Campus

Een goede student prikt door de franje heen

Jacob Fokkema, hoogleraar toegepaste geofysica, won de Leermeesterprijs. De ‘docent van het jaar’ licht zijn methode toe.’Reis naar het Middelpunt der Aarde’, de toekomstfantasie van Jules Verne, zal altijd science fiction blijven.

Een ontoegankelijke wereld strekt zich uit onder onze voeten, en om te weten te komen hoe die wereld eruit ziet is soms het volume van tien popfestivals nodig. Dynamiet te land, luchtkanonnen ter zee: voor de geofysici zijn het geoorloofde wapens. Aan de hand van de weerkaatsing van de geluidsgolven brengen ze de ondergrond driedimensioneel in kaart, kilometers diep soms. Ja, daar valt best een spannend reclamespotje van te maken.

De theorie meeslepend maken is moeilijker – de ‘golftheoretische aspecten van de seismische en elektromagnetische opsporingsmethoden’ zijn onder studenten berucht. Prof.dr.ir. Jacob Fokkema (53) lukt het.

Fokkema werd door studenten en collega’s voorgedragen voor de Leermeesterprijs: een eretitel waar een korte sabbatical leave aan verbonden is. Hij is, zegt de selectiecommissie, ‘een docent die zowel in onderwijs als onderzoek een meer dan vooraanstaande plaats inneemt.’ Fokkema geldt daarnaast als een hoogleraar die zich het vuur uit de sloffen loopt voor zijn studenten. Hij zorgt dat ze, mits getalenteerd, kunnen deelnemen aan belangrijke congressen en brengt ze in contact met het bedrijfsleven. Zijn deur staat altijd voor iedereen open. Hij enthousiasmeert. Hij heeft grote aandacht voor breedte in de opleiding. Enzovoorts, enzovoorts.

Maandagochtend, een half uur voor de uitreiking. ,,Ik moet je bekennen dat ik zenuwachtig ben”, zegt Fokkema. ,,Het is een bekroning op mijn werk, maar ik vraag me af of ik er recht op heb. Er zijn zoveel goede docenten!” Mevrouw Fokkema blijft de rust zelve.

Nullen

Geofysica-student Gerrit Toxopeus, die bij Fokkema afstudeert, noemt hem ‘een echte professor: een beetje verstrooid, maar met een zeer groot gevoel voor functies, formules en alles wat daarmee te maken heeft.’ Toxopeus kijkt terug op het vak geofysica bijzondere onderwerpen. ,,Ooit een prof zo uit zijn hoofd even een paar uitstapjes zien maken in de wiskunde om aan te tonen dat de twee formules echt dezelfde zijn? Natuurlijk gaat het fout, maar daar mag je dan met z%n allen tijdens de koffiepauze %altijd op zijn kosten % over nadenken. Uiteindelijk kom je er wel uit en heb je maar weer eens geleerd dat het opschrijven van formules op vele manieren kan.” Een ander onderdeel vormde de opdracht om je visie op een wetenschappelijk artikel te presenteren. Toxopeus kreeg destijds een artikel over de chaostheorie toegewezen, doorspekt vanduistere begrippen, maar ‘zeer overtuigend geschreven’. Toch leken er fouten in te zitten. In zo’n geval is de eerste (en tweede) reactie van een student: nee, ik moet me vergissen. Uiteindelijk kwam Toxopeus met z’n kritiek voor de dag, en bleek hij gedeeltelijk gelijk te hebben. ,,Boodschap duidelijk: blijf helder en simpel denken”, zegt hij nu.

De student die, na een paar weken ‘sudderen’, bij hem komt omdat hij toch echt een fout meent te hebben ontdekt in de tekst van een deskundige: het bezorgt Fokkema kippenvel. Zo was hij zelf ook, decennia geleden. De hoogleraar elektromagnetisme Aad de Hoop was zíjn leermeester. De eerstejaars Jacob Fokkema staarde zich drie maanden lang dood op een detail dat een heel wetenschappelijk betoog op losse schroeven leek te zetten. Uiteindelijk liep hij naar De Hoop. ,,Ik was zo geobsedeerd geraakt door een nul in de noemer, dat ik nooit gezien had dat in de teller ook een nul stond. De Hoop wist het, zonder het artikel te hoeven lezen.” De leermeester liet zo zien dat wie een wetenschappelijk artikel leest, niet alleen naar de verschillende stappen moet kijken, maar vooral ook naar het grotere geheel.

Fokkema kan daar inmiddels aan toevoegen: je kunt nooit kritisch een wetenschappelijk artikel lezen, als je niet ‘deelgenoot bent van de vraag.’ ,,Wetenschap begint bij de juiste vraagstelling.” De student moet zich niet laten verblinden door grote namen, glanzende reputaties, de kennis en expertise die tentoon worden gespreid. Hij of zij moet zich afvragen: welk probleem wil de auteur oplossen, en is het werkelijk een probleem?.

