s steeds dezelfde mensen tegenkom en mijn Duits beter wordt, begin ik me meer thuis te voelen. Duitsers blijken, in tegenstelling tot de Nederlandse vooroordelen, heel aardig. In Weimar zijn de studenten zelfs veel toleranter dan in het conservatieve Delft.

Ontwerpen met ze blijkt een stuk moeilijker, maar ik denk dat dat het probleem van de Erasmus-student is. Een botsing tussen culturen lijkt daarbij onvermijdelijk. Echt interessant wordt het echter pas als Bulgaren, Slovenen en Macedoniërs beginnen te ruziën over welk stuk land aan wie behoort…

Maar de meeste vrienden heb ik toch gemaakt met Erasmus-studenten, die werkelijk van overal ter wereld komen. Dit semester zijn het er slechts veertig, ik heb ze dus allemaal kunnen leren kennen. Zoveel vrienden maak je niet vaak in een half jaar en zo veel vakantieplannen heb ik nog nooit gehad voor de zomer.

Een Erasmus-semester in dit schilderachtige stadje aan de Ilm, op slechts achteneenhalf uur treinen, zou ik dan ook van harte aanbevelen! (HB)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.