Campus

Engels als voertaal op de universiteit

Tabel van (verwachte) buitenlandse Master-studenten Maandag 2 september 2002, de eerste dag van je vierde studiejaar. Met je tas vol nieuwe Engelstalige dictaten ga je op weg naar je Nederlandse docent die college geeft in het Engels.

Tenminste, als het lukt om de Engelstalige masterfase op tijd in te voeren. Er is veel verzet van studenten én docenten.

Studenten worden universiteitsnomaden. Ze ronden hun studie ergens anders af dan waar ze hem begonnen. Na drie jaar en een bachelordiploma genoeg van Delft? Geen probleem – universiteiten in heel Europa lonken naar je om in twee jaar tijd bij hen je master-diploma te halen. Door het ondertekenen van de Bologna-verklaring is de TU verplicht het curriculum op te splitsen in de zogeheten 3+2-structuur. Binnen dezelfde universiteit kun je probleemloos doorstromen van bachelor naar master. Studenten van buiten moeten eventueel eerst een toelatingsexamen afleggen.

Om ervoor te zorgen dat de TU voldoende aantrekkingskracht heeft in het buitenland, wordt de taalbarrière alvast weggenomen. Het college van bestuur heeft het voornemen bekend gemaakt de master-fase vanaf september 2002 geheel in het Engels aan te bieden. In de ogen van het college is het zo mogelijk veel internationale (top)studenten binnen te halen.

Op hun beurt kunnen TU-studenten na afronding van hun bachelorsfase makkelijker doorstromen naar het Master of Science(Msc)-programma van andere universiteiten. Afstudeerders kunnen kiezen voor de universiteit waar het onderzoek van hun afstudeeronderwerp het hoogst is aangeschreven. Volgens rector magnificus Wakker worden Delftse studenten op deze manier ‘world citizens’.

Voor een select groepje internationale topstudenten is het nu al mogelijk om bij een aantal faculteiten een Msc-programma in het Engels te volgen. Hiervoor moeten de studenten wel diep in de buidel tasten: het programma kost 13 duizend gulden per jaar. Deze studenten worden met mooie kleurenfolders naar de TU gelokt. Straks volgt iedereen zo’n programma.

Het college gaat er vanuit dat de faculteiten genoeg tijd hebben om zich voor te bereiden. De realiteit toont een meer genuanceerd beeld. De masterfase is nog in ontwikkeling en op veel faculteiten heerst nog onduidelijkheid over de precieze invulling ervan. Ook over invoering van Engels als voertaal is het laatste woord nog niet gesproken.

Informatieverlies

,,In september 2002 gaan we van start met een vernieuwd curriculum met daarin veel aandacht voor internationalisering, maar de haalbaarheid van een volledig Engelstalige masterfase voor alle studenten op die datum is voor ons twijfelachtig”, zegt Bonne van Dam, projectleider Curriculumvernieuwing (Curve) bij Bouwkunde.

Van Dam verwacht dat er meer ontwikkeltijd nodig is als het college inderdaad besluit de masterfase uitsluitend in het Engels aan tebieden. De Engelstalige mastercourse die er nu al is, wordt dan in het reguliere programma opgenomen.

Van Dam: ,,Veel studiemateriaal moet vertaald worden en het niveau van het Engels van onze docenten moet omhoog. Niet zomaar Engels, maar vaktaal-Engels.”

Als dat niet gebeurt, gaat volgens Van Dam de uitdrukkingsvaardigheid omlaag, treedt er informatieverlies op bij colleges en gaan nuances verloren bij het begeleiden van het ontwerpen.

In het buitenland staat de Delftse studie bouwkunde goed aangeschreven, getuige de 250 Erasmus-studenten die de faculteit jaarlijks ontvangt. Vooral Duitse studenten willen nog wel eens Nederlands leren om vervolgens in het Nederlands onderwijs te volgen. ,,Voor de modules die populair zijn onder buitenlanders hebben we gaandeweg Engelstalige parallelgroepen ingevoerd. Dit aanbod is gebaseerd op de vraag, en richt zich voornamelijk op studenten die niet langer dan een jaar in Nederland verblijven”, aldus Van Dam.

