Formula Student nam vorige week woensdag officieel het nieuwe zenuwcentrum in het gebouw van Ontwerp, Constructie en Productie in gebruik. De ontwerpfase van een nieuwe raceauto is in het eindstadium beland: de hoogste tijd voor een kijkje onder de motorkap van het Formula Student Team van de TU Delft.
br />
Vorig jaar deed de TU Delft als eerste Nederlandse universiteit mee aan de prestigieuze Formula Student ontwerpwedstrijd. Bij dit jaarlijkse evenement bestrijden universiteiten uit heel de wereld elkaar op het asfalt met zelfontworpen en zelfgebouwde raceauto’s. De Delftse delegatie won in Birmingham de runner-up rookie award, de prijs voor de op één na beste debutant. Pieter Commandeur, projectleider van het Formula Student team heeft zijn studie werktuigbouwkunde een jaar stopgezet om zich full-time op de raceauto voor 2002 te storten. De tijd dringt, in juli wordt in het Engelse Bruntingthorpe een spiksplinternieuwe auto verwacht. Commandeur: ,,We hebben er voor gekozen een nieuwe auto te ontwerpen en geen onderdelen uit de oude auto te gebruiken. Ten eerste omdat de oude auto dan nog gebruikt kan worden voor promotie van de TU en voor training van de bestuurders, ten tweede omdat het simpelweg leuker is om een compleet nieuwe auto te ontwerpen.”
Over gebrek aan mankracht heeft het team niet te klagen. Dit jaar gaven zich ongeveer tachtig geïnteresseerden op, waarvan de helft actief aan de nieuwe auto werkt. Hofleveranciers zijn de studies luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (l&r), werktuigbouwkunde, en industrieel ontwerpen. Allemaal racefanaten? Technisch directeur en l&r-student Arjen Schulpen: ,,Jazeker. Als we met een uitje gaan karten, nemen we meestal meteen alle posities op de dag-top-25 over. Ik ken ook maar weinig teamleden die niet geabonneerd zijn op een of ander autoblad.”
Op basis van de kartprestaties wordt ook bepaald wie van het team uiteindelijk de auto mag besturen. Pr-manager David Bauman: ,,Het bochtenwerk, schakelen, accelereren. Op de kartbaan zie je snel wie het gevoel heeft en wie niet.”
Is het dan geen idee om de Nederlands kampioen karten achter het stuur te zetten? Bauman: ,,Dat mag niet. De coureur moet student zijn aan de universiteit. We mogen dus niet even Jos Verstappen inschrijven bij werktuigbouw en hem als coureur nemen. En bovendien vinden we dat iemand die zich een jaar lang heeft ingezet bij de ontwikkeling van de auto, het meer verdiend heeft om in de auto te zitten.”
Roll-bar
In tegenstelling tot grote broer Formule 1, is de Formula Student meer een ontwerpwedstrijd dan een racewedstrijd. Commandeur: ,,De auto’s worden beoordeeld in zogenaamde static en dynamic events. Bij de static events wordt door een jury gekeken naar zaken als maakbaarheid, inventiviteit en duurzaamheid. Ook moet er een presentatie worden gehouden van het kostenplaatje van de auto.” Bij de static events wordt ook gecontroleerd of de teams zich wel aan de ontwerpvoorschriften hebben gehouden. Vooral de veiligheid is hierbij van belang. Commandeur: ,,De coureur moet bijvoorbeeld beschermd zijn door een metalen roll-bar boven zijn hoofd, zodat hij zich niet kan verwonden als de auto over de kop slaat. Ook is er een minimale lengte voor de coureur vastgesteld. We mogen dus geen ultra-lichte auto rondom eendwerg met coureursambities bouwen.” Bij de dynamic events mag de motor pas gaan ronken. Met achtjes, acceleratietests, een autocross en een endurancewedstrijd over 22 kilometer worden de dynamische prestaties van de auto getest. Commandeur: ,,De dynamic events zijn natuurlijk het spannendst. Doet de auto wel wat hij moet doen? Er wordt voor en na de wedstrijdonderdelen ook altijd nog veel last-minute gesleuteld en gelast. Tijdens de wedstrijd gebeuren er de gekste dingen. Vorig jaar brak van één van de auto’s een versnellingskabel, waardoor de coureur ruim twintig kilometer in de eerste versnelling heeft moeten rijden.” Ook het Delftse team stuitte op problemen tijdens het rijden. ,,Het is gebruikelijk dat een nieuwe auto uitgebreid getest wordt. Aangezien wij pas net voor het toernooi onze auto gereed hadden, was het eerste wedstrijdonderdeel ook eigenlijk meteen de test. We zijn nog tegen behoorlijk wat technische problemen aan gelopen.”
