Onderwijs

Drie TUs nemen gas terug in samenwerking

De drie TU’s hebben gas teruggenomen in hun samenwerkingsplannen. Twente, Eindhoven en Delft blijven baas op eigen campus. De uitwisseling van onderzoeksgroepen is uitgesteld.

De contacten Delft-Leiden worden steeds belangrijker.

Een ‘majeure operatie’ die ‘zonder meer pijn gaat doen’. Zo omschreef Loek Hermans de vergaande samenwerkingsplannen van de drie technische universiteiten begin mei, toen de Stuurgroep Sectorplan Wetenschap & Technologie met de eerste plannen naar buiten trad. Een fusie werd het niet, maar het zou er veel op lijken, volgens stuurgroepvoorzitter Hermans. In de toekomst zouden de drie TU’s feitelijk opgaan in ‘één virtuele technische universiteit Nederland’. Bij de tweede rapportage in oktober, beloofde Hermans, zouden Delft, Eindhoven en Twente concrete namen noemen van onderzoeksgroepen die ze zouden uitwisselen.

Vorige week stuurde de ‘stuurgroep-Hermans’ zijn tweede rapportage naar staatssecretaris Annette Nijs. Maar concrete onderzoeksgroepen die verhuizen of verdwijnen, daarover rept het dikke pak papier met geen woord. Noemt de commissie in haar eindrapport (januari 2004) wel man en paard? Waarschijnlijk ook dan niet, denkt de Delftse collegevoorzitter Hans van Luijk. ,,Het proces van onderlinge afstemming is moeilijk en moet serieus en zorgvuldig gebeuren.” Maar van uitstel komt geen afstel, verzekert Van Luijk.

Ook op andere terreinen lijkt de 3-TU-samenwerking minder vergaand en rap dan Hermans in mei verkondigde. Zo houden de drie volledig zeggenschap over hun eigen onderwijs en onderzoek. Het masteronderwijs wordt weliswaar onder de gezamenlijke paraplu gebracht van de nieuwe ‘3 TU Graduate School‘ en het onderzoek in het ‘3 TU Institute of Science & Technology‘. Maar dit worden ‘virtuele instellingen’, hebben de TU’s besloten. Ofwel: periodiek overleg tussen leden van de drie colleges van bestuur. Deze overkoepelende praatclubs krijgen geen formele macht.

Over die uitgeklede bevoegdheden is ‘pittig vergaderd’ binnen de stuurgroep, erkent Van Luijk. Want Hermans en de Universiteit Twente wilden dat de TU’s individuele macht zouden afstaan. Delft pertinent niet. ,,Wij willen geen structuren die de facto een fusie betekenen”, zegt Van Luijk.

Dat laatste heeft al tot scepsis geleid bij werkgeversorganisatie VNO-NCW, een van de (vele) partijen die vorig jaar opriepen tot een 3-TU-fusie. Na de eerste rapportage van de stuurgroep in mei reageerde VNO-NCW nog verheugd. Dat is nu getemperd, ervoer Van Luijk toen hij een delegatie van VNO-NCW onlangs van de tweede rapportage op de hoogte bracht. ,,Sommige VNO-NCW-mensen waren nogal sceptisch. Dat de TU’s de samenwerkingsplannen door zelfregulering willen realiseren, daar geloven ze niet allemaal in. En dan druk ik me eufemistisch uit.”

Kosten

De ’transitiekosten’ van de samenwerkingsoperatie moet het ministerie betalen, vinden de drie TU’s. Hermans rept over een’substantieel deel’ van de door het kabinet gereserveerde extra 700 miljoen. De oud-onderwijsminister ruikt blijkbaar geld, want in een interview in mei (Delta 15, 8 mei) zei hij nog: ,,%ik weet ook wel dat 100 miljoen euro aan de staatssecretaris vragen geen zin heeft.”

Van Luijk lijkt realistischer met zijn claim van ‘enkele tientallen miljoenen voor Delft’. Of dat geld er komt, blijft zeer de vraag. Volgens Van Luijk heeft Nijs zich in een schriftelijke reactie ‘wel heel erg op de vlakte gehouden’. Maar als de minister de beurs niet trekt, gaat het hele samenwerkingsfeest niet door, waarschuwt Van Luijk. ,,Want we doen dit voor de BV Nederland.%%

Overigens zijn die tientallen miljoenen aan transitiekosten niet louter bedoeld om onderzoeksgroepen over te hevelen, volgens Van Luijk. De drie TU’s hebben afgesproken dat ze op termijn tenminste twaalf procent van hun eerste geldstroom anders gaan besteden, ofwel: goede groepen versterken, matige groepen afknijpen. Ook voor deze interne ‘verbouwing van ons huis’ zijn die extra miljoenen bedoeld, aldus Van Luijk.

