Opinie

Dromen zijn bedrog

Nietsvermoedend stap ik de kantine in. De goedgeluimde kantinedames zingen uit volle borst met de radio mee. Shit. Borsato. De keizer der meezingers, het meest toegankelijke lied aller tijden dendert nu door de keuken en ik erken dat het te laat is.

Gezellig brom ik mee, want ik weet: als onze soundmixheld eenmaal in je kop zit, dan is daar geen ramp tegen opgewassen. Al ligt je moeder op sterven, word je aangereden door een overwerkte, onderbetaalde vrachtwagenchauffeur, of is je huis net in de fik gevlogen omdat je met je zatte kop zin had in bitterballen; het maakt allemaal niet uit: de eerstvolgende drie dagen is het afgelopen met het baas in eigen brein. De Marco maakt de dienst uit en elke twee minuten jengelt de welhaast grungy gitaar opgewekt ‘Steeds als ik je zie lopen, dan gaat de hemel een klein beetje open.’

De best verkochte cd-single in de geschiedenis ligt zo gemakkelijk in het gehoor en het ritme is dusdanig dwingend, dat te verwachten valt dat komend weekend honderduizenden mensen verwend zullen worden met een verneukte ‘Dromen’ als Sinterklaasgedichtje. Tijdens een gezellig samenzijn met de schoonfamilie zal menig mislukte surprise voor het vriendje van het zusje van het vriend(innet)je opgesierd worden met een origineel ‘Steeds als de Sint je ziet lopen, denkt hij: Wat moet ik nu voor je kopen?’

Over surprises gesproken: bij de koffieautomaat aangekomen zie ik dat alle plastic bekertjes weggehaald zijn, zodat iedereen nu wel aan de milieumok moet. Prima. Mijn toch al goede humeur (de post bracht mij een studievoortgangsoverzicht waarop geen vak ontbrak) kan nu helemaal niet meer stuk. Prachtig, prachtig. Bij het college daarna is er genoeg plek in de zaal voor iedereen. De altijd zo verstrooide en chaotische prof vertelt een geweldig, een coherent, een strak en boeiend verhaal met duidelijke sheets, en ik begin me steeds blijer te voelen. Eigenlijk is de TU gewoon wel goed.

Sterren, je laat ze verbleken,

want je logo zal altijd stralen.

Na afloop loop ik even langs de dictatenverkoop, die open is. Tot mijn verbijstering vind ik alles van mijn gading, want er is geen vak waarvan het dictaat te laat is. Nu het lot mij blijk baar zo gunstig gezind is, neem ik het ervan, fiets naar Wiskunde, en naar WTM, maar ook daar slaagt niemand erin me teleur te stellen: alle dictaten zijn live te koop. Overmoedig geworden loop ik naar een willekeurig kopieerapparaat, steek mijn kaart erin en ja, hoor: hij werkt. Mijn enthousiasme over de TU kent nu geen grenzen meer.

Jij kan de zon laten schijnen,

want je doceert, en de raadsels verdwijnen.

Het spreekt vanzelf dat ’s middags alles al net zo perfect ging als ’s morgens: aardige student-assistenten die prakticumverslagen zonder veel gezeik goedkeuren, ik kan morgen al terecht voor een afspraak bij de studie-adviseur, en tot overmaat van geluk vind ik in de faculteitskroeg eeneensgezinde groep mensen; hoogleraren en OBP’ers, studenten en WP’ers, die samen pal staan voor een hoogwaardige TU. Dronken van geluk fiets ik later naar huis. TU, oh TU, je bent een droom van een universiteit.

Ik voel je kennis, je bezielende sfeer,

je bent een droom waar ik studeer.

Jij bent zo gaaf, en ik besluit,

Een keer in de zoveel tijd komen dromen uit.

Met een kamerbrede glimlach op mijn gezicht schrik ik wakker. Kut. Vijf over half negen.