Jaguar XKR
Hoewel de auto aardig presteerde voor een debutant, werden er lange lijsten aangelegd met aanbevelingen voor de nieuwe auto. In tegenstelling tot de Formule 1 is bij de Formula Student ‘de ideale auto’ nog niet gevonden. Het verschil tussen de deelnemende auto’s is groot. Commandeur: ,,Er wordt bijvoorbeeld veel geëxperimenteerd met de wielbasis, de afstand tussen de voor- en achterwielen. Bij een kleine wielbasis ben je wendbaarder, maar minder stabiel bij hoge snelheden. Ook zijn er grote verschillen in de constructies. Waar sommige teams kiezen voor buizenframes, kiezen wij voor een composietenconstructie met een aluminium torsiedoos aan de achterkant voor de ophanging van de motor. In vergelijking met vorig jaar, hebben we dit jaar veel meer tijd genomen om de constructie door te rekenen om gewicht te besparen. De nieuwe auto zal hierdoor 75 kilo lichter uitvallen. En dat leidt weer tot een betere grip in de bochten en een hogere acceleratie.”
Een kijkje over de schouder van chassisontwerper Daan Vos leert dat de bestuurder nog meer moois te wachten staat. Hij wijst op de zichtlijnen van de coureur in zijn autocadtekening: ,,De voorkant van de auto loopt nu wat steiler af, waardoor de bestuurder beter zicht op de baan heeft.”
Door de opgebouwde ervaring is er duidelijk meer ruimte om op dat soort details te letten. Commandeur: ,,Vorig jaar wilden we gewoon een auto die kon rijden. Daarom kozen we voor een robuust ontwerp dat dus her en der wat overgedimensioneerd was. Dit jaar zijn we zover dat we naast een rijdende auto ook een goed rijdende auto op het asfalt kunnen zetten.”
Aan de planning is ook meer aandacht besteed. Commandeur: ,,Ik denk dat we veel beter zullen presteren doordat we dit jaar de tijd hebben om de auto voor het evenement uitgebreid te testen. Het bouwen van een raceauto is behalve een technische uitdaging ook een logistieke uitdaging. Wanneer moet wat af zijn? Wie heeft er tijd om dat te doen? Dat soort vraagstukken blijven toch altijd lastig met een team van studenten-vrijwilligers, vooral rond tentamentijd.”
Naast denk- en mankracht kost het maken van een raceauto natuurlijk ook heel veel ‘geldkracht’. Welk prijskaartje hangt er aan de Delftse gouden koe? Arjen Schulpen: ,,Het kostenplaatje is moeilijk te maken. We krijgen zowel contant geld als onderdelen van sponsoren.” Kom, kom, niet zo diplomatiek. Wat kost zo’n auto nou? Schulpen gaat overstag: ,,Oké, je zou voor hetzelfde geld ook een mooie nieuwe Jaguar XKR kunnen kopen.”
Formula Student nam vorige week woensdag officieel het nieuwe zenuwcentrum in het gebouw van Ontwerp, Constructie en Productie in gebruik. De ontwerpfase van een nieuwe raceauto is in het eindstadium beland: de hoogste tijd voor een kijkje onder de motorkap van het Formula Student Team van de TU Delft.
Vorig jaar deed de TU Delft als eerste Nederlandse universiteit mee aan de prestigieuze Formula Student ontwerpwedstrijd. Bij dit jaarlijkse evenement bestrijden universiteiten uit heel de wereld elkaar op het asfalt met zelfontworpen en zelfgebouwde raceauto’s. De Delftse delegatie won in Birmingham de runner-up rookie award, de prijs voor de op één na beste debutant. Pieter Commandeur, projectleider van het Formula Student team heeft zijn studie werktuigbouwkunde een jaar stopgezet om zich full-time op de raceauto voor 2002 te storten. De tijd dringt, in juli wordt in het Engelse Bruntingthorpe een spiksplinternieuwe auto verwacht. Commandeur: ,,We hebben er voor gekozen een nieuwe auto te ontwerpen en geen onderdelen uit de oude auto te gebruiken. Ten eerste omdat de oude auto dan nog gebruikt kan worden voor promotie van de TU en voor training van de bestuurders, ten tweede omdat het simpelweg leuker is om een compleet nieuwe auto te ontwerpen.”
Over gebrek aan mankracht heeft het team niet te klagen. Dit jaar gaven zich ongeveer tachtig geïnteresseerden op, waarvan de helft actief aan de nieuwe auto werkt. Hofleveranciers zijn de studies luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (l&r), werktuigbouwkunde, en industrieel ontwerpen. Allemaal racefanaten? Technisch directeur en l&r-student Arjen Schulpen: ,,Jazeker. Als we met een uitje gaan karten, nemen we meestal meteen alle posities op de dag-top-25 over. Ik ken ook maar weinig teamleden die niet geabonneerd zijn op een of ander autoblad.”
Op basis van de kartprestaties wordt ook bepaald wie van het team uiteindelijk de auto mag besturen. Pr-manager David Bauman: ,,Het bochtenwerk, schakelen, accelereren. Op de kartbaan zie je snel wie het gevoel heeft en wie niet.”
Is het dan geen idee om de Nederlands kampioen karten achter het stuur te zetten? Bauman: ,,Dat mag niet. De coureur moet student zijn aan de universiteit. We mogen dus niet even Jos Verstappen inschrijven bij werktuigbouw en hem als coureur nemen. En bovendien vinden we dat iemand die zich een jaar lang heeft ingezet bij de ontwikkeling van de auto, het meer verdiend heeft om in de auto te zitten.”