Caro van Dijk, commissaris onderwijs van de studievereniging Stylos, erkent het belang van internationalisering. Toch is ze het niet eens met een volledig Engelstalige masterfase. ,,Het is voor Bouwkundestudenten nu al heel gewoon een tijdje in het buitenland te studeren of daar stage te lopen”, aldus Van Dijk. ,,Die internationale dimensie is er dus al, laat Engelstalig onderwijs facultatief blijven.” De huidige situatie is Van Dijk internationaal genoeg: wie dat wil, kan een module volgen in een Engelstalige onderwijsgroep.

Invoering

De faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek (L&R) heeft de meeste ervaring op het gebied van Engelstalig onderwijs. In september 1999 is hier begonnen met een volledig Engelstalige propedeuse. De faculteit heeft zichzelf twee jaar de tijd gegeven om een bepaald studiejaar volledig in het Engels te kunnen aanbieden en eventuele onvolmaaktheden uit de weg te helpen.

Op dezelfde manier werd het Engels dit jaar in het tweede studiejaar geïntroduceerd. Volgens de studievereniging Leonardo da Vinci is de overstap naar het Engels een succes. ,,Na de eerste weken waren de meeste studenten en docenten goed gewend”, aldus onderwijscommissaris Viola Tiesinga. De faculteit kiest voor een geleidelijke aanpak. Echter, zoals het nu door het college wordt voorgesteld zal de Engelstalige master toch echt over minder dan twee jaar van start moeten gaan. Niet echt een ruime inwerkperiode.

Oude wijn

Lijkt de invoering van een Engelstalige masterfase voornamelijk praktische bezwaren te hebben, dr.ir. P. van Mourik heeft principiële bezwaren. Het Nederlands vakjargon en cultuurgoed worden bedreigd, waarschuwde de voormalig docent bij Technische Natuurwetenschappen (TNW) in ingezonden brieven in kranten.

Van Mourik: ,,Stel je voor dat een woord als ‘polder’ verdwijnt omdat we alles in het Engels zouden gaan vertalen. De TU heeft de plicht de Nederlandse cultuur te bewaren, zij wordt immers betaald van Nederlands belastinggeld. En als de TU die verantwoordelijkheidniet wil nemen, dan zou ze zich het beste aan MIT kunnen verkopen. Dan is ze én een topinstituut én Engelstalig.”

Volgens hem blijkt uit onderzoek dat docenten een uur nodig hebben voor een college in het Engels, waar ze in het Nederlands drie kwartier klaar zouden zijn. Doen ze het toch sneller, dan gaat er informatie verloren. Volgens Van Mourik wordt de rol van taal in de technische wetenschappen structureel onderschat. ,,Techniek is niet te resumeren in een stelsel vergelijkingen.”

Om zijn gelijk te tonen laat hij een wetenschappelijk artikel zien: zeven pagina’s met voornamelijk tekst. ,,Als je van instructiemedium verandert moet je het goed doen. Het is beschamend als je ziet hoe weinig geld de TU over heeft voor docentencursussen Engels.”

Ook Van Mourik is overtuigd van het belang van Engels als dé aangewezen taal om internationaal met elkaar te communiceren. TU-afgestudeerden zouden zich dan ook in twee talen moeten kunnen uitdrukken. ,,Vergeet niet dat afgestudeerden de grootste kennisverspreiders van de TU zijn, niet die paar duizend publicaties die onderzoekers jaarlijks afleveren. Het merendeel van die afgestudeerden blijft gewoon Nederlands praten, daar hebben ze dus dat jargon voor nodig.”

Het college onderschat volgens Van Mourik de rol van het onderwijs. ,,Terwijl dit de primaire bestaansreden is van een universiteit. Het onderzoek is nodig om de kwaliteit van het onderwijs voldoende hoog te houden.” De TU kan het zich dan ook best permitteren in het Nederlands te blijven onderwijzen, vindt Van Mourik. ,,Als het onderwijs goed genoeg is, komen de studenten vanzelf. Taal is dan nog maar een gering argument. Door alleen van voertaal te wisselen word je bovendien geen topinstituut, dat is alleen maar oude wijn in nieuwe zakken. En het gaat om de wijn”, zegt Van Mourik.

