Opinie

[Column] Toga’s en tradities

Columnist Birgit van Driel vraagt zich af wat het belang en het risico zijn van academische tradities. To toga or not to toga? Dat is de vraag.

Birgit van Driel: Als het bij je past is een technische opleiding niet moeilijk. (Foto: Sam Rentmeester)

Ik begin deze column met een bekentenis: ik wil een toga! Dat ik niet helemaal de juiste carrièrestappen heb gemaakt om ooit professioneel een toga te dragen, laten we maar even buiten beschouwing. En toch, elke keer dat ik weer bij een oratie ben en een kersverse hoogleraar in zijn of haar toga aanschouw, kan ik niet anders dan denken: ‘Dat wil ik ook!’.

Hoogleraren lopen allang niet meer in toga over de campus en toch is het academische leven (van studenten en wetenschappers) nog steeds doordrenkt van tradities waarvan het dragen van een toga het meest zichtbare voorbeeld is. Zelf heb ik ook meegedaan aan academische tradities. Ik heb bijvoorbeeld in jacquet rondgelopen toen ik nog bestuur deed bij mijn studievereniging. En ik was natuurlijk onderdeel van mijn eigen promotieceremonie. Ik wilde toen een roze pak aan in plaats van een donkergekleurd pak, maar ik heb me netjes aan de tradities (in dit geval vastgelegd in het promotiereglement) gehouden.

Toga’s worden vooral gedragen tijdens feestelijke gelegenheden zoals promoties, oraties en de opening van het academisch Jaar. Tijdens de opening van het academisch Jaar op de universiteit Utrecht deed Sanli Faez symbolisch zijn jasje uit en hij werd snel gevolgd door Naomi Ellemers die haar toga uitdeed. Sanli stelt dat het comfort en de bescherming die een toga biedt enkel bestaan door het ongemak dat het bij andere collega’s veroorzaakt. Er blijkt een breekbare balans te bestaan tussen tradities als zaken die gelijkheid bevorderen of als symbolen die schadelijk zijn voor een inclusieve en sociaal veilige omgeving.

De toga kan een rol spelen in het aantrekken van nieuwe studenten

Aan de ene kant vervullen academische kledingvoorschriften dezelfde rol als een school- of politie-uniform: je wordt beoordeeld op wat je zegt en doet en niet op basis van je kleding. Het zorgt voor gelijkheid ten koste van diversiteit. Het roept bij mij de vraag op of ik in een roze pak ook cum laude gepromoveerd zou zijn… De toga kan ook een rol spelen in het aantrekken van nieuwe studenten, want wat spreekt nu meer tot de verbeelding dan honderden in toga gehulde professoren die door de straten van Delft fietsen om op basisscholen te vertellen over hun vak tijdens ‘Meet the professor’? Tegelijkertijd kunnen tradities intimiderend zijn, vooral als je ze niet (goed) kent en kunnen ze een barrière vormen om actief deel te nemen aan het academische leven. Daarnaast moet het in de academische wereld gaan om een gelijkwaardige discussie rondom de inhoud en moet het tijdens zo’n discussie geen rol spelen of je toevallig hooggeleerd (hoogleraar), zeergeleerd (gepromoveerd) of nog PhD-student bent.

Wat mij betreft moeten we tradities en toga’s in de academische wereld vooral laten bestaan. Het zijn symbolen die we goed moeten uitleggen en die we best af en toe kunnen moderniseren. Echter, het zijn ook de showelementen die kleur geven aan de (stoffige) academische wereld en daarmee een belangrijke aantrekkingskracht hebben. De discussie over deze symbolen is wél exemplarisch voor de toegenomen aandacht voor zaken als machtsmisbruik en sociale onveiligheid, dus laten we ons daarop richten zodat ik zonder schuldgevoel verder kan dromen van een toga.

Birgit van Driel is sinds 2021 beleidsmedewerker bij de Directie Strategic Development. Ze is terug van weggeweest op de TU Delft waar ze in 2006 begon met studeren en de faculteiten IO (eerste jaar), TNW (bachelor) en 3mE (PhD) heeft aangedaan. Na haar PhD is ze strategieconsultant geweest bij Kearney en Program Officer bij NWO-TTW. 

Columnist Birgit van Driel

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

B.A.vanDriel@tudelft.nl

Comments are closed.