Opinie

Even niet weg

Afgelopen donderdag vertrok ik naar Barcelona voor een congres. Nederland lag onder een dunne maar hardnekkige laag sneeuw. Maar de treinen reden en mijn vlucht leek op tijd te vertrekken.

Ik had beter kunnen weten. We zaten al zeker anderhalf uur in het vliegtuig toen de purser eindelijk professioneel fluisterend via de intercom uitlegde waarom we nog steeds wortel stonden te schieten aan de gate. Het vliegtuig had een bevroren waterleiding, wat lastig was voor het plassen en de koffie. En helaas wilde de piloot zo niet weg, bang om met een waterballon te vliegen als de waterleiding zou barsten. We werden dus weer uitgeladen met koffer en al en het lange wachten begon. Vanaf de pier zag Schiphol er uit als een ijstaart. Soms werd de eindeloze witheid even onderbroken door een traag ballet van sneeuwschuivers en zoutstrooiers. Om ons scherp te houden werd nog een paar keer zonder aanwijsbare oorzaak van gate veranderd. Maar uiteindelijk kwam er een vers en opgewarmd vliegtuig dat ons bijna zes uur te laat naar Barcelona vervoerde onder het genot van (jawel!) een gratis troostsandwich. Dank u wel tante Transavia, u hoort nog van ons.

De terugreis, u kunt het raden. Vrijdag gingen de Spaanse luchtverkeersleiders in staking en binnen de kortste keren waren meer dan een half miljoen reizigers gestrand op de vliegvelden. Luchthavens veranderden in noodcampings waar passagiers de nacht doorbrachten onder uitgedeelde gele dekentjes. Op de tv in mijn hotel zag ik beelden van mensen die na een doorwaakte nacht elkaar en het personeel te lijf wilden gaan met bagagekarretjes en prullenbakken. Zelf stond ik gepland om zaterdagavond te vertrekken, maar ik had absoluut geen zin mij zonder dringende noodzaak in die kolkende massa van woedende wachtenden te begeven. Want de vliegvelden waren nog steeds vol en er vloog nog steeds niets, ondanks de noodtoestand die inmiddels door de regering was afgekondigd. Bijgestaan door de conciërge van mijn hotel, een Arie Boomsma lookalike met een accent als de gelaarsde kat in Shrek, wist ik na twee uur bellen door te dringen tot de luchtvaartmaatschappij. Die mij op het hart drukte om vooral niet naar het vliegveld te komen maar aanbood mij om te boeken naar zondagavond laat omdat het luchtverkeer dan weer op schema zou vliegen. Dank u wel tante Transavia, dat was heel fijn om te horen. En zo kwam het dat ik de nacht doorbracht in een comfortabel hotelbed in plaats van onder zo’n geel dekentje op de luchthaven en de zondag nog nuttig en aangenaam in Barcelona doorbracht met het hardop uitlachen van de lange rij wachtende toeristen bij de Sagrada Familia en het eten van inktvisringen. Want er zijn ergere plekken om te stranden, laten we eerlijk zijn.
Uit het feit dat u hier mijn column en geen witte pagina aantreft mag u aannemen dat ik inmiddels zonder verdere vertragingen ben aangekomen in Nederland. Maar als u het niet erg vindt, blijf ik de komende weken toch maar even in Delft.

Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering. 

From Thursday through Sunday (January 21-24), stock up on enough reading material, stationary supplies, and hobby kits to last you a year. The book festival at Ahoy Rotterdam offers seemingly millions of items in Dutch and English, from novels and cook books to big glossy coffee-table art books, study books, dictionaries and the so-called ‘brain-food’ titles, all at attractive ‘student-approved’ prices, with discounts of up to 90%. The festival is basically a soccer field full of books, so if you’re really a bookworm, plan an entire day for the trip, and even then, by the end, you’ll be lucky to have gotten through half the stalls.

Het Boekenfestijn, organized by De Centrale Boekhandel for the past 25 years, travels from city to city in the Netherlands and Belgium, setting up in a new location every month or so. The first place to be visited in 2010 is the Ahoy Expo hall in Rotterdam, which is the closest the fair gets to Delft.
The fair stays at each location for about a week. Monday through Wednesday the stalls are set up, and then on Thursday the doors are open to the public. Visitors are given a wheelie cart and left to roam around the endless book fields. Shopping generally resembles book harvesting: the bargain-loving Dutch really do get a year’s worth of book supplies at these events. Entrance is free, and in addition to books there are heaps of stationary, hobby kits and other just plain useless stuff to delightfully and inexpensively clutter up your drawers and bookshelves.

So why are all the books so cheap? The books are acquired directly from publishers, often from stock that hasn’t sold, was damaged, or has been replaced by newer editions. Chances are you won’t find any titles currently reigning on the best-seller list, and to find what you’re looking for often requires scavenging through mountains of books, but what would the fun of shopping be without a bit of a quest? Tips for beginners: wear comfortable shoes, bring a big backpack and pack a lunch. That way, in case you get stranded in some remote book-filled valley, you’ll be able to set up camp and rest until a book fair employee can rescue you.  

www.boekenfestijn.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.