Volgzaam

Professor Jan Jacobs, opleidingsdirecteur bij Industrieel Ontwerpen (IO), is ook principieel tegen Engels als voertaal. ,,Het heeft geen nut en het is niet verstandig om in een zaal waar 99 procent Nederlanders zitten in het Engels te gaan doceren.”, aldus Jacobs. ,,Bovendien hebben wij al vrij veel buitenlandse studenten die allemaal te kennen hebben gegeven dat zij ook graag Nederlands willen leren.”

IO biedt al een aantal vakken in het Engels aan, maar Jacobs vindt dat het daarbij moet blijven. ,,Wij gaan ons om principiële redenen ook niet oriënteren op de volledige invoering van de Engelse taal in de masterfase.”

Heel wat volgzamer is de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM). De opleiding Technische Bestuurskunde pakt het paard bij de teugels. Pieter Bots, onderwijsdirecteur: ,,Op dit moment zijn we volop bezig met kijken naar mogelijkheid tot volledig invoeren van Engelstalige master”, aldus Bots. Het prepareren van docenten zal een van de grootste euvels zijn. ,,We bieden al een masters-programma aan en daar doen zo’n 35 studenten aan mee.”

Volgens hem is het tijdsintensief werk voor docenten. Voor die invoering van het Engels heeft TBM flink geïnvesteerd in ondermeer vertaalbureaus en externe adviseurs. ,,Make or buy, is de afweging die wij moeten maken voor wat betreft de dictaten”, zegt Bots.Over eventuele problemen die studenten zouden kunnen tegenkomen is Bots heel kort. ,,Op alle onderdelen van de vakken is een woordenboek toegestaan.”

Scherpte

De kwaliteit van het Engels van de docenten blijkt een kritisch punt bij invoering van Engelstalig onderwijs te zijn. ,,Wij zijn voor, mits de taalkennis van de docenten voldoende is”, aldus Jan Jan Lowijs van de facultaire studentenraad van de faculteit Informatietechnologie en Systemen. ,,Anders gaat de scherpte uit zijn verhaal en dat is nu net de meerwaarde van het college volgen.” Voor de studenten verwacht Lowijs weinig problemen, omdat veel studiemateriaal nu al in het Engels is en er ook nu al regelmatig Engelstalige gastdocenten optreden.

Ook Nadja Cramer, commissaris onderwijs bij de studievereniging van Werktuigbouwkunde, ziet wel wat in het plan, maar zet vraagtekens bij de praktische kant van de zaak. Zo zouden niet zonder slag of stoot alle Nederlandse dictaten in het Engels moeten worden vertaald. Tachtig procent van de boeken is nu al in het Engels. ,,Ik vraag me af of een vertaald dictaat toegevoegde waarde aan het vak geeft.” Daarnaast wil Cramer duidelijkheid over de geschiktheid van docenten om in het Engels te doceren.

Als de volledig Engelstalige masterfase inderdaad in 2002 van start gaat, betekent dat dat (nominaal lopende) studenten uit 1999 hier voor het eerst mee te maken krijgen. Deze studenten hebben hier niet voor gekozen. ,,Er moet dan ook een overgangsregeling komen voor deze studenten, zodat ze toch hun studie in het Nederlands af kunnen ronden”, vindt Bianca Stalenberg van het VSSD-bestuur.

Maar hoe zit het met de studenten die naar Nederland komen om in Delft te studeren. ,,Buitenlandse studenten die naar de TU komen, doen veel meer dan het volgen van vakken”, merkt Sander Elvik op. ,,Zij willen de Nederlandse cultuur leren kennen en daarvoor willen ze Nederlands leren.”

De Noorse Elvik is lid geweest van de studentenraad en was ook voorzitter van DISS (Delft International Students Society), een groepering van zeven verenigingen van buitenlandse studenten. Zodoende kent de Noor veel buitenlandse studenten. ,,De stap naar het buitenland is groter dan de taalbarrière: die is te overbruggen.” Een Engelstalige masterfase mag van Elvik dan ook geen excuus zijn om het aantal cursussen Nederlands omlaag te brengen.