,,Ik probeer de studenten te laten zien wat wetenschappelijk denken is. Ik heb natuurlijk een prachtvak. Steeds nieuwe vindingen, verworvenheden, ontdekkingen – het blijft spannend. De uitkomsten van recent onderzoek probeer ik een plaats te geven in het college. Dan moeten ze een vraagstelling formuleren over iets wat nog niet in mijn bij de colleges gebruikte boek staat. Time lapse seismiek bijvoorbeeld: het kijken naar de veranderingen die de ondergrond heeft ondergaan in de periode tussen twee verschillende observaties in. Dat boek is niet heilig, er is niet één manier om bij het juiste antwoord uit te komen.”

Je gaat dingen veel beter begrijpen als je ze moet uitleggen, is zijn ervaring. ,,De kracht van een docent zit ‘m in hoe eenvoudig, hoe compact, hoe mooi hij iets kan overdragen. Je moet de essentie raken. Een goede student prikt al snel door de franje heen. Ik zoek steeds weer naar manieren om het zo simpel mogelijk te vertellen.” Als het aan Fokkema ligt, zal hij nog vele jaren lesgeven.

Teamgeest

Fokkema praat met bewondering over voorgangers – leermeesters als Van Bekkum en Young. Hij vat het uitgangspunt samen dat hij met ze gemeen heeft: ,,Respect voor de studenten, juist als ze bepaalde dingen veel beter zien dan jij.”

De studenten veranderen. ,,Ik merk soms dat op de middelbare school bepaalde wiskundige en natuurkundige onderwerpen wat in de verdrukking zijn geraakt.” Fokkema past zijn leermethode dus vanjaar tot jaar aan. ,,Maar de mentaliteit is altijd hetzelfde geweest, sinds ik in 1993 aantrad als hoogleraar. Misschien heb ik geluk gehad. De studenten zijn leergierig, en ze kunnen kameraadschappelijk denken. Wetenschappelijke ideeënvorming is een kwestie van met elkaar overleggen, samen problemen de revue laten passeren.”

,,Ik ken natuurlijk het beeld van de competitieve wetenschapper. In de jaren tachtig heb ik een tijd als post-doc op Stanford gewerkt, en daar ging de la op slot. Het wetenschappelijk denken was uitsluitend gericht op publiceren, publiceren, publiceren. Als je een idee had, moest je uitkijken met wie je dat besprak. Tegenwoordig heb ik in Delft en in het buitenland collega%s met wie ik hardop kan nadenken. Gelukkig. Ik ben ervan overtuigd dat teamgeest tot betere wetenschapsbeoefening leidt.”

Jacob Fokkema, hoogleraar toegepaste geofysica, won de Leermeesterprijs. De ‘docent van het jaar’ licht zijn methode toe.

‘Reis naar het Middelpunt der Aarde’, de toekomstfantasie van Jules Verne, zal altijd science fiction blijven. Een ontoegankelijke wereld strekt zich uit onder onze voeten, en om te weten te komen hoe die wereld eruit ziet is soms het volume van tien popfestivals nodig. Dynamiet te land, luchtkanonnen ter zee: voor de geofysici zijn het geoorloofde wapens. Aan de hand van de weerkaatsing van de geluidsgolven brengen ze de ondergrond driedimensioneel in kaart, kilometers diep soms. Ja, daar valt best een spannend reclamespotje van te maken.

De theorie meeslepend maken is moeilijker – de ‘golftheoretische aspecten van de seismische en elektromagnetische opsporingsmethoden’ zijn onder studenten berucht. Prof.dr.ir. Jacob Fokkema (53) lukt het.

Fokkema werd door studenten en collega’s voorgedragen voor de Leermeesterprijs: een eretitel waar een korte sabbatical leave aan verbonden is. Hij is, zegt de selectiecommissie, ‘een docent die zowel in onderwijs als onderzoek een meer dan vooraanstaande plaats inneemt.’ Fokkema geldt daarnaast als een hoogleraar die zich het vuur uit de sloffen loopt voor zijn studenten. Hij zorgt dat ze, mits getalenteerd, kunnen deelnemen aan belangrijke congressen en brengt ze in contact met het bedrijfsleven. Zijn deur staat altijd voor iedereen open. Hij enthousiasmeert. Hij heeft grote aandacht voor breedte in de opleiding. Enzovoorts, enzovoorts.

Maandagochtend, een half uur voor de uitreiking. ,,Ik moet je bekennen dat ik zenuwachtig ben”, zegt Fokkema. ,,Het is een bekroning op mijn werk, maar ik vraag me af of ik er recht op heb. Er zijn zoveel goede docenten!” Mevrouw Fokkema blijft de rust zelve.

