Ieder jaar wordt mij, als onderdeel van de R en O-cyclus, gevraagd naar mijn nevenactiviteiten. Op het formulier vul ik dan braaf in dat ik een column schrijf voor Delta.
Men wil ook weten wat het belang daarvan voor de TU Delft is en of de reputatie van de TU Delft erdoor kan worden aangetast. ‘Enorm’ en ‘integendeel’, antwoord ik daarop, in die volgorde.
Ik heb veel bewondering voor TU-medewerkers die naast hun reguliere werkzaamheden artistieke, culturele of intellectuele prestaties leveren. Zo zijn er diverse collega’s die een boek hebben geschreven. Soms ligt dat in het verlengde van hun dagelijkse TU-besognes, zoals ‘Framing’ van Hans de Bruijn, ‘Graaiers of redders?’ van Willemijn Dicke, Bauke Steenhuisen en Wijnand Veeneman, en ‘Innovatie uit de polder’ van Patrick van der Duin.
Nog meer bewondering heb ik voor collega’s die een roman schrijven, zoals ‘Tegennatuur’ van Michel van Eeten en ‘Mea’ van Willemijn Dicke. Want met een roman creëer je echt iets uit het niets, en dat is verdomd hard werken. Ook het kinderboek dat Cees Dekker schreef met Corien Oranje is het vermelden waard, al is het maar omdat ‘Het geheime logboek van topnerd Tycho’ in christelijke kring niet overal even goed is ontvangen. En zelfs ‘Spaghetti Spoetnik’ van Tonie Mudde heb ik gelezen, hoewel hij al lang niet meer bij de TU werkt. Tonie was verslaggever en columnist voor Delta.
Ook andere creatieve uitingen van (ex-)collega’s volg ik met belangstelling. Zo was ik bij de try-out van Onder de streep, de nieuwe cabaretvoorstelling van Jasper van Kuijk. Ik hou van try-outs omdat ze doorgaans in een klein theater worden gespeeld, in dit geval Pepijn in Den Haag. Dat maakt het veel intiemer dan een grote zaal, en bovendien stelt de cabaretier zich kwetsbaar op omdat er natuurlijk iets mis kan gaan. De Volkskrant gaf hem drie sterren en een sneer: ‘Van Kuijk vertelt leuk, maar vervalt in woordgrapjes.’ Ik vond het erg onderhoudend en bij vlagen bijzonder geestig. Maar vooral knap gedaan en dapper. Op 7 mei speelt hij in Delft. Gaat dat zien!
En vorige week was ik bij een try-out van Dingen die ik dacht, de nieuwe voorstelling van Pieter Jouke. De Volkskrant gaf zijn vorige voorstelling twee sterren en een sneer: ‘Vijf kwartier Pieter Jouke is een hele zit.’ Pieter werkte lang geleden bij TBM en ik wist dat hij daarna een van de mensen achter Buro Renkema was. Hoewel de laatste aflevering van Buro Den Haag alweer vijf jaar oud is, blijft het hilarisch: tinyurl.com/BuroDenHaag.
Verder was ik hem uit het oog verloren en omdat ik vrijwel geen tv kijk (en al helemaal niet naar programma’s van BNN) wist ik niet dat hij ‘bekend van tv’ was, zoals zijn website vermeldt. Via uitzending gemist keek ik een paar afleveringen terug van Padoem Patsss waarin hij excelleert in oneliners. Zijn voorstelling vult anderhalf uur met zulke oneliners die met enig kunst- en vliegwerk tot samenhangende anekdotes zijn gesmeed. Desondanks vond ik het spitsvondig en snedig. Op 8 maart speelt hij in Delft. Gaat dat zien!
Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Comments are closed.