Was Delft in 2017 nog de beste studentenkamerstad, in de ranglijst van de Landelijke Studentenvakbond bungelt Delft dit jaar onderaan. Enschede staat nu op kop.
De prijs werd vorige week voor de tweede keer uitgereikt door de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en kenniscentrum studentenhuisvesting Kences. Ze vragen daarmee aandacht voor het kamertekort onder studenten. Gemeenten die dit probleem tegengaan met slim beleid worden met de prijs in het zonnetje gezet.
Betaalbaar en veilig
De dertien steden met de meeste studenten werden beoordeeld op basis van hun studentenhuisvestingsbeleid. Werken ze goed samen met woningcorporaties, hoe makkelijk is het voor particulieren om hun pand te verhuren aan studenten? Ook is gekeken naar de informatievoorziening voor studenten en naar nieuwe initiatieven en projecten.
Enschede doet dat dit jaar dus het best, volgens de LSVb. “Ondanks dat de woningnood in Enschede het laagst is, zet de stad zich actief in voor betaalbare en veilige studentenhuisvesting. Ze zijn daarmee een mooi voorbeeld voor andere studentensteden, daar mogen ze trots op zijn”, aldus LSVb-voorzitter Carline van Breugel.
Eerlijke kans
Enschede werkt goed samen met de woningcorporaties en doet veel om studenten een eerlijke kans te geven op een woning. Het kamerplatform dat hiertoe samen met de onderwijsinstellingen is opgezet krijgt veel waardering in het juryrapport.
Wageningen, nummer twee op de lijst, scoort met haar jaarlijkse monitor studentenhuisvesting die ze samen met de universiteit en studentenhuisvester Idealis maakt. Ook in Tilburg vindt er veel overleg plaats tussen onderwijsinstellingen, gemeente en corporaties. De stad geeft bovendien kamergaranties aan internationale studenten.
Delft dit jaar onderaan
Opvallend is dat de ranglijst compleet veranderd is ten opzichte van de eerste editie in 2017. Enschede stond toen onderaan en toenmalig winnaar Delft belandt dit keer op plaats tien van de dertien omdat het soepele beleid rondom het omzetten van woningen in kamers het afgelopen jaar veel strenger is geworden.
Toch herkent het college van de gemeente Delft zich niet in deze lage klassering. Via een persvoorlichter laat zij weten dat studentenhuisvesting nog altijd prioriteit is. “De gemeente Delft realiseert tot 2023 tenminste tweeduizend studentenwoningen. Daarnaast krijgen de gemeente in het onderzoek goede scores voor haar samenwerking met de TU Delft en woningcorporaties.”
Dat de lage score voor Delft voortkomt uit de invoering van de omzettingsvergunning, begrijpt het college, maar de reden voor invoering van dit beleid heeft het LSVb/Kences volgens haar verkeerd begrepen. “De ongebreidelde verkamering van zelfstandige woningen zorgde er voor dat de lokale woningmarkt uit balans dreigde te raken, specifiek in een aantal wijken (Binnenstad, Wippolder en Westerkwartier). Invoering van dit beleid had als doel de woningmarkt in balans te houden en niet om overlast tegen te gaan, zoals in het onderzoek gesuggereerd wordt.”
De Vereniging voor Studie- en Studentenbelangen Delft (VSSD) spant zich in om de regeling terug te laten draaien, laat voorzitter Jeannine Frijns weten. “We vinden dat iedere student woonruimte moet kunnen krijgen.”
Kamernood
Ook in andere steden is er veel veranderd. “Op het moment staat studentenhuisvesting in veel steden hoog op de agenda, waardoor regelingen onder de loep worden genomen en deze versoepeld worden of juist strenger worden gemaakt”, aldus het rapport.
Veel Nederlandse studentensteden kampen met een tekort aan betaalbare studentenkamers, blijkt uit de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2018 van Kences. Daarin staat dat nog altijd duizenden studenten dagelijks heen en weer moeten reizen tussen hun studiestad en het ouderlijk huis.
HOP, Steffi Weber/Delta, Marjolein van der Veldt
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.