Roll-bar
In tegenstelling tot grote broer Formule 1, is de Formula Student meer een ontwerpwedstrijd dan een racewedstrijd. Commandeur: ,,De auto’s worden beoordeeld in zogenaamde static en dynamic events. Bij de static events wordt door een jury gekeken naar zaken als maakbaarheid, inventiviteit en duurzaamheid. Ook moet er een presentatie worden gehouden van het kostenplaatje van de auto.” Bij de static events wordt ook gecontroleerd of de teams zich wel aan de ontwerpvoorschriften hebben gehouden. Vooral de veiligheid is hierbij van belang. Commandeur: ,,De coureur moet bijvoorbeeld beschermd zijn door een metalen roll-bar boven zijn hoofd, zodat hij zich niet kan verwonden als de auto over de kop slaat. Ook is er een minimale lengte voor de coureur vastgesteld. We mogen dus geen ultra-lichte auto rondom eendwerg met coureursambities bouwen.” Bij de dynamic events mag de motor pas gaan ronken. Met achtjes, acceleratietests, een autocross en een endurancewedstrijd over 22 kilometer worden de dynamische prestaties van de auto getest. Commandeur: ,,De dynamic events zijn natuurlijk het spannendst. Doet de auto wel wat hij moet doen? Er wordt voor en na de wedstrijdonderdelen ook altijd nog veel last-minute gesleuteld en gelast. Tijdens de wedstrijd gebeuren er de gekste dingen. Vorig jaar brak van één van de auto’s een versnellingskabel, waardoor de coureur ruim twintig kilometer in de eerste versnelling heeft moeten rijden.” Ook het Delftse team stuitte op problemen tijdens het rijden. ,,Het is gebruikelijk dat een nieuwe auto uitgebreid getest wordt. Aangezien wij pas net voor het toernooi onze auto gereed hadden, was het eerste wedstrijdonderdeel ook eigenlijk meteen de test. We zijn nog tegen behoorlijk wat technische problemen aan gelopen.”
Jaguar XKR
Hoewel de auto aardig presteerde voor een debutant, werden er lange lijsten aangelegd met aanbevelingen voor de nieuwe auto. In tegenstelling tot de Formule 1 is bij de Formula Student ‘de ideale auto’ nog niet gevonden. Het verschil tussen de deelnemende auto’s is groot. Commandeur: ,,Er wordt bijvoorbeeld veel geëxperimenteerd met de wielbasis, de afstand tussen de voor- en achterwielen. Bij een kleine wielbasis ben je wendbaarder, maar minder stabiel bij hoge snelheden. Ook zijn er grote verschillen in de constructies. Waar sommige teams kiezen voor buizenframes, kiezen wij voor een composietenconstructie met een aluminium torsiedoos aan de achterkant voor de ophanging van de motor. In vergelijking met vorig jaar, hebben we dit jaar veel meer tijd genomen om de constructie door te rekenen om gewicht te besparen. De nieuwe auto zal hierdoor 75 kilo lichter uitvallen. En dat leidt weer tot een betere grip in de bochten en een hogere acceleratie.”
Een kijkje over de schouder van chassisontwerper Daan Vos leert dat de bestuurder nog meer moois te wachten staat. Hij wijst op de zichtlijnen van de coureur in zijn autocadtekening: ,,De voorkant van de auto loopt nu wat steiler af, waardoor de bestuurder beter zicht op de baan heeft.”
Door de opgebouwde ervaring is er duidelijk meer ruimte om op dat soort details te letten. Commandeur: ,,Vorig jaar wilden we gewoon een auto die kon rijden. Daarom kozen we voor een robuust ontwerp dat dus her en der wat overgedimensioneerd was. Dit jaar zijn we zover dat we naast een rijdende auto ook een goed rijdende auto op het asfalt kunnen zetten.”
Aan de planning is ook meer aandacht besteed. Commandeur: ,,Ik denk dat we veel beter zullen presteren doordat we dit jaar de tijd hebben om de auto voor het evenement uitgebreid te testen. Het bouwen van een raceauto is behalve een technische uitdaging ook een logistieke uitdaging. Wanneer moet wat af zijn? Wie heeft er tijd om dat te doen? Dat soort vraagstukken blijven toch altijd lastig met een team van studenten-vrijwilligers, vooral rond tentamentijd.”
Naast denk- en mankracht kost het maken van een raceauto natuurlijk ook heel veel ‘geldkracht’. Welk prijskaartje hangt er aan de Delftse gouden koe? Arjen Schulpen: ,,Het kostenplaatje is moeilijk te maken. We krijgen zowel contant geld als onderdelen van sponsoren.” Kom, kom, niet zo diplomatiek. Wat kost zo’n auto nou? Schulpen gaat overstag: ,,Oké, je zou voor hetzelfde geld ook een mooie nieuwe Jaguar XKR kunnen kopen.”

Comments are closed.