Harry van de Pol

Nietsvermoedend stap ik de kantine in. De goedgeluimde kantinedames zingen uit volle borst met de radio mee. Shit. Borsato. De keizer der meezingers, het meest toegankelijke lied aller tijden dendert nu door de keuken en ik erken dat het te laat is. Gezellig brom ik mee, want ik weet: als onze soundmixheld eenmaal in je kop zit, dan is daar geen ramp tegen opgewassen. Al ligt je moeder op sterven, word je aangereden door een overwerkte, onderbetaalde vrachtwagenchauffeur, of is je huis net in de fik gevlogen omdat je met je zatte kop zin had in bitterballen; het maakt allemaal niet uit: de eerstvolgende drie dagen is het afgelopen met het baas in eigen brein. De Marco maakt de dienst uit en elke twee minuten jengelt de welhaast grungy gitaar opgewekt ‘Steeds als ik je zie lopen, dan gaat de hemel een klein beetje open.’

De best verkochte cd-single in de geschiedenis ligt zo gemakkelijk in het gehoor en het ritme is dusdanig dwingend, dat te verwachten valt dat komend weekend honderduizenden mensen verwend zullen worden met een verneukte ‘Dromen’ als Sinterklaasgedichtje. Tijdens een gezellig samenzijn met de schoonfamilie zal menig mislukte surprise voor het vriendje van het zusje van het vriend(innet)je opgesierd worden met een origineel ‘Steeds als de Sint je ziet lopen, denkt hij: Wat moet ik nu voor je kopen?’

Over surprises gesproken: bij de koffieautomaat aangekomen zie ik dat alle plastic bekertjes weggehaald zijn, zodat iedereen nu wel aan de milieumok moet. Prima. Mijn toch al goede humeur (de post bracht mij een studievoortgangsoverzicht waarop geen vak ontbrak) kan nu helemaal niet meer stuk. Prachtig, prachtig. Bij het college daarna is er genoeg plek in de zaal voor iedereen. De altijd zo verstrooide en chaotische prof vertelt een geweldig, een coherent, een strak en boeiend verhaal met duidelijke sheets, en ik begin me steeds blijer te voelen. Eigenlijk is de TU gewoon wel goed.

Sterren, je laat ze verbleken,

want je logo zal altijd stralen.

Na afloop loop ik even langs de dictatenverkoop, die open is. Tot mijn verbijstering vind ik alles van mijn gading, want er is geen vak waarvan het dictaat te laat is. Nu het lot mij blijk baar zo gunstig gezind is, neem ik het ervan, fiets naar Wiskunde, en naar WTM, maar ook daar slaagt niemand erin me teleur te stellen: alle dictaten zijn live te koop. Overmoedig geworden loop ik naar een willekeurig kopieerapparaat, steek mijn kaart erin en ja, hoor: hij werkt. Mijn enthousiasme over de TU kent nu geen grenzen meer.

Jij kan de zon laten schijnen,

want je doceert, en de raadsels verdwijnen.

Het spreekt vanzelf dat ’s middags alles al net zo perfect ging als ’s morgens: aardige student-assistenten die prakticumverslagen zonder veel gezeik goedkeuren, ik kan morgen al terecht voor een afspraak bij de studie-adviseur, en tot overmaat van geluk vind ik in de faculteitskroeg eeneensgezinde groep mensen; hoogleraren en OBP’ers, studenten en WP’ers, die samen pal staan voor een hoogwaardige TU. Dronken van geluk fiets ik later naar huis. TU, oh TU, je bent een droom van een universiteit.

Ik voel je kennis, je bezielende sfeer,

je bent een droom waar ik studeer.

Jij bent zo gaaf, en ik besluit,

Een keer in de zoveel tijd komen dromen uit.

Met een kamerbrede glimlach op mijn gezicht schrik ik wakker. Kut. Vijf over half negen.

Harry van de Pol

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.