Terwijl ik dit schrijf, zit ik op de beste bureaustoel ooit gemaakt. Ik verblijf momenteel op de Harvard Business School waar ik het Executive Education Program ‘Leading Science-Based Enterprises’ volg.
Drie jaar geleden was ik hier ook en maakte toen kennis met de Herman Miller Aeron. Die stoel stond standaard in alle kamers, want men vindt het hier vanzelfsprekend dat mensen die hard moeten werken comfortabel kunnen zitten. Ditmaal stond er tot mijn teleurstelling een andere stoel in mijn kamer. Ik vroeg of ik misschien een Herman Miller-stoel kon krijgen. Geen probleem. De volgende dag stond er een Aeron in mijn kamer.
Toen ik drie jaar geleden terugkwam, wilde ik maar één ding: een Herman Miller-stoel op mijn werkplek in Delft. Acht uur per dag, vijf dagen per week, 52 weken per jaar, en wie weet hoeveel jaren nog zit ik op een bureaustoel. Nadat ik op de stoel had gezeten, wilde ik niet meer op een stoel zitten. Dus diende ik een verzoek in voor een Aeron. Het bleef lang stil want zo’n ingewikkeld verzoek handel je natuurlijk niet binnen een dag of een week of een maand af. Er was een ‘call’ aangemaakt waarin stond: ‘De heer Hartmann wil graag een nieuwe stoel. Gaat dit via FM of moet de Arbo dit doen?’ Na voor de zoveelste maal geïnformeerd te hebben waar mijn stoel bleef, kreeg ik bezoek van Bert van de Arbo. Wat waren de klachten, wilde Bert weten. Had ik rugklachten, kromme benen, een verdraaide nek? Te korte armen, scheve schouders, een gebochelde rug? Niets van dit alles gelukkig, ik wil gewoon de beste bureaustoel ooit gemaakt, omdat ik daarin meer tijd doorbreng dan in mijn bed. Kleine investering met enorm rendement, lijkt me. Maar Bert was van de Arbo, en alleen medische klachten waren aanleiding voor een andere stoel. Ik zei tegen Bert dat, hoewel de verleiding groot, ik niet ging liegen dat ik last van mijn rug had. Het moest toch mogelijk zijn om met valide argumenten doch niet-medische gronden een Aeron-stoel te krijgen?
Jammer, maar helaas. De ‘call’ werd afgesloten met de mededeling: “Er is een standaard stoel binnen de faculteit. Uitsluitend om gezondheidsredenen kan hiervan worden afgeweken.” Met andere woorden: pas als u last heeft van uw rug heeft u recht op een andere stoel. Tot die tijd moet u het doen met de standaard stoel die wij in al onze wijsheid goed genoeg voor u vinden. Pas als u door het langdurig zitten op die stoel last krijgt van uw rug, heeft u recht op een stoel waarmee u nooit last van uw rug zou hebben gekregen. Waarom zou je de oorzaak wegnemen als je later de gevolgen kunt bestrijden?
Waar hebben we het nu helemaal over? De Herman Miller Aeron-stoel kost 1200 euro. De garantieperiode is maar liefst twaalf jaar, dus je hoeft niet iedere twee jaar een nieuwe te kopen, zoals we dat wel doen met computers. Ditmaal is het menens: ik wil een Aeron-stoel en ik zal een Aeron-stoel krijgen, al moet ik hem zelf betalen.
Dap Hartmann is astronoom. Hij is werkzaam als docent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Terwijl ik dit schrijf, zit ik op de beste bureaustoel ooit gemaakt. Ik verblijf momenteel op de Harvard Business School waar ik het Executive Education Program ‘Leading Science-Based Enterprises’ volg. Drie jaar geleden was ik hier ook en maakte toen kennis met de Herman Miller Aeron. Die stoel stond standaard in alle kamers, want men vindt het hier vanzelfsprekend dat mensen die hard moeten werken comfortabel kunnen zitten. Ditmaal stond er tot mijn teleurstelling een andere stoel in mijn kamer. Ik vroeg of ik misschien een Herman Miller-stoel kon krijgen. Geen probleem. De volgende dag stond er een Aeron in mijn kamer.
Toen ik drie jaar geleden terugkwam, wilde ik maar één ding: een Herman Miller-stoel op mijn werkplek in Delft. Acht uur per dag, vijf dagen per week, 52 weken per jaar, en wie weet hoeveel jaren nog zit ik op een bureaustoel. Nadat ik op de stoel had gezeten, wilde ik niet meer op een stoel zitten. Dus diende ik een verzoek in voor een Aeron. Het bleef lang stil want zo’n ingewikkeld verzoek handel je natuurlijk niet binnen een dag of een week of een maand af. Er was een ‘call’ aangemaakt waarin stond: ‘De heer Hartmann wil graag een nieuwe stoel. Gaat dit via FM of moet de Arbo dit doen?’ Na voor de zoveelste maal geïnformeerd te hebben waar mijn stoel bleef, kreeg ik bezoek van Bert van de Arbo. Wat waren de klachten, wilde Bert weten. Had ik rugklachten, kromme benen, een verdraaide nek? Te korte armen, scheve schouders, een gebochelde rug? Niets van dit alles gelukkig, ik wil gewoon de beste bureaustoel ooit gemaakt, omdat ik daarin meer tijd doorbreng dan in mijn bed. Kleine investering met enorm rendement, lijkt me. Maar Bert was van de Arbo, en alleen medische klachten waren aanleiding voor een andere stoel. Ik zei tegen Bert dat, hoewel de verleiding groot, ik niet ging liegen dat ik last van mijn rug had. Het moest toch mogelijk zijn om met valide argumenten doch niet-medische gronden een Aeron-stoel te krijgen?
Jammer, maar helaas. De ‘call’ werd afgesloten met de mededeling: “Er is een standaard stoel binnen de faculteit. Uitsluitend om gezondheidsredenen kan hiervan worden afgeweken.” Met andere woorden: pas als u last heeft van uw rug heeft u recht op een andere stoel. Tot die tijd moet u het doen met de standaard stoel die wij in al onze wijsheid goed genoeg voor u vinden. Pas als u door het langdurig zitten op die stoel last krijgt van uw rug, heeft u recht op een stoel waarmee u nooit last van uw rug zou hebben gekregen. Waarom zou je de oorzaak wegnemen als je later de gevolgen kunt bestrijden?
Waar hebben we het nu helemaal over? De Herman Miller Aeron-stoel kost 1200 euro. De garantieperiode is maar liefst twaalf jaar, dus je hoeft niet iedere twee jaar een nieuwe te kopen, zoals we dat wel doen met computers. Ditmaal is het menens: ik wil een Aeron-stoel en ik zal een Aeron-stoel krijgen, al moet ik hem zelf betalen.
Dap Hartmann is astronoom. Hij is werkzaam als docent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Comments are closed.