Bekrompen

,,De rol van de Engelse taal in de techniek is onbetwist en wil de TU bijblijven, dan is invoering van Engels als voertaal onvermijdelijk”, zegt Marietta Spiekerman, stafmedewerker internationalisering. De ambitie om internationale erkenning te verwerven als topuniversiteit wil de TU ondermeer bereiken door samen te werken met andere universiteiten – bijvoorbeeld uit de IDEA-League.

De invoering van de bachelor-master structuur en het geleidelijk invoeren van het Engels als voertaal in het vierde en vijfde studiejaar vormen hierin een belangrijk aandeel, vindt Spiekerman. ,,Daarnaast zullen wij in toenemende mate buitenlandse gastdocentenontvangen – de toppers op hun vakgebied % en die spreken nu eenmaal ook geen Nederlands.”

Het college is zich ervan bewust dat de universiteit haar internationale faam voor een groot deel dankt aan onderzoeksresultaten. Volgens Spiekerman kan de TU deze troef uitspelen door te mikken op hoogstaande master-opleidingen, die gekoppeld zijn aan onderzoeksgebieden.

Ook enkele opleidingen, die nu nog aarzelen over de invoering van Engelstalig onderwijs, gaan overstag, denkt Spiekerman. ,,Ze gaan zich realiseren dat ze kansen missen en hun studenten tekort doen als ze niet in deze ontwikkeling meegaan. Er is internationaal bijvoorbeeld veel belangstelling voor de opleiding civiele techniek.”

Ook IO kan veel buitenlandse studenten trekken. Het veel genoemde tegenargument van het verlies aan scherpte in het onderwijs is volgens Spiekerman te ondervangen door naast docententrainingen in kleinere groepen les te gaan geven, door interactie tussen docent en studenten te vergroten of door intensieve begeleiding. De TU heeft hiervoor een gedragscode ontwikkeld.

Principiële bezwaren, dat op deze manier de Nederlandse cultuur verloren gaat, doet Spiekerman af als ‘conservatief’. ,,Ze komen voort uit een nogal bekrompen gedachte. Techniek is nu eenmaal per definitie mondiaal en dan moet je elkaar kunnen verstaan. Engels is daarbij de wereldtaal. Als je dat niet wilt had je geen technische studie moeten gaan volgen.” Buiten het onderwijs om zal er volgens haar nog genoeg in het Nederlands gebeuren om de eigen cultuur te bewaren.

19972

199825

199960

200075

2001100

2002150

200

Bron: TU

‘Msc-studenten integreren niet’

,,In het buitenland studeren wilde ik al vanaf mijn zestiende, dat leek me spannend”, zegt de van oorsprong Noorse Sander Elvik. In 1997 kwam hij naar Nederland om Lucht- en Ruimtevaarttechniek te studeren. ,,Ik wilde eerst naar Engeland, maar dat was zo ontzettend duur dat ik voor Delft koos.” Om Nederlands te leren volgde Elvik een twee maanden durende zomercursus. Hij had veel contact met studenten van Jansbrug, en spreekt nu vloeiend Nederlands.

Afgelopen jaar zat Elvik voor de fractie AAG in de studentenraad. Hij kon daar zijn eigen ervaringen kwijt met het TU-streven naar internationalisatie. ,,De buitenlanders die het regulierestudieprogramma volgen, integreren veel beter met de Nederlandse studenten dan de Msc-studenten. Zij hebben veel geld betaald en kiezen daardoor eerder voor vlot doorstuderen dan voor integreren met de Nederlanders. Hoeveel Msc-studenten worden er lid van een studentenvereniging?”

Elvik wil dat de TU meer werk maakt van het promoten van het volledige studieprogramma, in plaats van zich helemaal op de master-studenten toe te leggen. ,,De huidige gedachte over volledig curriculum-studenten is ‘die komen toch wel’.” Samen met de TU gaf de Noorse studentenvereniging ANSA vast een aanzet: ze maakten een folder voor Noorse vwo-scholieren.

,,De TU begint zich bewust te worden van de waarde van buitenlandse studenten”, vindt Elvik. ,,Als die buitenlanders eenmaal in Delft zijn is er wel aandacht voor ze: het probleem van huisvesting wordt steeds vaker ter sprake gebracht, ze kunnen bestuursbeurzen krijgen en komen straks in aanmerking voor geld uit de RFOS (regeling financiële ondersteuning studenten), terwijl de TU daar niet toe verplicht is.”

