Campus

Faculteiten: weinig te kiezen

Ook voor de zeven facultaire studentenraden zijn er volgende week verkiezingen. Verkiezingen? Eigenlijk staat nu al vast welke studenten straks een jaar lang mogen besturen.


1 Illustratie: GRiPP

Niet alleen voor de centrale studentenraad (sr) mag studerend Delft op 27 mei een vakje rood kleuren. Er zijn ook verkiezingen voor de zeven facultaire studentenraden. Hoewel, eigenlijk meer voor de vijftien studentenkamers van de subfaculteiten. Want ondanks de clustering werken de studentenpartijen van de verschillende opleidingen nog maar weinig samen.

De term verkiezingen is bij de facultaire studentenraden eigenlijk ook niet op zijn plaats. Bij de meeste opleidingen doet er namelijk maar één partij mee. Deze partij heeft doorgaans een hechte band met de studievereniging. In het verleden stonden Aag en Oras bij veel opleidingen tegenover elkaar. Dat is nu slechts nog bij een enkele studie het geval.

Neem Werktuigbouw. Er bestaat slechts één partij, vertelt Michiel Bierman, lid van de huidige facultaire studentenraad. Die partij, Onderwijs Wb, is eigenlijk één pot nat met studievereniging Leeghwater. Bij Maritieme Techniek is het niet anders. Onderwijs MT is de enige partij waar scheepsbouwstudenten volgende week op kunnen stemmen.

Net zo staan de zaken bij de meeste andere subfaculteiten. Industrieel Ontwerpen (IO), Technische Wiskunde en Informatica, Lucht- en Ruimtevaart, Bouwkunde, Scheikunde, Technische Aardwetenschappen, Civiel en Geodesie: overal maakt het eenpartijstelsel de verkiezingen eigenlijk tot een lachertje. Als verdediging voeren de meeste locale studentbestuurders aan dat vrijwel alle studenten dezelfde standpunten hebben. Eén partij is volgens hen daarom wel zo praktisch.
Vriendjespolitiek

Het eenpartijstelsel is zo ingeburgerd, dat veel raadsleden niet eens weten hoe hun eigen partij heet. ,,Volgens mij heet de partij gewoon studentenraad”, zegt iemand van de Bouwkunde-sr. Anneloes de Wit, lid van de sr van Civiele Techniek moet diep nadenken: ,,De naam van de partij weet ik eigenlijk niet”, zegt ze vervolgens. ,,Misschien is er niet eens een naam.”

Maar bij een enkele opleiding valt er volgende week nog wel wat te kiezen. Bij Elektrotechniek staan Oras en Aag nog ouderwets tegenover elkaar. ,,Maar er zijn nauwelijks verschillen”, erkent sr-lid Daniel Vree. ,,Tijdens de verkiezingen proberen we de verschillen die er zijn, naar voren te brengen.” Ook bij Technische Natuurkunde treden Aag en Oras nog in het strijdperk. En ook de studentenraad van Techniek, Bestuur en Management bestaat uit Aag- en Orasleden.

De laatste raden die nog niet op het eenpartijstelsel zijn overgeschakeld, zijn dit ook niet van plan. ,,Er is wel over gesproken”, zegt Vree van Elektrotechniek. Maar de leden wezen een fusie af. Vree: ,,Voor de kiezers is het leuk omtwee partijen te hebben. Bovendien houdt het ons scherp.” Ook de studentpolitici bij Technische Natuurkunde twijfelen niet: ,,Geen plannen voor een fusie.”

Bij TB is een lange discussie gevoerd over het wel of niet samengaan, herinnert Nicole Maarse zich. Volgens haar zitten zowel aan het een- als meerpartijenstelsel nadelen. ,,Het gevaar van één partij is dat je te veel dezelfde soort mensen krijgt, en mogelijk vriendjespolitiek”, zegt ze. ,,Maar het gevaar van meer partijen is dat gemotiveerde mensen niet in de raad komen omdat de zetel naar een andere partij gaat.” Uiteindelijk is de fusie er bij TB niet gekomen.
Onverkiesbaar

Hoewel er aan de meeste subfaculteiten maar één studentenpartij meedoet aan de verkiezingen, is het niet zo dat stemmers maar één hokje kunnen roodkleuren. Want op de eenpartijlijst prijken vele namen; iedereen kan dus een voorkeurstem voor een bepaalde persoon uitbrengen. Toch nog een vorm van democratie in de facultaire raden?

