Opinie

Een machtige knecht

Techniek verandert onze behoeftes en bepaalt onze culturele ontwikkeling. Bovendien zijn Nederlandse ingenieurs anonieme stille krachten achter wereldberoemde ontwikkelingen. Toch is ’techniek’ een miskend begrip.

In zijn boek ‘Techniek, een machtige knecht’ schetst Henk Tolsma een boeiend beeld van de moderne techniek. De ingenieur en technisch journalist voor onder meer Technisch Weekblad belicht het onderwerp vanuit historisch, ethisch, filosofisch, economisch, ecologisch en maatschappelijk perspectief. Ook schetst hij een karakterprofiel van ‘de’ ingenieur.

Door verkeerde beeldvorming scoren technische beroepen in het Westen slecht, betoogt Tolsma. Dit heeft geleid tot een tekort aan ingenieurs, dat wordt opgevuld vanuit Azië en het Midden Oosten. Daar scoort het beroep maatschappelijk hoger en studeren jaarlijks hele contingenten af. Zo bestaat de voltallige Chinese regering uit ingenieurs. Maar niet alleen burgers begrijpen nauwelijks wat techniek inhoudt. Ook journalisten, economen en politici hebben volgens de auteur een vertekend beeld van de techniek en haar (on)mogelijkheden.

Tolsma noemt ingenieurs professionele probleemoplossers. Hun opleiding is gericht op het ontwerpen en uitvoeren van praktische oplossingen voor concrete problemen. Pietjes Precies, want bij een damwand mag je geen fouten maken. Maar, zo benadrukt Tolsma, een ingenieur is geen wereldvreemde nerd. Hij is kundig, maar door zijn opleiding minder veelzijdig, creatief en cultureel ontwikkeld dan de ingenieur/kunstenaar uit het verleden. Zo hadden Leonardo DaVinci en Simon Stevin ook een visie op godsdienst, muziek, ethiek en het staatsbestel. Ingenieurs zijn ook zelden communicatief. Slechts enkelen zoeken de publiciteit, zoals sportjournalist Van Emmenes, Mussert, Philips’ Wim Dik, keeper Hans Vonk en ontwerper der Zuiderzeewerken Cornelis Lely.

Nederlandse ingenieurs zijn zodoende de anonieme stille krachten achter wereldberoemde ontwikkelingen als het Deltaplan, de televisie, de cd, de Twaronvezel, de microchipmachine, de HR-ketel en nieuwe metaallegeringen voor vliegtuigrompen. Als technische hoogstandjes noemt Tolsma onder meer het Millenniumwheel en de berging van de kernonderzeeër Koersk. Naast successen belicht hij technologische misrekeningen, zoals de veiling van UMTS-frequenties – die telecomsector én overheid miljarden kostte – en de mysterieuze broncode die de computerwereld moest omwentelen, maar spoorloos verdween toen de uitvinder overleed.

De auteur plaatst technologie in maatschappelijk perspectief. Na het jaar 1000 liep Europa haar achterstand op de islamitische wereld in, door menskracht te vervangen door andere krachtbronnen. De stoommachine veranderde de wereld ingrijpend. Andere technische verworvenheden waardoor de menselijke ontwikkeling accelereerde, zijn volgens Tolsma de klok, de bril en de boekdrukkunst. Hij legt de link tussen kunst en techniek en verwijst naar de ontwikkeling van muziekinstrumenten, opnametechniek, multimedia en digitale fotografie. Tot de zestiende eeuw waren ‘kunst’ en ’techniek’ synoniem, maar hedendaagse kunstenaars weten zich volgens Tolsma geen raad met moderne techniek.

Inmiddels doen slechts 12 duizend van de 350 duizend Nederlandse ondernemingen structureel aan research en heeft maar 7 procent contact met kenniscentra zoals universiteiten. Toch kent Tolsma veel succesvolle Nederlandse hightech ondernemingen. Die zijn belangrijk, want technologische ontwikkeling stimuleert de arbeidsproductiviteit en daarmee de economie. Ook veroorzaakt technologie prijsdalingen: voedsel is door technische ontwikkelingen in de agrarische sector nu tien keer goedkoper dan tweehonderd jaar geleden. Bovendien maakt technische vooruitgang kapitaal vrij voor andere aandachtsgebieden.