Maandag 2 september 2002, de eerste dag van je vierde studiejaar. Met je tas vol nieuwe Engelstalige dictaten ga je op weg naar je Nederlandse docent die college geeft in het Engels. Tenminste, als het lukt om de Engelstalige masterfase op tijd in te voeren. Er is veel verzet van studenten én docenten.

Studenten worden universiteitsnomaden. Ze ronden hun studie ergens anders af dan waar ze hem begonnen. Na drie jaar en een bachelordiploma genoeg van Delft? Geen probleem – universiteiten in heel Europa lonken naar je om in twee jaar tijd bij hen je master-diploma te halen. Door het ondertekenen van de Bologna-verklaring is de TU verplicht het curriculum op te splitsen in de zogeheten 3+2-structuur. Binnen dezelfde universiteit kun je probleemloos doorstromen van bachelor naar master. Studenten van buiten moeten eventueel eerst een toelatingsexamen afleggen.

Om ervoor te zorgen dat de TU voldoende aantrekkingskracht heeft in het buitenland, wordt de taalbarrière alvast weggenomen. Het college van bestuur heeft het voornemen bekend gemaakt de master-fase vanaf september 2002 geheel in het Engels aan te bieden. In de ogen van het college is het zo mogelijk veel internationale (top)studenten binnen te halen.

Op hun beurt kunnen TU-studenten na afronding van hun bachelorsfase makkelijker doorstromen naar het Master of Science(Msc)-programma van andere universiteiten. Afstudeerders kunnen kiezen voor de universiteit waar het onderzoek van hun afstudeeronderwerp het hoogst is aangeschreven. Volgens rector magnificus Wakker worden Delftse studenten op deze manier ‘world citizens’.

Voor een select groepje internationale topstudenten is het nu al mogelijk om bij een aantal faculteiten een Msc-programma in het Engels te volgen. Hiervoor moeten de studenten wel diep in de buidel tasten: het programma kost 13 duizend gulden per jaar. Deze studenten worden met mooie kleurenfolders naar de TU gelokt. Straks volgt iedereen zo’n programma.

Het college gaat er vanuit dat de faculteiten genoeg tijd hebben om zich voor te bereiden. De realiteit toont een meer genuanceerd beeld. De masterfase is nog in ontwikkeling en op veel faculteiten heerst nog onduidelijkheid over de precieze invulling ervan. Ook over invoering van Engels als voertaal is het laatste woord nog niet gesproken.

Informatieverlies

,,In september 2002 gaan we van start met een vernieuwd curriculum met daarin veel aandacht voor internationalisering, maar de haalbaarheid van een volledig Engelstalige masterfase voor alle studenten op die datum is voor ons twijfelachtig”, zegt Bonne van Dam, projectleider Curriculumvernieuwing (Curve) bij Bouwkunde.

Van Dam verwacht dat er meer ontwikkeltijd nodig is als het college inderdaad besluit de masterfase uitsluitend in het Engels aan tebieden. De Engelstalige mastercourse die er nu al is, wordt dan in het reguliere programma opgenomen.

Van Dam: ,,Veel studiemateriaal moet vertaald worden en het niveau van het Engels van onze docenten moet omhoog. Niet zomaar Engels, maar vaktaal-Engels.”

Als dat niet gebeurt, gaat volgens Van Dam de uitdrukkingsvaardigheid omlaag, treedt er informatieverlies op bij colleges en gaan nuances verloren bij het begeleiden van het ontwerpen.

In het buitenland staat de Delftse studie bouwkunde goed aangeschreven, getuige de 250 Erasmus-studenten die de faculteit jaarlijks ontvangt. Vooral Duitse studenten willen nog wel eens Nederlands leren om vervolgens in het Nederlands onderwijs te volgen. ,,Voor de modules die populair zijn onder buitenlanders hebben we gaandeweg Engelstalige parallelgroepen ingevoerd. Dit aanbod is gebaseerd op de vraag, en richt zich voornamelijk op studenten die niet langer dan een jaar in Nederland verblijven”, aldus Van Dam.