Schijnt bedriegt. In theorie kan iemand op een onverkiesbare plaats met erg veel voorkeurstemmen inderdaad in de sr komen, maar in de praktijk gebeurt dit nooit. ,,Uiteindelijk komen de eerste drie van de lijst gewoon in de raad”, erkent een sr-lid van Scheikunde. ,,In principe komen gewoon de bovenste kandidaten in de raad”, zegt ook iemand van i.d-onderwijs, de studentenpartij van IO.

Geodesie is de enige subfaculteit die hierop een uitzondering vormt. De acht personen op de eenpartijlijst hebben allen bijna dezelfde kans op een van de vijf zetels in de raad. ,,Alleen als twee mensen precies evenveel stemmen hebben, is de lijstvolgorde van belang”, zegt een studentenvertegenwoordiger van Geodesie. De hoofdregel luidt: wie de meeste stemmen heeft, komt in de sr.
Gevoel

Ondanks deze sprankjes echte democratie blijven de facultaire sr-verkiezingen bij de meeste subfaculteiten een farce. Al komt er geen student stemmen, de kaarten zijn geschud. Vroeger bestond er nog een bepaalde kiesdrempel: was de opkomst te laag, dan belandden er minder studenten in de raad dan gebruikelijk. Maar dat is tegenwoordig niet meer zo. Waarom zouden studenten nog stemmen, als hun stem er toch niet toe doet? En waarom zouden de toekomstige sr-leden enige moeite doen om kiezers te trekken?

Toch streven alle facultaire studentenpartijen een ruime opkomst na. ,,Een hoge opkomst geeft aan dat het studenten wat interesseert”, zegt een sr-lid van Technische Aardwetenschappen. Ook anderen spreken over de betrokkenheid die studenten bij de verkiezingen kunnen tonen. Bij een flinke opkomst hebben de sr-leden het gevoel dat hun positie gelegitimeerd is.

Toch is het onwaarschijnlijk dat de opkomst volgende week donderdag hoger zal zijn dan dertig procent. Dat lijkt misschien nog heel wat, maar geeft de facultaire studentenraad niet de gewenste legitimering. De facultaire verkiezingen plukken namelijk de vruchten van de stemming voor de centralestudentenraad. ,,We gaan ervan uit dat studenten ook de moeite nemen iemand op de facultaire lijst aan te kruisen, als ze voor de centrale raad komen stemmen”, zegt Michiel Bierman van Werktuigbouw. Hoeveel studenten zouden komen opdagen als het alleen om de facultaire sr zou gaan? Bitter weinig, valt te vrezen.


1 Illustratie: GRiPP

Niet alleen voor de centrale studentenraad (sr) mag studerend Delft op 27 mei een vakje rood kleuren. Er zijn ook verkiezingen voor de zeven facultaire studentenraden. Hoewel, eigenlijk meer voor de vijftien studentenkamers van de subfaculteiten. Want ondanks de clustering werken de studentenpartijen van de verschillende opleidingen nog maar weinig samen.

De term verkiezingen is bij de facultaire studentenraden eigenlijk ook niet op zijn plaats. Bij de meeste opleidingen doet er namelijk maar één partij mee. Deze partij heeft doorgaans een hechte band met de studievereniging. In het verleden stonden Aag en Oras bij veel opleidingen tegenover elkaar. Dat is nu slechts nog bij een enkele studie het geval.

Neem Werktuigbouw. Er bestaat slechts één partij, vertelt Michiel Bierman, lid van de huidige facultaire studentenraad. Die partij, Onderwijs Wb, is eigenlijk één pot nat met studievereniging Leeghwater. Bij Maritieme Techniek is het niet anders. Onderwijs MT is de enige partij waar scheepsbouwstudenten volgende week op kunnen stemmen.

Net zo staan de zaken bij de meeste andere subfaculteiten. Industrieel Ontwerpen (IO), Technische Wiskunde en Informatica, Lucht- en Ruimtevaart, Bouwkunde, Scheikunde, Technische Aardwetenschappen, Civiel en Geodesie: overal maakt het eenpartijstelsel de verkiezingen eigenlijk tot een lachertje. Als verdediging voeren de meeste locale studentbestuurders aan dat vrijwel alle studenten dezelfde standpunten hebben. Eén partij is volgens hen daarom wel zo praktisch.
Vriendjespolitiek

Het eenpartijstelsel is zo ingeburgerd, dat veel raadsleden niet eens weten hoe hun eigen partij heet. ,,Volgens mij heet de partij gewoon studentenraad”, zegt iemand van de Bouwkunde-sr. Anneloes de Wit, lid van de sr van Civiele Techniek moet diep nadenken: ,,De naam van de partij weet ik eigenlijk niet”, zegt ze vervolgens. ,,Misschien is er niet eens een naam.”