Tolsma is geen doemdenker over de uitputting van fossiele brandstoffen. Volgens hem kunnen we dankzij nieuwe fossiele energiebronnen, efficiëntere ontginningsmethoden en betere verwerkingstechnieken daar nog duizend jaar mee toe. Hij noemt oliehoudende zandlagen en kolenvergassing. Alternatieve energievormen vindt hij nog geen opties. Wél moeten schadelijke emissies worden aangepakt. Het echte probleem van deze tijd is volgens Tolsma de complexe software die geavanceerde processen bestuurt. Want, stelt hij, bij complexiteit moet een foutpercentage worden geaccepteerd en dat vergroot de risico’s.

Volgens Tolsma blijft er veel te doen. Het manipuleren van DNA, kernfusie, nanotechnieken, supergeleiding en de brandstofcel staan nog in de kinderschoenen. Ook wil de maatschappij milieuvriendelijker producten. Kleiner is een andere tendens waar de techniek op inspeelt. We produceren microscopische pompjes met nauwkeurigheden van een nanometer, bouwen een straalmotor op een chip en verschuiven atomen met een moleculair pincet. Nu ligt de productie van microchips bijna op moleculair niveau; nieuwe technieken zullen leiden tot geïntegreerde schakelingen op atomair niveau.

Daarnaast willen we megaconstructies. Het Viaduc de Millau heeft pylonen hoger dan de Eiffeltoren en Australië wil een zonnetoren van 970 meter hoog die elektriciteit opwekt door opstijgende lucht. Ook willen we verder en sneller. Zo landde de ruimtesonde Huygens op Titan en haalde een raketvliegtuig mach tien. Onze prestatiedrang vereist technologische innovatie. Maar ook aan onze basisbehoeften zoals voeding, huisvesting, medische zorg en bescherming tegen natuurgeweld, moet volgens Tolsma nog veel gebeuren. Zo blijft techniek ‘een machtige knecht’ ten dienste van de mens.

Lucien Bergamin is communicatie-adviseur en publicist.

Henk Tolsma: ‘Techniek, een machtige knecht’ (Veen Magazines, 2005), ISBN 90-76988-85-4. Prijs: 17,95 euro.

In zijn boek ‘Techniek, een machtige knecht’ schetst Henk Tolsma een boeiend beeld van de moderne techniek. De ingenieur en technisch journalist voor onder meer Technisch Weekblad belicht het onderwerp vanuit historisch, ethisch, filosofisch, economisch, ecologisch en maatschappelijk perspectief. Ook schetst hij een karakterprofiel van ‘de’ ingenieur.

Door verkeerde beeldvorming scoren technische beroepen in het Westen slecht, betoogt Tolsma. Dit heeft geleid tot een tekort aan ingenieurs, dat wordt opgevuld vanuit Azië en het Midden Oosten. Daar scoort het beroep maatschappelijk hoger en studeren jaarlijks hele contingenten af. Zo bestaat de voltallige Chinese regering uit ingenieurs. Maar niet alleen burgers begrijpen nauwelijks wat techniek inhoudt. Ook journalisten, economen en politici hebben volgens de auteur een vertekend beeld van de techniek en haar (on)mogelijkheden.

Tolsma noemt ingenieurs professionele probleemoplossers. Hun opleiding is gericht op het ontwerpen en uitvoeren van praktische oplossingen voor concrete problemen. Pietjes Precies, want bij een damwand mag je geen fouten maken. Maar, zo benadrukt Tolsma, een ingenieur is geen wereldvreemde nerd. Hij is kundig, maar door zijn opleiding minder veelzijdig, creatief en cultureel ontwikkeld dan de ingenieur/kunstenaar uit het verleden. Zo hadden Leonardo DaVinci en Simon Stevin ook een visie op godsdienst, muziek, ethiek en het staatsbestel. Ingenieurs zijn ook zelden communicatief. Slechts enkelen zoeken de publiciteit, zoals sportjournalist Van Emmenes, Mussert, Philips’ Wim Dik, keeper Hans Vonk en ontwerper der Zuiderzeewerken Cornelis Lely.

