Delftse gemeenteraad roept TU op: ‘Praat met óns’

Het college van bestuur (cvb) van de TU Delft maakte eerder deze maand bekend te willen groeien naar 40 duizend studenten. Het is de bedoeling dat die studenten niet allemaal naar Delft komen, maar dat ze worden verdeeld over campussen in Rotterdam en Den Haag.

Het plan is nog niet definitief. Het cvb is op 15 september begonnen met een interne consultatieronde over de groeiplannen die half november klaar moet zijn. Hoewel de precieze plannen voor de externe consultatie volgens een TU-woordvoerder nog worden uitgewerkt, gaat het cvb de komende tijd in ieder geval praten met bedrijven, overheden en de universiteiten en medische centra van Rotterdam en Leiden. De Delftse gemeenteraad wordt niet genoemd in een opsomming ‘relevante externe betrokkenen’ in een TU-memo over de consultatieronde. Dat lijstje lijkt niet volledig , maar de raadsleden hebben in ieder geval nog geen uitnodiging gehad. De fracties verwachten gezien hun vergadertermijnen ook niet dat een gesprek nog voor half november kan plaatsvinden. Dat steekt ze. Delta belde met gemeenteraadsleden van VVD Delft, CDA Delft, GroenLinks Delft, SP Delft en Stip.

“Het is goed dat de TU nadenkt over de toekomst, maar dit moet de universiteit in samenspraak met de gemeenteraad doen”, zegt fractieleider Frank Visser van CDA Delft. “Eventuele groeiplannen hebben gevolgen voor huisvesting, infrastructuur en allerlei andere onderwerpen die de stad Delft raken. Als je campussen in Den Haag en Rotterdam wilt, moet je bijvoorbeeld ov-verbindingen tussen die steden ook verbeteren. Daar heeft de TU ons voor nodig.”

Slagingskans
Fractieleider Rinske Wessels van GroenLinks en Stip-raadslid Daylam Dag zijn het met hem eens. “Het is een mooie ambitie van de TU als die vraag naar ingenieurs echt zo groot is. Maar alleen met jubeltoon deze plannen de wereld in sturen is niet voldoende. Iedere Delftenaar merkt nu in zijn of haar dagelijks leven al de gevolgen van de sterke groei die de TU de afgelopen jaren heeft doorgemaakt. Wij staan als gemeenteraadsleden middenin de samenleving, weten ontzettend goed wat er speelt in Delftse wijken en zijn het hoogste bestuursorgaan van de stad. Vergeet ons dus niet”, zegt Wessels. Dag voegt daaraan toe dat ‘een goede samenwerking tussen TU en stad cruciaal is voor beide partijen’. “Als de TU deze groeiplannen wil laten slagen, moet ze ook de input van de gemeenteraad meenemen.”

‘Blijkbaar verwacht de TU weinig tegenspraak’

De gemeenteraadsleden willen vooral overleggen over de gevolgen van de plannen voor huisvesting in de stad en omliggende gemeentes. Want ook al wil de TU uitwijken naar buursteden Rotterdam en Den Haag, de lokale politieke partijen verwachten dat de groeiplannen alsnog sterke invloed hebben op Delft. “De studenten die we nu hebben, kunnen we al nauwelijks huisvesten, dus hoe gaan we dat in de toekomst doen? Oplossingen voor huisvesting is voor ons een van de belangrijkste gespreksonderwerpen”, zegt Wessels. 

Volgens VVD-raadslid Miranda Voogt moet in Delftse woonwijken ‘de balans tussen studenten en bewoners bewaard blijven’. “De universiteit heeft daar een rol in: die moet ervoor waken dat de balans niet zoek raakt. Wat ons betreft betekent meer studenten dat de TU meer huisvesting op de campus gaat bouwen.” Stip wil ook dat de TU ‘haar verantwoordelijkheid neemt op het gebied van studenthuisvesting’. “De universiteit moet actief meedenken over oplossingen voor het oplopende studentenkamertekort”, vindt Dag.

Grootheidswaan 
In december moet het consultatieproces uitmonden in een standpunt, waarna in 2023 gesprekken over het nieuwe Instellingsplan 2024-2030 plaatsvinden. In december wil de universiteit ook aankloppen bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vertelde Van der Hagen op 22 september tijdens een vergadering met de ondernemingsraad en de studentenraad. “We willen eind dit jaar bij minister aangeven: dit is hoe wij de toekomst zien en dit hebben we daarvoor nodig.” SP-fractieleider Lieke van Rossum vraagt zich door de duur van het consultatieproces af hoe serieus de TU het consultatieproces neemt. “Half november is behoorlijk snel. Blijkbaar verwacht de TU weinig tegenspraak.”

Van Rossum vraagt zich bovendien af of de TU überhaupt moet uitbreiden. “De universiteit zegt dat ‘de samenleving om ingenieurs schreeuwt’, maar waar blijkt dat dan uit? Dat is mij nog steeds niet duidelijk.” Ze noemt de plannen ‘pure grootheidswaanzin’. “De organisatie moet door deze plannen opeens tig keer zo groot worden én op drie plekken uitbreiden. Als universiteit moet je je studenten op een goede manier opleiden en ik denk niet dat deze enorme schaalvergroting daartoe leidt.”

• De TU had ook andere groeiscenario’s kunnen kiezen. Welke dat zijn, lees je hier.
• Lees ook dit interview met collegevoorzitter Tim van der Hagen voor zijn visie.