De Delftse methode

br />
Over de dingen waar we niets vanaf weten hebben we de beste mening: die dingen zijn per definitie oninteressant, anders hadden we er wel iets vanaf geweten. We zijn zelfs zo goed, dat we al een mening klaar hebben zonder te weten waar het eigenlijk over gaat. We hebben liever eerst een mening, de argumentatie komt later wel.

Daarbij komt nog dat we wéten dat we alles beter weten. Daardoor worden we door buitenstaanders als arrogant en zelfingenomen aangezien. Onterecht natuurlijk, want we zijn immers overtuigd van ons Delftse, eigen gelijk: als iemand ons arrogant of zelfingenomen vindt, is dat niet ons probleem en kunnen wij daar slechts op neerkijken. Er is een verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. En wij weten dat we gelijk hebben.

Daarom zitten we in Delft dus eigenlijk op onze beste plek. Hier hoeven we geen verhitte discussies met elkaar te voeren om gelijk te krijgen: we hebben het al.

Vaak wordt er over ons gezegd dat we ‘er wel komen’, maar eigenlijk zijn we er dus al. Waarom nog afstuderen? De arbeidsmarkt is toch veel te krap, daar zou je nog wel eens zonder werk kunnen komen te zitten.

En bovendien, nog voordat we het woord ‘studeren’ konden uitspreken, wisten we allemaal allang dat we later met een vette knipoog die goedbetaalde baan in onze binnenzak konden steken. Dat hadden we op de open dag namelijk van Delftenaren gehoord. En die hebben altijd gelijk.

Delftse studenten hebben de neiging om overal een mening over te hebben. En het liefst dragen we die, waar mogelijk, zoveel mogelijk uit. Dit komt omdat we weten dat onze mening beter is dan de gemiddelde mening: we studeren immers in de ‘kennisstad’.

Over de dingen waar we niets vanaf weten hebben we de beste mening: die dingen zijn per definitie oninteressant, anders hadden we er wel iets vanaf geweten. We zijn zelfs zo goed, dat we al een mening klaar hebben zonder te weten waar het eigenlijk over gaat. We hebben liever eerst een mening, de argumentatie komt later wel.

Daarbij komt nog dat we wéten dat we alles beter weten. Daardoor worden we door buitenstaanders als arrogant en zelfingenomen aangezien. Onterecht natuurlijk, want we zijn immers overtuigd van ons Delftse, eigen gelijk: als iemand ons arrogant of zelfingenomen vindt, is dat niet ons probleem en kunnen wij daar slechts op neerkijken. Er is een verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. En wij weten dat we gelijk hebben.

Daarom zitten we in Delft dus eigenlijk op onze beste plek. Hier hoeven we geen verhitte discussies met elkaar te voeren om gelijk te krijgen: we hebben het al.

Vaak wordt er over ons gezegd dat we ‘er wel komen’, maar eigenlijk zijn we er dus al. Waarom nog afstuderen? De arbeidsmarkt is toch veel te krap, daar zou je nog wel eens zonder werk kunnen komen te zitten.

En bovendien, nog voordat we het woord ‘studeren’ konden uitspreken, wisten we allemaal allang dat we later met een vette knipoog die goedbetaalde baan in onze binnenzak konden steken. Dat hadden we op de open dag namelijk van Delftenaren gehoord. En die hebben altijd gelijk.