Maar bij een enkele opleiding valt er volgende week nog wel wat te kiezen. Bij Elektrotechniek staan Oras en Aag nog ouderwets tegenover elkaar. ,,Maar er zijn nauwelijks verschillen”, erkent sr-lid Daniel Vree. ,,Tijdens de verkiezingen proberen we de verschillen die er zijn, naar voren te brengen.” Ook bij Technische Natuurkunde treden Aag en Oras nog in het strijdperk. En ook de studentenraad van Techniek, Bestuur en Management bestaat uit Aag- en Orasleden.

De laatste raden die nog niet op het eenpartijstelsel zijn overgeschakeld, zijn dit ook niet van plan. ,,Er is wel over gesproken”, zegt Vree van Elektrotechniek. Maar de leden wezen een fusie af. Vree: ,,Voor de kiezers is het leuk omtwee partijen te hebben. Bovendien houdt het ons scherp.” Ook de studentpolitici bij Technische Natuurkunde twijfelen niet: ,,Geen plannen voor een fusie.”

Bij TB is een lange discussie gevoerd over het wel of niet samengaan, herinnert Nicole Maarse zich. Volgens haar zitten zowel aan het een- als meerpartijenstelsel nadelen. ,,Het gevaar van één partij is dat je te veel dezelfde soort mensen krijgt, en mogelijk vriendjespolitiek”, zegt ze. ,,Maar het gevaar van meer partijen is dat gemotiveerde mensen niet in de raad komen omdat de zetel naar een andere partij gaat.” Uiteindelijk is de fusie er bij TB niet gekomen.
Onverkiesbaar

Hoewel er aan de meeste subfaculteiten maar één studentenpartij meedoet aan de verkiezingen, is het niet zo dat stemmers maar één hokje kunnen roodkleuren. Want op de eenpartijlijst prijken vele namen; iedereen kan dus een voorkeurstem voor een bepaalde persoon uitbrengen. Toch nog een vorm van democratie in de facultaire raden?

Schijnt bedriegt. In theorie kan iemand op een onverkiesbare plaats met erg veel voorkeurstemmen inderdaad in de sr komen, maar in de praktijk gebeurt dit nooit. ,,Uiteindelijk komen de eerste drie van de lijst gewoon in de raad”, erkent een sr-lid van Scheikunde. ,,In principe komen gewoon de bovenste kandidaten in de raad”, zegt ook iemand van i.d-onderwijs, de studentenpartij van IO.

Geodesie is de enige subfaculteit die hierop een uitzondering vormt. De acht personen op de eenpartijlijst hebben allen bijna dezelfde kans op een van de vijf zetels in de raad. ,,Alleen als twee mensen precies evenveel stemmen hebben, is de lijstvolgorde van belang”, zegt een studentenvertegenwoordiger van Geodesie. De hoofdregel luidt: wie de meeste stemmen heeft, komt in de sr.
Gevoel

Ondanks deze sprankjes echte democratie blijven de facultaire sr-verkiezingen bij de meeste subfaculteiten een farce. Al komt er geen student stemmen, de kaarten zijn geschud. Vroeger bestond er nog een bepaalde kiesdrempel: was de opkomst te laag, dan belandden er minder studenten in de raad dan gebruikelijk. Maar dat is tegenwoordig niet meer zo. Waarom zouden studenten nog stemmen, als hun stem er toch niet toe doet? En waarom zouden de toekomstige sr-leden enige moeite doen om kiezers te trekken?

Toch streven alle facultaire studentenpartijen een ruime opkomst na. ,,Een hoge opkomst geeft aan dat het studenten wat interesseert”, zegt een sr-lid van Technische Aardwetenschappen. Ook anderen spreken over de betrokkenheid die studenten bij de verkiezingen kunnen tonen. Bij een flinke opkomst hebben de sr-leden het gevoel dat hun positie gelegitimeerd is.

Toch is het onwaarschijnlijk dat de opkomst volgende week donderdag hoger zal zijn dan dertig procent. Dat lijkt misschien nog heel wat, maar geeft de facultaire studentenraad niet de gewenste legitimering. De facultaire verkiezingen plukken namelijk de vruchten van de stemming voor de centralestudentenraad. ,,We gaan ervan uit dat studenten ook de moeite nemen iemand op de facultaire lijst aan te kruisen, als ze voor de centrale raad komen stemmen”, zegt Michiel Bierman van Werktuigbouw. Hoeveel studenten zouden komen opdagen als het alleen om de facultaire sr zou gaan? Bitter weinig, valt te vrezen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.