Tijdens die ‘verbouwing’ mogen andere universiteiten niet snel de kruimels afpikken die van tafel rollen, eisten de TU’s in mei al van Nijs. Volgens Van Luijk heeft het ministerie daar welwillend op gereageerd. Maar de meeste andere universiteiten vinden deze eis flauwekul, weet de Delftse collegevoorzitter.

Doorstroom

Betere doorstroommogelijkheden van bachelor- naar masteropleidingen zijn een van de vruchten van de 3-TU-samenwerking. Maar ook op dit terrein zijn de ambities teruggeschroefd. Volgens Hermans (in mei) zou iedere TU-bachelorstudent straks iedere TU-vervolgmaster kunnen kiezen, mits de aanwezige deficiënties zijn weggewerkt. ,,Dat werkt niet”, zegt Van Luijk nu. Daarom heeft de stuurgroep voor iedere bacheloropleiding alle mogelijke vervolgmasters opgesomd. Met name bouwkunde en geodesie komen er bekaaid af, zo blijkt. Een student met een bachelordiploma werktuigbouwkunde op zak kan straks bijna drie keer zoveel TU-masteropleidingen kiezen als zijn collega van bouwkunde.

De aansluiting met het vwo gaan de drie verbeteren, staat in de rapportage. ,,We gaan de curricula bekijken en extra reparaties aanbrengen”, zegt Van Luijk. Met name op wiskundeniveau zullen de opleidingen in het prille begin iets makkelijker worden. ,,Maar aan het eindniveau van onze opleidingen tornen we absoluut niet.”

In de ‘NRC’-wetenschapsbijlage van twaalf dagen geleden stond een uitgebreid verhaal over de samenwerking tussen de TU Delft en de Leidse universiteit. Staat dat een 3-TU-samenwerking niet in de weg? Van Luijk: ,,Nee. De 3-TU-samenwerking is geen eindstation. We richten ons huis opnieuw in. En in dat nieuwe huis kunnen we zonder bezwaar andere gasten uitnodigen.” Sterker nog, de Delfts-Leidse samenwerking staat in sommige opzichten model voor de 3-TU-samenwerking, volgens Van Luijk. Delft en Leiden hebben immers nu al vier gezamenlijke opleidingen en daar komen er binnenkort vier bij. ,,De samenwerking met Leiden gaat op dit moment verder dan met Twente en Eindhoven.”

De drie TU’s hebben gas teruggenomen in hun samenwerkingsplannen. Twente, Eindhoven en Delft blijven baas op eigen campus. De uitwisseling van onderzoeksgroepen is uitgesteld. De contacten Delft-Leiden worden steeds belangrijker.

Een ‘majeure operatie’ die ‘zonder meer pijn gaat doen’. Zo omschreef Loek Hermans de vergaande samenwerkingsplannen van de drie technische universiteiten begin mei, toen de Stuurgroep Sectorplan Wetenschap & Technologie met de eerste plannen naar buiten trad. Een fusie werd het niet, maar het zou er veel op lijken, volgens stuurgroepvoorzitter Hermans. In de toekomst zouden de drie TU’s feitelijk opgaan in ‘één virtuele technische universiteit Nederland’. Bij de tweede rapportage in oktober, beloofde Hermans, zouden Delft, Eindhoven en Twente concrete namen noemen van onderzoeksgroepen die ze zouden uitwisselen.

Vorige week stuurde de ‘stuurgroep-Hermans’ zijn tweede rapportage naar staatssecretaris Annette Nijs. Maar concrete onderzoeksgroepen die verhuizen of verdwijnen, daarover rept het dikke pak papier met geen woord. Noemt de commissie in haar eindrapport (januari 2004) wel man en paard? Waarschijnlijk ook dan niet, denkt de Delftse collegevoorzitter Hans van Luijk. ,,Het proces van onderlinge afstemming is moeilijk en moet serieus en zorgvuldig gebeuren.” Maar van uitstel komt geen afstel, verzekert Van Luijk.

Ook op andere terreinen lijkt de 3-TU-samenwerking minder vergaand en rap dan Hermans in mei verkondigde. Zo houden de drie volledig zeggenschap over hun eigen onderwijs en onderzoek. Het masteronderwijs wordt weliswaar onder de gezamenlijke paraplu gebracht van de nieuwe ‘3 TU Graduate School‘ en het onderzoek in het ‘3 TU Institute of Science & Technology‘. Maar dit worden ‘virtuele instellingen’, hebben de TU’s besloten. Ofwel: periodiek overleg tussen leden van de drie colleges van bestuur. Deze overkoepelende praatclubs krijgen geen formele macht.

