Opinie

De liefde voor zigeunermuziek

Zigeunermuziek schijnt nergens anders beter te floreren dan in Nederland. In het kielzog van een aantal beroemde vertolkers, houden naar schatting dertig amateurorkesten het genre in eer.

De voormalige hoogleraar hoogspanningstechniek prof.dr.ir. Kreuger, zelf gepassioneerd beoefenaar, schreef er een boek over. ,,Als een Hollander liefdesverdriet heeft kan hij naar de kroeg gaan om zijn verdriet te verdrinken; een Hongaar gaat ook naar de kroeg, maar bestelt er een zigeunerorkest bij.”

Als we het hebben over zigeunermuziek, dan weet iedereen ongeveer wat daarmee wordt bedoeld. Het horen van een paar klanken is voldoende om het thuis te brengen. Maar wat maakt nou dat zigeunermuziek klinkt als zigeunermuziek? Velen denken dat dit komt door het instrumentarium en het repertoire. Toch blijkt dat maar deels het geval. Veel doorslaggevender is het idioom, de manier van spelen waarbij de improvisatie voorop staat.

Kreuger gaat in zijn boek ‘Zigeunermuziek’ uitgebreid in op het typische karakter ervan. Zoals het eigen is aan zigeunermuziek dat het niet van het blad wordt gespeeld en dus nauwelijks genoteerd staat, zijn er ook geen boeken te vinden waarin de geschiedenis van deze muziekvorm wordt beschreven. Dat moet er eindelijk maar eens komen, zal Kreuger hebben gedacht na zijn afscheid van de TU.

Hij wilde geen wetenschappelijk werk publiceren – ,,dat laat ik graag aan anderen over” – maar een boek voor een breed publiek. Het presenteert een historisch overzicht van alle aspecten die ermee te maken hebben. Tegelijk is het een persoonlijke ontboezeming en hoopt hij zijn liefde voor de zigeunermuziek op anderen over te brengen.

Allereerst moet een aantal misverstanden uit de weg worden geruimd. Lange tijd is gedacht dat zigeuners uit Egypte komen, vandaar ook de Engelse benaming gypsy. Dat is niet waar, want oorspronkelijk stammen ze uit het noorden van India. Na lange omzwervingen bereikten ze vanaf de veertiende eeuw Europa en Noord-Afrika.

Een deel ervan bleef tot op de dag van vandaag zwerven. Dat zijn de zigeuners zoals ze bij ons bekend staan. Een veel groter aantal vestigde zich echter op een vaste woonplaats, vooral in Midden- en Oost-Europa. Op enkele uitzonderingen na zijn zigeunermusici hoofdzakelijk afkomstig uit deze groeperingen.
Hakkebord

Dat weerspiegelt zich ook in de muziek. De nomadisch levende zigeuners kennen hun eigen volksmuziek die louter gezongen wordt. Heel anders dus dan de zigeunermuziek zoals wij die kennen. Deze vorm is namelijk sterk beïnvloed door de lokale muziekvormen van de streken waar ze zich hebben gevestigd. Het boek van Kreuger gaat dan ook voornamelijk over Middeneuropese zigeunermuziek.

De meeste aandacht krijgt de Hongaarse zigeunermuziek dieontstond in de achttiende eeuw. Eerst werd er gespeeld op een viool en een hakkebord. Tijdens de uitkristallisering van de zigeunermuziek groeide die combinatie uit tot de huidige begeleiding met cymbaal, altviool en bas. Aan de bekendheid van deze muziekvorm werd vooral bijgedragen door Franz Liszt, die onder andere ‘Hongaarse Rhapsodieën’ heeft gecomponeerd, geïnspireerd op zigeunermuziek.

Maar ook in andere landen kwam het genre van de grond, overal met een eigen signatuur. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog kwamen zigeunerorkesten ook naar Nederland waar ze vaak speelden in restaurants. Een aantal van hen is hier gebleven, zoals de alom bekende Tata Mirando. Sindsdien zijn ook tal van Nederlanders deze muziekvorm gaan beoefenen, onder hen veel studenten.

Kreuger is zelf ook afficionado die al een kwart eeuw verknocht is aan de zigeunermuziek. Zijn enthousiasme heeft hij op heldere en speelse wijze in het boek verwoord. Nu het gedrukt staat, kan hij zich weer volledig wijden aan het musiceren.

‘Zigeunermuziek. Geschiedenis en beleving van de zigeunermuziek’ is uitgegeven door de Delftse Universitaire Pers. ISBN 90 407 1362 6. Prijs 35 gulden.

