Opinie

[Column] Verlanglijstjes

We ondergraven onze betrouwbaarheid als technische universiteit wanneer we meegaan in de pseudo-objectieve schijnnauwkeurigheid van ranglijsten, vindt Bob van Vliet.

Bob van Vliet: "Ranglijsten zijn geen meting, maar een mening" (Foto: Sam Rentmeester)

Slecht nieuws. We glijden af richting de afgrond. ‘Nederland daalt op concurrentieranglijst’, kopte het FD. ‘Nederland is verdwenen uit de top-5 van meest concurrerende economieën’, meldt de NOS. “Dat krijg je ervan”, twitterde onze rector magnificus, want “Nederland blijft achter met investeringen in onderzoek en ontwikkeling”.


Bullshit. Een ‘onderzoek’ als dit komt de TU natuurlijk mooi uit. De logische conclusie is immers: meer geld voor ons! Maar er gaat hier nogal wat mis. Rector en collegevoorzitter Tim van der Hagen spreekt ons deze weken op de schermen boven de koffiemachines toe over integrity met de spreuk “It’s crucial that we continue to talk about the dilemmas we face in our work.” Dat lees ik dan maar als uitnodiging. Want we ondergraven onze autoriteit en betrouwbaarheid als ingenieurs en als technische universiteit wanneer we meegaan in dit soort pseudo-objectieve schijnnauwkeurigheid. Dus here goes.


Ten eerste: uit die cijfers blijkt helemaal niet wat ermee wordt gezegd. Een volgorde is bijvoorbeeld geen hoeveelheid. Een verschil van twee plekken op een ranglijst iets heel anders dan een verschil van twee eenheden op een doorlopende schaal. En een daling van een paar plekken is compleet betekenisloos wanneer de scores zo dicht op elkaar zitten als ze zitten. Een meting moet nogal nauwkeurig zijn om “Dat krijg je ervan” te kunnen concluderen wanneer de afstand tussen die prachtige vierde plek van vorig jaar en het drama van een achterhoedegevecht op de zesde positie het verschil is tussen 82,4 en 82,6. En vanwaar die arbitraire grens onder de top vijf?


Ingenieurs zijn misschien wel bullshitters pur sang


Belangrijker is dat lijsten zoals deze geen meting zijn, maar een mening. Dat een oordeel wordt uitgedrukt in cijfers maakt het niet op magische wijze een objectief feit. Het World Economic Forum víndt dat een hoog percentage onzekere contracten complimenten verdient. En ze hebben beslóten dat ‘Market size’ en ‘Macroeconomic stability’ (waar investering in verwerkt zit) even zwaar meetellen in de score. Dit zijn geen dingen die ze ontdekt of gemeten hebben. Minder investeren zorgt letterlijk per definitie voor een lagere score.


De beziger van bullshit, volgens filosoof Harry Frankfurt, is iemand voor wie de waarde van een uitspraak niet wordt bepaald door de vraag of die de realiteit correct beschrijft, maar simpelweg door de vraag of die je goed uitkomt. Ingenieurs zijn wat dit betreft misschien wel bullshitters pur sang. Wij gebruiken, beschrijft techniekgeschiedkundige Walter Vincenti, in de praktijk vaak theorieën en modellen waarvan we weten dat ze eigenlijk niet kloppen, maar waar wel op vertrouwd kan worden dat ze tot bruikbare resultaten leiden. Fout maar handig.


Als integere academici moeten we daar voorzichtiger mee zijn, zeker als academici die zich voorstaan op het vermogen om exact te redeneren en correcte sommen te kunnen maken. Ranglijstjes die ons goed uitkomen zijn misschien verleidelijk. Maar het blijft onzin.


Bob van Vliet is docent op de faculteit 3mE, na eerder bij Industrieel Ontwerpen en Bouwkunde les te hebben gegeven.


Bob van Vliet / Columnist

Columnist Bob van Vliet

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

B.vanVliet@tudelft.nl

Comments are closed.