Caro van Dijk, commissaris onderwijs van de studievereniging Stylos, erkent het belang van internationalisering. Toch is ze het niet eens met een volledig Engelstalige masterfase. ,,Het is voor Bouwkundestudenten nu al heel gewoon een tijdje in het buitenland te studeren of daar stage te lopen”, aldus Van Dijk. ,,Die internationale dimensie is er dus al, laat Engelstalig onderwijs facultatief blijven.” De huidige situatie is Van Dijk internationaal genoeg: wie dat wil, kan een module volgen in een Engelstalige onderwijsgroep.

Invoering

De faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek (L&R) heeft de meeste ervaring op het gebied van Engelstalig onderwijs. In september 1999 is hier begonnen met een volledig Engelstalige propedeuse. De faculteit heeft zichzelf twee jaar de tijd gegeven om een bepaald studiejaar volledig in het Engels te kunnen aanbieden en eventuele onvolmaaktheden uit de weg te helpen.

Op dezelfde manier werd het Engels dit jaar in het tweede studiejaar geïntroduceerd. Volgens de studievereniging Leonardo da Vinci is de overstap naar het Engels een succes. ,,Na de eerste weken waren de meeste studenten en docenten goed gewend”, aldus onderwijscommissaris Viola Tiesinga. De faculteit kiest voor een geleidelijke aanpak. Echter, zoals het nu door het college wordt voorgesteld zal de Engelstalige master toch echt over minder dan twee jaar van start moeten gaan. Niet echt een ruime inwerkperiode.

Oude wijn

Lijkt de invoering van een Engelstalige masterfase voornamelijk praktische bezwaren te hebben, dr.ir. P. van Mourik heeft principiële bezwaren. Het Nederlands vakjargon en cultuurgoed worden bedreigd, waarschuwde de voormalig docent bij Technische Natuurwetenschappen (TNW) in ingezonden brieven in kranten.

Van Mourik: ,,Stel je voor dat een woord als ‘polder’ verdwijnt omdat we alles in het Engels zouden gaan vertalen. De TU heeft de plicht de Nederlandse cultuur te bewaren, zij wordt immers betaald van Nederlands belastinggeld. En als de TU die verantwoordelijkheidniet wil nemen, dan zou ze zich het beste aan MIT kunnen verkopen. Dan is ze én een topinstituut én Engelstalig.”

Volgens hem blijkt uit onderzoek dat docenten een uur nodig hebben voor een college in het Engels, waar ze in het Nederlands drie kwartier klaar zouden zijn. Doen ze het toch sneller, dan gaat er informatie verloren. Volgens Van Mourik wordt de rol van taal in de technische wetenschappen structureel onderschat. ,,Techniek is niet te resumeren in een stelsel vergelijkingen.”

Om zijn gelijk te tonen laat hij een wetenschappelijk artikel zien: zeven pagina’s met voornamelijk tekst. ,,Als je van instructiemedium verandert moet je het goed doen. Het is beschamend als je ziet hoe weinig geld de TU over heeft voor docentencursussen Engels.”

Ook Van Mourik is overtuigd van het belang van Engels als dé aangewezen taal om internationaal met elkaar te communiceren. TU-afgestudeerden zouden zich dan ook in twee talen moeten kunnen uitdrukken. ,,Vergeet niet dat afgestudeerden de grootste kennisverspreiders van de TU zijn, niet die paar duizend publicaties die onderzoekers jaarlijks afleveren. Het merendeel van die afgestudeerden blijft gewoon Nederlands praten, daar hebben ze dus dat jargon voor nodig.”

Het college onderschat volgens Van Mourik de rol van het onderwijs. ,,Terwijl dit de primaire bestaansreden is van een universiteit. Het onderzoek is nodig om de kwaliteit van het onderwijs voldoende hoog te houden.” De TU kan het zich dan ook best permitteren in het Nederlands te blijven onderwijzen, vindt Van Mourik. ,,Als het onderwijs goed genoeg is, komen de studenten vanzelf. Taal is dan nog maar een gering argument. Door alleen van voertaal te wisselen word je bovendien geen topinstituut, dat is alleen maar oude wijn in nieuwe zakken. En het gaat om de wijn”, zegt Van Mourik.

