Ingezonden brief

‘Ik zeg ‘nee bedankt’ tegen degene die me aanzag voor de koffiedame’

Dr. Rachel Los deed onlangs iets ongekends: naast de verplichte bedankjes voegde ze aan haar TU Delft-proefschrift ‘nee-bedankt-betuigingen’ toe. Die waren gericht aan iedereen die haar impliciet of expliciet duidelijk had gemaakt dat er voor haar als vrouw geen plaats is in de bètawetenschappen. “We moeten deze ondermijning tegengaan”, schrijft ze in deze brief.

Portret van Rachel Los

(Foto: Roy Borghouts)

“Ik heb niet het gevoel dat dat waar is.” Ik frons naar mijn mede PhD-student tegenover me in de trein. Ik had net aan hem verteld dat ik niet zeker wist of ik wel door wilde gaan in de natuurkunde, omdat ik me niet altijd even welkom had gevoeld in het overwegend mannelijke onderzoeksveld. Ik weet uit de literatuur en gesprekken met collega’s dat dit absoluut geen origineel gevoel is voor een vrouw in de wetenschap, maar de promovendus tegenover mij is sceptisch. Ik vraag hem of hij wel eens iets gelezen heeft over discriminatie of genderbias (vooroordelen op basis van geslacht, red.) op de werkvloer. “Nee,” zegt hij zelfverzekerd, “maar alsnog, ik heb niet het gevoel dat het waar is.”

Telkens wanneer ik de afgelopen jaren mijn specifieke zorgen uitte over doorgaan in dit vakgebied, werd daar consequent met ongeloof op gereageerd. Soms koos ik ervoor om mijn persoonlijke ervaringen te delen om mijn zorgen toe te lichten, of misschien wel om mezelf te verantwoorden. Niet dat dat leidde tot minder frustrerende gesprekken. Mijn eerlijkheid ontlokte mijn gesprekspartners meestal ietwat geschokte reacties, gelijk gevolgd door de opmerking dat de persoon in kwestie het vast niet verkeerd bedoelde of dat ‘niet alle mannen’ zo waren.

Maar ik wist dat wat ik ervaarde geen overdreven reactie of uitzondering was. Ik zag en voelde hoe de constante stroom van ontmoediging, seksistische opmerkingen en ondermijning bij mij en mijn collega’s onze zelfverzekerdheid en werktevredenheid aantastte. Voor mij was het duidelijk: we verliezen goede wetenschappers aan een pestcultuur.

“Het systematisch pesten en ondermijnen van meisjes en vrouwen in STEM (science, technology, engineering en mathematics, red.), begint vroeg en is de reden dat ze niet in de wetenschap en gerelateerde vakgebieden blijven.” – stelling nr. 6 van mijn proefschrift.

Wetenschappelijk succes wordt sterk beïnvloed door sociale dynamiek

Om deze wat stevig geformuleerde stelling te onderbouwen heb ik een extra sectie aan mijn proefschrift toegevoegd. Naast de traditionele acknowledgements-sectie, heb ik een sectie geschreven met mijn ‘anti acknowledgements’ (zie het kader onderaan). Het is een paragraaf voor mijn nee-bedankt-betuigingen, zoals een ‘nee bedankt’ aan de man die me op een conferentie vroeg wat ik aan had onder mijn kleren, en een ‘nee bedankt’ aan degene die me aanzag voor de koffiedame. Deze sectie was niet bedoeld om kleinzielig te doen of om specifieke mensen ergens de schuld van te geven. Mijn doel was om mijn zesde stelling te onderbouwen. Mij was zo vaak verteld – zowel impliciet als expliciet – dat ik niet in de wetenschap thuishoorde, dat het mijn vonk had gedoofd tot op het punt dat ik serieus overwoog om weg te gaan.