Mannus van der Laan

Zigeunermuziek schijnt nergens anders beter te floreren dan in Nederland. In het kielzog van een aantal beroemde vertolkers, houden naar schatting dertig amateurorkesten het genre in eer. De voormalige hoogleraar hoogspanningstechniek prof.dr.ir. Kreuger, zelf gepassioneerd beoefenaar, schreef er een boek over. ,,Als een Hollander liefdesverdriet heeft kan hij naar de kroeg gaan om zijn verdriet te verdrinken; een Hongaar gaat ook naar de kroeg, maar bestelt er een zigeunerorkest bij.”

Als we het hebben over zigeunermuziek, dan weet iedereen ongeveer wat daarmee wordt bedoeld. Het horen van een paar klanken is voldoende om het thuis te brengen. Maar wat maakt nou dat zigeunermuziek klinkt als zigeunermuziek? Velen denken dat dit komt door het instrumentarium en het repertoire. Toch blijkt dat maar deels het geval. Veel doorslaggevender is het idioom, de manier van spelen waarbij de improvisatie voorop staat.

Kreuger gaat in zijn boek ‘Zigeunermuziek’ uitgebreid in op het typische karakter ervan. Zoals het eigen is aan zigeunermuziek dat het niet van het blad wordt gespeeld en dus nauwelijks genoteerd staat, zijn er ook geen boeken te vinden waarin de geschiedenis van deze muziekvorm wordt beschreven. Dat moet er eindelijk maar eens komen, zal Kreuger hebben gedacht na zijn afscheid van de TU.

Hij wilde geen wetenschappelijk werk publiceren – ,,dat laat ik graag aan anderen over” – maar een boek voor een breed publiek. Het presenteert een historisch overzicht van alle aspecten die ermee te maken hebben. Tegelijk is het een persoonlijke ontboezeming en hoopt hij zijn liefde voor de zigeunermuziek op anderen over te brengen.

Allereerst moet een aantal misverstanden uit de weg worden geruimd. Lange tijd is gedacht dat zigeuners uit Egypte komen, vandaar ook de Engelse benaming gypsy. Dat is niet waar, want oorspronkelijk stammen ze uit het noorden van India. Na lange omzwervingen bereikten ze vanaf de veertiende eeuw Europa en Noord-Afrika.

Een deel ervan bleef tot op de dag van vandaag zwerven. Dat zijn de zigeuners zoals ze bij ons bekend staan. Een veel groter aantal vestigde zich echter op een vaste woonplaats, vooral in Midden- en Oost-Europa. Op enkele uitzonderingen na zijn zigeunermusici hoofdzakelijk afkomstig uit deze groeperingen.
Hakkebord

Dat weerspiegelt zich ook in de muziek. De nomadisch levende zigeuners kennen hun eigen volksmuziek die louter gezongen wordt. Heel anders dus dan de zigeunermuziek zoals wij die kennen. Deze vorm is namelijk sterk beïnvloed door de lokale muziekvormen van de streken waar ze zich hebben gevestigd. Het boek van Kreuger gaat dan ook voornamelijk over Middeneuropese zigeunermuziek.

De meeste aandacht krijgt de Hongaarse zigeunermuziek dieontstond in de achttiende eeuw. Eerst werd er gespeeld op een viool en een hakkebord. Tijdens de uitkristallisering van de zigeunermuziek groeide die combinatie uit tot de huidige begeleiding met cymbaal, altviool en bas. Aan de bekendheid van deze muziekvorm werd vooral bijgedragen door Franz Liszt, die onder andere ‘Hongaarse Rhapsodieën’ heeft gecomponeerd, geïnspireerd op zigeunermuziek.

Maar ook in andere landen kwam het genre van de grond, overal met een eigen signatuur. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog kwamen zigeunerorkesten ook naar Nederland waar ze vaak speelden in restaurants. Een aantal van hen is hier gebleven, zoals de alom bekende Tata Mirando. Sindsdien zijn ook tal van Nederlanders deze muziekvorm gaan beoefenen, onder hen veel studenten.

Kreuger is zelf ook afficionado die al een kwart eeuw verknocht is aan de zigeunermuziek. Zijn enthousiasme heeft hij op heldere en speelse wijze in het boek verwoord. Nu het gedrukt staat, kan hij zich weer volledig wijden aan het musiceren.

‘Zigeunermuziek. Geschiedenis en beleving van de zigeunermuziek’ is uitgegeven door de Delftse Universitaire Pers. ISBN 90 407 1362 6. Prijs 35 gulden.

Mannus van der Laan

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.