Nullen

Geofysica-student Gerrit Toxopeus, die bij Fokkema afstudeert, noemt hem ‘een echte professor: een beetje verstrooid, maar met een zeer groot gevoel voor functies, formules en alles wat daarmee te maken heeft.’ Toxopeus kijkt terug op het vak geofysica bijzondere onderwerpen. ,,Ooit een prof zo uit zijn hoofd even een paar uitstapjes zien maken in de wiskunde om aan te tonen dat de twee formules echt dezelfde zijn? Natuurlijk gaat het fout, maar daar mag je dan met z%n allen tijdens de koffiepauze %altijd op zijn kosten % over nadenken. Uiteindelijk kom je er wel uit en heb je maar weer eens geleerd dat het opschrijven van formules op vele manieren kan.” Een ander onderdeel vormde de opdracht om je visie op een wetenschappelijk artikel te presenteren. Toxopeus kreeg destijds een artikel over de chaostheorie toegewezen, doorspekt vanduistere begrippen, maar ‘zeer overtuigend geschreven’. Toch leken er fouten in te zitten. In zo’n geval is de eerste (en tweede) reactie van een student: nee, ik moet me vergissen. Uiteindelijk kwam Toxopeus met z’n kritiek voor de dag, en bleek hij gedeeltelijk gelijk te hebben. ,,Boodschap duidelijk: blijf helder en simpel denken”, zegt hij nu.

De student die, na een paar weken ‘sudderen’, bij hem komt omdat hij toch echt een fout meent te hebben ontdekt in de tekst van een deskundige: het bezorgt Fokkema kippenvel. Zo was hij zelf ook, decennia geleden. De hoogleraar elektromagnetisme Aad de Hoop was zíjn leermeester. De eerstejaars Jacob Fokkema staarde zich drie maanden lang dood op een detail dat een heel wetenschappelijk betoog op losse schroeven leek te zetten. Uiteindelijk liep hij naar De Hoop. ,,Ik was zo geobsedeerd geraakt door een nul in de noemer, dat ik nooit gezien had dat in de teller ook een nul stond. De Hoop wist het, zonder het artikel te hoeven lezen.” De leermeester liet zo zien dat wie een wetenschappelijk artikel leest, niet alleen naar de verschillende stappen moet kijken, maar vooral ook naar het grotere geheel.

Fokkema kan daar inmiddels aan toevoegen: je kunt nooit kritisch een wetenschappelijk artikel lezen, als je niet ‘deelgenoot bent van de vraag.’ ,,Wetenschap begint bij de juiste vraagstelling.” De student moet zich niet laten verblinden door grote namen, glanzende reputaties, de kennis en expertise die tentoon worden gespreid. Hij of zij moet zich afvragen: welk probleem wil de auteur oplossen, en is het werkelijk een probleem?.

,,Ik probeer de studenten te laten zien wat wetenschappelijk denken is. Ik heb natuurlijk een prachtvak. Steeds nieuwe vindingen, verworvenheden, ontdekkingen – het blijft spannend. De uitkomsten van recent onderzoek probeer ik een plaats te geven in het college. Dan moeten ze een vraagstelling formuleren over iets wat nog niet in mijn bij de colleges gebruikte boek staat. Time lapse seismiek bijvoorbeeld: het kijken naar de veranderingen die de ondergrond heeft ondergaan in de periode tussen twee verschillende observaties in. Dat boek is niet heilig, er is niet één manier om bij het juiste antwoord uit te komen.”

Je gaat dingen veel beter begrijpen als je ze moet uitleggen, is zijn ervaring. ,,De kracht van een docent zit ‘m in hoe eenvoudig, hoe compact, hoe mooi hij iets kan overdragen. Je moet de essentie raken. Een goede student prikt al snel door de franje heen. Ik zoek steeds weer naar manieren om het zo simpel mogelijk te vertellen.” Als het aan Fokkema ligt, zal hij nog vele jaren lesgeven.

Teamgeest

Fokkema praat met bewondering over voorgangers – leermeesters als Van Bekkum en Young. Hij vat het uitgangspunt samen dat hij met ze gemeen heeft: ,,Respect voor de studenten, juist als ze bepaalde dingen veel beter zien dan jij.”

De studenten veranderen. ,,Ik merk soms dat op de middelbare school bepaalde wiskundige en natuurkundige onderwerpen wat in de verdrukking zijn geraakt.” Fokkema past zijn leermethode dus vanjaar tot jaar aan. ,,Maar de mentaliteit is altijd hetzelfde geweest, sinds ik in 1993 aantrad als hoogleraar. Misschien heb ik geluk gehad. De studenten zijn leergierig, en ze kunnen kameraadschappelijk denken. Wetenschappelijke ideeënvorming is een kwestie van met elkaar overleggen, samen problemen de revue laten passeren.”

,,Ik ken natuurlijk het beeld van de competitieve wetenschapper. In de jaren tachtig heb ik een tijd als post-doc op Stanford gewerkt, en daar ging de la op slot. Het wetenschappelijk denken was uitsluitend gericht op publiceren, publiceren, publiceren. Als je een idee had, moest je uitkijken met wie je dat besprak. Tegenwoordig heb ik in Delft en in het buitenland collega%s met wie ik hardop kan nadenken. Gelukkig. Ik ben ervan overtuigd dat teamgeest tot betere wetenschapsbeoefening leidt.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.