Onlangs heb ik mijn anti-acknowledgements gedeeld op LinkedIn en sindsdien zijn ze verder verspreid op BlueSky, Facebook en ik weet niet waar. Tot nu toe zijn de reacties veelal positief, lief en ondersteunend. De hoeveelheid vrouwen, jong en oud, die herkennen wat ik schreef, die zelf ook zoiets hadden willen schrijven, of zichzelf terugzien in mijn verhaal is overweldigend. Aan de ene kant voelt het goed om te merken dat ik niet alleen ben in mijn ervaring, maar aan de andere kant bevestigen de reacties mijn zorgen over hoe wijdverspreid dit fenomeen eigenlijk is.

Als wetenschappers geloven we graag in de ratio, en adviseren we om ‘het werk voor zich te laten spreken’. Maar, door achteloos de sociale context waarin dat werk gedaan en ontvangen wordt, te negeren, maken we de academische wereld een makkelijke prooi voor seksisme, racisme en algehele ongelijkheid. Volhouden dat het in de wetenschap alleen maar om de inhoud gaat, is niet alleen naïef omdat het voorbij gaat aan persoonlijke vooroordelen, het ontkent ook dat wetenschap mensenwerk is, gebaseerd op samenwerking en persoonlijke connecties. Datgene wat wij als academisch succes zien, is afhankelijk van wie uitgenodigd wordt om te spreken, wie genomineerd wordt voor de prijzen, wie aangeraden wordt voor de posities, en wiens werk geciteerd wordt. Kortom, wetenschappelijk succes wordt sterk beïnvloed door sociale dynamiek.

In een wereld waarin er nog steeds genoeg mensen zijn die vrouwen en meisjes actief ontmoedigen om een carrière in de wetenschap, de technologie, de techniek of de wiskunde na te jagen, is het de taak van ieder ander om die ondermijning tegen te gaan. Het is niet genoeg om niet gemeen te zijn; we moeten ervoor kiezen om voor ondervertegenwoordigde mensen te pleiten. Want ook al zijn we zelf misschien geen pestkoppen, we kunnen er donder op zeggen dat iemand anders dat wel is. Laten we ervoor zorgen dat iedereen zich welkom voelt, en laten we meisjes vanaf het begin aanmoedigen.

Rachel Los studeerde nanobiologie in Delft en Rotterdam en is daarna gepromoveerd in de biofysica bij de afdeling bionanoscience van de TU Delft. Ze heeft onlangs haar proefschrift verdedigd waarin ze onderzoekt hoe lokale interacties bacteriële kolonies vormgeven. Ze woont momenteel in Edinburgh, Schotland.

There have unfortunately also been people who have been less than helpful in my journey here. I wanted to acknowledge those too, because I know I am not unique in this experience.

No thank you to the physics study association that made me sing songs about how women couldn’t study physics without sleeping with the professor, the day I stepped into university life. No thank you to the 5th year physics student that decided to assign me a ’stripper name’ within the first minute of meeting me in the physics coffee corner in my first year. No thank you to the technician that was responsible for onboarding me on the use of the cluster in my third year who raised his eyebrows and asked me if that meant I was some sort of “computer girl”. No thank you to the senior researcher that sent me utterly inappropriate texts after a conference, then proceeded to ’apologise’ months later by telling me they had not been meant for me anyway so “no hard feelings remain hopefully”. And no thank you to him for attending every conference I’ve been to since. No thank you to the people who told me that it was “surprising” that I was doing a PhD since I was a girl. No thank you to the man who mistook me for a coffee lady at a conference, and after having to correct him two times that I did not work there, responded with “you should consider it”. No thank you to the researcher that asked me what I was wearing underneath my outfit during a conference. No thank you to the physicist who declared to a room full of other physicists that biologists “don’t know how to design an experiment”. No thank you to the people who have called me scary instead of strong and intimidating instead of intelligent. And finally, no thank you to the executive board of the TU Delft, whose knee-jerk reaction to being held up a mirror about the social safety at the university, was to sue the party holding up the mirror instead of looking at the problems they highlighted.

I wish I could tell you this has all made me stronger somehow but in reality it has only shattered my confidence. You have made me feel like I do not belong in science and I cannot forgive you for that.

– Rachel

Schrijver Opinie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

opinie.delta@tudelft.nl

Comments are closed.