Volgzaam

Professor Jan Jacobs, opleidingsdirecteur bij Industrieel Ontwerpen (IO), is ook principieel tegen Engels als voertaal. ,,Het heeft geen nut en het is niet verstandig om in een zaal waar 99 procent Nederlanders zitten in het Engels te gaan doceren.”, aldus Jacobs. ,,Bovendien hebben wij al vrij veel buitenlandse studenten die allemaal te kennen hebben gegeven dat zij ook graag Nederlands willen leren.”

IO biedt al een aantal vakken in het Engels aan, maar Jacobs vindt dat het daarbij moet blijven. ,,Wij gaan ons om principiële redenen ook niet oriënteren op de volledige invoering van de Engelse taal in de masterfase.”

Heel wat volgzamer is de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM). De opleiding Technische Bestuurskunde pakt het paard bij de teugels. Pieter Bots, onderwijsdirecteur: ,,Op dit moment zijn we volop bezig met kijken naar mogelijkheid tot volledig invoeren van Engelstalige master”, aldus Bots. Het prepareren van docenten zal een van de grootste euvels zijn. ,,We bieden al een masters-programma aan en daar doen zo’n 35 studenten aan mee.”

Volgens hem is het tijdsintensief werk voor docenten. Voor die invoering van het Engels heeft TBM flink geïnvesteerd in ondermeer vertaalbureaus en externe adviseurs. ,,Make or buy, is de afweging die wij moeten maken voor wat betreft de dictaten”, zegt Bots.Over eventuele problemen die studenten zouden kunnen tegenkomen is Bots heel kort. ,,Op alle onderdelen van de vakken is een woordenboek toegestaan.”

Scherpte

De kwaliteit van het Engels van de docenten blijkt een kritisch punt bij invoering van Engelstalig onderwijs te zijn. ,,Wij zijn voor, mits de taalkennis van de docenten voldoende is”, aldus Jan Jan Lowijs van de facultaire studentenraad van de faculteit Informatietechnologie en Systemen. ,,Anders gaat de scherpte uit zijn verhaal en dat is nu net de meerwaarde van het college volgen.” Voor de studenten verwacht Lowijs weinig problemen, omdat veel studiemateriaal nu al in het Engels is en er ook nu al regelmatig Engelstalige gastdocenten optreden.

Ook Nadja Cramer, commissaris onderwijs bij de studievereniging van Werktuigbouwkunde, ziet wel wat in het plan, maar zet vraagtekens bij de praktische kant van de zaak. Zo zouden niet zonder slag of stoot alle Nederlandse dictaten in het Engels moeten worden vertaald. Tachtig procent van de boeken is nu al in het Engels. ,,Ik vraag me af of een vertaald dictaat toegevoegde waarde aan het vak geeft.” Daarnaast wil Cramer duidelijkheid over de geschiktheid van docenten om in het Engels te doceren.

Als de volledig Engelstalige masterfase inderdaad in 2002 van start gaat, betekent dat dat (nominaal lopende) studenten uit 1999 hier voor het eerst mee te maken krijgen. Deze studenten hebben hier niet voor gekozen. ,,Er moet dan ook een overgangsregeling komen voor deze studenten, zodat ze toch hun studie in het Nederlands af kunnen ronden”, vindt Bianca Stalenberg van het VSSD-bestuur.

Maar hoe zit het met de studenten die naar Nederland komen om in Delft te studeren. ,,Buitenlandse studenten die naar de TU komen, doen veel meer dan het volgen van vakken”, merkt Sander Elvik op. ,,Zij willen de Nederlandse cultuur leren kennen en daarvoor willen ze Nederlands leren.”

De Noorse Elvik is lid geweest van de studentenraad en was ook voorzitter van DISS (Delft International Students Society), een groepering van zeven verenigingen van buitenlandse studenten. Zodoende kent de Noor veel buitenlandse studenten. ,,De stap naar het buitenland is groter dan de taalbarrière: die is te overbruggen.” Een Engelstalige masterfase mag van Elvik dan ook geen excuus zijn om het aantal cursussen Nederlands omlaag te brengen.

Bekrompen

,,De rol van de Engelse taal in de techniek is onbetwist en wil de TU bijblijven, dan is invoering van Engels als voertaal onvermijdelijk”, zegt Marietta Spiekerman, stafmedewerker internationalisering. De ambitie om internationale erkenning te verwerven als topuniversiteit wil de TU ondermeer bereiken door samen te werken met andere universiteiten – bijvoorbeeld uit de IDEA-League.