Nederlandse ingenieurs zijn zodoende de anonieme stille krachten achter wereldberoemde ontwikkelingen als het Deltaplan, de televisie, de cd, de Twaronvezel, de microchipmachine, de HR-ketel en nieuwe metaallegeringen voor vliegtuigrompen. Als technische hoogstandjes noemt Tolsma onder meer het Millenniumwheel en de berging van de kernonderzeeër Koersk. Naast successen belicht hij technologische misrekeningen, zoals de veiling van UMTS-frequenties – die telecomsector én overheid miljarden kostte – en de mysterieuze broncode die de computerwereld moest omwentelen, maar spoorloos verdween toen de uitvinder overleed.

De auteur plaatst technologie in maatschappelijk perspectief. Na het jaar 1000 liep Europa haar achterstand op de islamitische wereld in, door menskracht te vervangen door andere krachtbronnen. De stoommachine veranderde de wereld ingrijpend. Andere technische verworvenheden waardoor de menselijke ontwikkeling accelereerde, zijn volgens Tolsma de klok, de bril en de boekdrukkunst. Hij legt de link tussen kunst en techniek en verwijst naar de ontwikkeling van muziekinstrumenten, opnametechniek, multimedia en digitale fotografie. Tot de zestiende eeuw waren ‘kunst’ en ’techniek’ synoniem, maar hedendaagse kunstenaars weten zich volgens Tolsma geen raad met moderne techniek.

Inmiddels doen slechts 12 duizend van de 350 duizend Nederlandse ondernemingen structureel aan research en heeft maar 7 procent contact met kenniscentra zoals universiteiten. Toch kent Tolsma veel succesvolle Nederlandse hightech ondernemingen. Die zijn belangrijk, want technologische ontwikkeling stimuleert de arbeidsproductiviteit en daarmee de economie. Ook veroorzaakt technologie prijsdalingen: voedsel is door technische ontwikkelingen in de agrarische sector nu tien keer goedkoper dan tweehonderd jaar geleden. Bovendien maakt technische vooruitgang kapitaal vrij voor andere aandachtsgebieden.

Tolsma is geen doemdenker over de uitputting van fossiele brandstoffen. Volgens hem kunnen we dankzij nieuwe fossiele energiebronnen, efficiëntere ontginningsmethoden en betere verwerkingstechnieken daar nog duizend jaar mee toe. Hij noemt oliehoudende zandlagen en kolenvergassing. Alternatieve energievormen vindt hij nog geen opties. Wél moeten schadelijke emissies worden aangepakt. Het echte probleem van deze tijd is volgens Tolsma de complexe software die geavanceerde processen bestuurt. Want, stelt hij, bij complexiteit moet een foutpercentage worden geaccepteerd en dat vergroot de risico’s.

Volgens Tolsma blijft er veel te doen. Het manipuleren van DNA, kernfusie, nanotechnieken, supergeleiding en de brandstofcel staan nog in de kinderschoenen. Ook wil de maatschappij milieuvriendelijker producten. Kleiner is een andere tendens waar de techniek op inspeelt. We produceren microscopische pompjes met nauwkeurigheden van een nanometer, bouwen een straalmotor op een chip en verschuiven atomen met een moleculair pincet. Nu ligt de productie van microchips bijna op moleculair niveau; nieuwe technieken zullen leiden tot geïntegreerde schakelingen op atomair niveau.

Daarnaast willen we megaconstructies. Het Viaduc de Millau heeft pylonen hoger dan de Eiffeltoren en Australië wil een zonnetoren van 970 meter hoog die elektriciteit opwekt door opstijgende lucht. Ook willen we verder en sneller. Zo landde de ruimtesonde Huygens op Titan en haalde een raketvliegtuig mach tien. Onze prestatiedrang vereist technologische innovatie. Maar ook aan onze basisbehoeften zoals voeding, huisvesting, medische zorg en bescherming tegen natuurgeweld, moet volgens Tolsma nog veel gebeuren. Zo blijft techniek ‘een machtige knecht’ ten dienste van de mens.

Lucien Bergamin is communicatie-adviseur en publicist.

Henk Tolsma: ‘Techniek, een machtige knecht’ (Veen Magazines, 2005), ISBN 90-76988-85-4. Prijs: 17,95 euro.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.