Over die uitgeklede bevoegdheden is ‘pittig vergaderd’ binnen de stuurgroep, erkent Van Luijk. Want Hermans en de Universiteit Twente wilden dat de TU’s individuele macht zouden afstaan. Delft pertinent niet. ,,Wij willen geen structuren die de facto een fusie betekenen”, zegt Van Luijk.

Dat laatste heeft al tot scepsis geleid bij werkgeversorganisatie VNO-NCW, een van de (vele) partijen die vorig jaar opriepen tot een 3-TU-fusie. Na de eerste rapportage van de stuurgroep in mei reageerde VNO-NCW nog verheugd. Dat is nu getemperd, ervoer Van Luijk toen hij een delegatie van VNO-NCW onlangs van de tweede rapportage op de hoogte bracht. ,,Sommige VNO-NCW-mensen waren nogal sceptisch. Dat de TU’s de samenwerkingsplannen door zelfregulering willen realiseren, daar geloven ze niet allemaal in. En dan druk ik me eufemistisch uit.”

Kosten

De ’transitiekosten’ van de samenwerkingsoperatie moet het ministerie betalen, vinden de drie TU’s. Hermans rept over een’substantieel deel’ van de door het kabinet gereserveerde extra 700 miljoen. De oud-onderwijsminister ruikt blijkbaar geld, want in een interview in mei (Delta 15, 8 mei) zei hij nog: ,,%ik weet ook wel dat 100 miljoen euro aan de staatssecretaris vragen geen zin heeft.”

Van Luijk lijkt realistischer met zijn claim van ‘enkele tientallen miljoenen voor Delft’. Of dat geld er komt, blijft zeer de vraag. Volgens Van Luijk heeft Nijs zich in een schriftelijke reactie ‘wel heel erg op de vlakte gehouden’. Maar als de minister de beurs niet trekt, gaat het hele samenwerkingsfeest niet door, waarschuwt Van Luijk. ,,Want we doen dit voor de BV Nederland.%%

Overigens zijn die tientallen miljoenen aan transitiekosten niet louter bedoeld om onderzoeksgroepen over te hevelen, volgens Van Luijk. De drie TU’s hebben afgesproken dat ze op termijn tenminste twaalf procent van hun eerste geldstroom anders gaan besteden, ofwel: goede groepen versterken, matige groepen afknijpen. Ook voor deze interne ‘verbouwing van ons huis’ zijn die extra miljoenen bedoeld, aldus Van Luijk.

Tijdens die ‘verbouwing’ mogen andere universiteiten niet snel de kruimels afpikken die van tafel rollen, eisten de TU’s in mei al van Nijs. Volgens Van Luijk heeft het ministerie daar welwillend op gereageerd. Maar de meeste andere universiteiten vinden deze eis flauwekul, weet de Delftse collegevoorzitter.

Doorstroom

Betere doorstroommogelijkheden van bachelor- naar masteropleidingen zijn een van de vruchten van de 3-TU-samenwerking. Maar ook op dit terrein zijn de ambities teruggeschroefd. Volgens Hermans (in mei) zou iedere TU-bachelorstudent straks iedere TU-vervolgmaster kunnen kiezen, mits de aanwezige deficiënties zijn weggewerkt. ,,Dat werkt niet”, zegt Van Luijk nu. Daarom heeft de stuurgroep voor iedere bacheloropleiding alle mogelijke vervolgmasters opgesomd. Met name bouwkunde en geodesie komen er bekaaid af, zo blijkt. Een student met een bachelordiploma werktuigbouwkunde op zak kan straks bijna drie keer zoveel TU-masteropleidingen kiezen als zijn collega van bouwkunde.

De aansluiting met het vwo gaan de drie verbeteren, staat in de rapportage. ,,We gaan de curricula bekijken en extra reparaties aanbrengen”, zegt Van Luijk. Met name op wiskundeniveau zullen de opleidingen in het prille begin iets makkelijker worden. ,,Maar aan het eindniveau van onze opleidingen tornen we absoluut niet.”

In de ‘NRC’-wetenschapsbijlage van twaalf dagen geleden stond een uitgebreid verhaal over de samenwerking tussen de TU Delft en de Leidse universiteit. Staat dat een 3-TU-samenwerking niet in de weg? Van Luijk: ,,Nee. De 3-TU-samenwerking is geen eindstation. We richten ons huis opnieuw in. En in dat nieuwe huis kunnen we zonder bezwaar andere gasten uitnodigen.” Sterker nog, de Delfts-Leidse samenwerking staat in sommige opzichten model voor de 3-TU-samenwerking, volgens Van Luijk. Delft en Leiden hebben immers nu al vier gezamenlijke opleidingen en daar komen er binnenkort vier bij. ,,De samenwerking met Leiden gaat op dit moment verder dan met Twente en Eindhoven.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.