De invoering van de bachelor-master structuur en het geleidelijk invoeren van het Engels als voertaal in het vierde en vijfde studiejaar vormen hierin een belangrijk aandeel, vindt Spiekerman. ,,Daarnaast zullen wij in toenemende mate buitenlandse gastdocentenontvangen – de toppers op hun vakgebied % en die spreken nu eenmaal ook geen Nederlands.”

Het college is zich ervan bewust dat de universiteit haar internationale faam voor een groot deel dankt aan onderzoeksresultaten. Volgens Spiekerman kan de TU deze troef uitspelen door te mikken op hoogstaande master-opleidingen, die gekoppeld zijn aan onderzoeksgebieden.

Ook enkele opleidingen, die nu nog aarzelen over de invoering van Engelstalig onderwijs, gaan overstag, denkt Spiekerman. ,,Ze gaan zich realiseren dat ze kansen missen en hun studenten tekort doen als ze niet in deze ontwikkeling meegaan. Er is internationaal bijvoorbeeld veel belangstelling voor de opleiding civiele techniek.”

Ook IO kan veel buitenlandse studenten trekken. Het veel genoemde tegenargument van het verlies aan scherpte in het onderwijs is volgens Spiekerman te ondervangen door naast docententrainingen in kleinere groepen les te gaan geven, door interactie tussen docent en studenten te vergroten of door intensieve begeleiding. De TU heeft hiervoor een gedragscode ontwikkeld.

Principiële bezwaren, dat op deze manier de Nederlandse cultuur verloren gaat, doet Spiekerman af als ‘conservatief’. ,,Ze komen voort uit een nogal bekrompen gedachte. Techniek is nu eenmaal per definitie mondiaal en dan moet je elkaar kunnen verstaan. Engels is daarbij de wereldtaal. Als je dat niet wilt had je geen technische studie moeten gaan volgen.” Buiten het onderwijs om zal er volgens haar nog genoeg in het Nederlands gebeuren om de eigen cultuur te bewaren.

19972

199825

199960

200075

2001100

2002150

200

Bron: TU

‘Msc-studenten integreren niet’

,,In het buitenland studeren wilde ik al vanaf mijn zestiende, dat leek me spannend”, zegt de van oorsprong Noorse Sander Elvik. In 1997 kwam hij naar Nederland om Lucht- en Ruimtevaarttechniek te studeren. ,,Ik wilde eerst naar Engeland, maar dat was zo ontzettend duur dat ik voor Delft koos.” Om Nederlands te leren volgde Elvik een twee maanden durende zomercursus. Hij had veel contact met studenten van Jansbrug, en spreekt nu vloeiend Nederlands.

Afgelopen jaar zat Elvik voor de fractie AAG in de studentenraad. Hij kon daar zijn eigen ervaringen kwijt met het TU-streven naar internationalisatie. ,,De buitenlanders die het regulierestudieprogramma volgen, integreren veel beter met de Nederlandse studenten dan de Msc-studenten. Zij hebben veel geld betaald en kiezen daardoor eerder voor vlot doorstuderen dan voor integreren met de Nederlanders. Hoeveel Msc-studenten worden er lid van een studentenvereniging?”

Elvik wil dat de TU meer werk maakt van het promoten van het volledige studieprogramma, in plaats van zich helemaal op de master-studenten toe te leggen. ,,De huidige gedachte over volledig curriculum-studenten is ‘die komen toch wel’.” Samen met de TU gaf de Noorse studentenvereniging ANSA vast een aanzet: ze maakten een folder voor Noorse vwo-scholieren.

,,De TU begint zich bewust te worden van de waarde van buitenlandse studenten”, vindt Elvik. ,,Als die buitenlanders eenmaal in Delft zijn is er wel aandacht voor ze: het probleem van huisvesting wordt steeds vaker ter sprake gebracht, ze kunnen bestuursbeurzen krijgen en komen straks in aanmerking voor geld uit de RFOS (regeling financiële ondersteuning studenten), terwijl de TU daar niet toe verplicht is.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.