Het college van bestuur heeft sinds 1 maart een nieuwe voorzitter: Dirk Jan van den Berg heeft het stokje van Hans van Luijk overgenomen. Wat kunnen we van de nieuwe collegevoorzitter verwachten? Van den Berg, voormalig ambassadeur van Nederland in China, vindt het naar eigen zeggen fantastisch om aan de ‘werkplaats van Nederland’ leiding te mogen gaan geven.
Het college van bestuur heeft sinds 1 maart een nieuwe voorzitter: Dirk Jan van den Berg heeft het stokje van Hans van Luijk overgenomen. Wat kunnen we van de nieuwe collegevoorzitter verwachten? Van den Berg, voormalig ambassadeur van Nederland in China, vindt het naar eigen zeggen fantastisch om aan de ‘werkplaats van Nederland’ leiding te mogen gaan geven. Met ‘toepassingsgeïnspireerd fundamenteel onderzoek’ moet gewerkt worden aan de ‘kenniskracht van de Nederlandse economie’ om de uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden.
De werkplaats van Nederland. Toepassingsgeïnspireerd fundamenteel. Kenniskracht. Het lijkt erop dat de vele jaren van trouwe dienst bij het ministerie van Economische Zaken hun uitwerking niet hebben gemist. De TU Delft zal volgens Van den Berg ‘zijn bijdrage moeten leveren: aan een innovatief bedrijfsleven in Nederland dat ook in de nieuwe concurrentieverhoudingen in de wereld meetelt en succesvol is.’ Het lijkt erop dat de ‘focus op maatschappelijke relevantie met het oog op duurzaamheid’ tegelijkertijd met Van Luijk is verdwenen. Haal die studenten maar weer terug uit Afrika: duurzaamheid is zo 2007.
Het is natuurlijk verleidelijk om de maatschappelijke relevantie van een universiteit in economische termen uit te drukken. Het grote voordeel van het marktperspectief is dat prestaties eenvoudig meetbaar worden. Als het onderzoek leidt tot innovaties in het bedrijfsleven, dan is het geld van de belastingbetaler goed besteed. De investering in het onderzoek kan achteraf geëvalueerd worden op basis van return on investment. Maar in die economisering van de doelstellingen schuilt een gevaar, want wat gebeurt er met de waarden die niet in geld zijn uit te drukken?
De TU Delft moet meer willen zijn dan een werkplaats voor de motor van de economie. De universiteit is ook een intellectuele vrijhaven en een broedplek voor wilde ideeën. Soms dienen die ideeën een economisch of maatschappelijk doel, maar meestal willen we gewoon onze nieuwsgierigheid bevredigen, kennis ontwikkelen omwille van de kennis. Daar hoeven we ons niet voor te schamen, dat is iets om trots op te zijn.
Ik vind het fantastisch om te werken bij de ideeënbus van Nederland, waar ik met publicatiegericht onderzoek hoop bij te dragen aan de geestelijke verrijking van de Nederlandse samenleving. En ook al wordt onze economie daar niets wijzer van, geloof ik toch dat de maatschappij erbij is gebaat. Ik hoop dat de TU Delft ongeacht de nieuwe concurrentieverhoudingen in de wereld het voortdurende belang van duurzaamheid en internationale solidariteit blijft onderkennen. Om het maar even in bestuurdersjargon te zeggen: als er een frisse wind door de organisatie waait, is het belangrijk om koers te houden. Ik wens onze nieuwe voorzitter veel succes.
Drs. Daan Schuurbiers is onderzoeker bij de werkgroep biotechnologie en maatschappij
Met ‘toepassingsgeïnspireerd fundamenteel onderzoek’ moet gewerkt worden aan de ‘kenniskracht van de Nederlandse economie’ om de uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden.
De werkplaats van Nederland. Toepassingsgeïnspireerd fundamenteel. Kenniskracht. Het lijkt erop dat de vele jaren van trouwe dienst bij het ministerie van Economische Zaken hun uitwerking niet hebben gemist. De TU Delft zal volgens Van den Berg ‘zijn bijdrage moeten leveren: aan een innovatief bedrijfsleven in Nederland dat ook in de nieuwe concurrentieverhoudingen in de wereld meetelt en succesvol is.’ Het lijkt erop dat de ‘focus op maatschappelijke relevantie met het oog op duurzaamheid’ tegelijkertijd met Van Luijk is verdwenen. Haal die studenten maar weer terug uit Afrika: duurzaamheid is zo 2007.
Het is natuurlijk verleidelijk om de maatschappelijke relevantie van een universiteit in economische termen uit te drukken. Het grote voordeel van het marktperspectief is dat prestaties eenvoudig meetbaar worden. Als het onderzoek leidt tot innovaties in het bedrijfsleven, dan is het geld van de belastingbetaler goed besteed. De investering in het onderzoek kan achteraf geëvalueerd worden op basis van return on investment. Maar in die economisering van de doelstellingen schuilt een gevaar, want wat gebeurt er met de waarden die niet in geld zijn uit te drukken?
De TU Delft moet meer willen zijn dan een werkplaats voor de motor van de economie. De universiteit is ook een intellectuele vrijhaven en een broedplek voor wilde ideeën. Soms dienen die ideeën een economisch of maatschappelijk doel, maar meestal willen we gewoon onze nieuwsgierigheid bevredigen, kennis ontwikkelen omwille van de kennis. Daar hoeven we ons niet voor te schamen, dat is iets om trots op te zijn.
Ik vind het fantastisch om te werken bij de ideeënbus van Nederland, waar ik met publicatiegericht onderzoek hoop bij te dragen aan de geestelijke verrijking van de Nederlandse samenleving. En ook al wordt onze economie daar niets wijzer van, geloof ik toch dat de maatschappij erbij is gebaat. Ik hoop dat de TU Delft ongeacht de nieuwe concurrentieverhoudingen in de wereld het voortdurende belang van duurzaamheid en internationale solidariteit blijft onderkennen. Om het maar even in bestuurdersjargon te zeggen: als er een frisse wind door de organisatie waait, is het belangrijk om koers te houden. Ik wens onze nieuwe voorzitter veel succes.
Drs. Daan Schuurbiers is onderzoeker bij de werkgroep biotechnologie en maatschappij
Comments are closed.