Columnist Bob van Vliet weet vrij zeker dat zijn Engels bovengemiddeld is. Maar hij realiseert zich ook dat hij in het Engels veel minder nuance tot zijn beschikking heeft.
Ik wilde al een tijdje iets schrijven over mijn ervaring met het vertalen van deze column naar het Engels elke maand. En aangezien mede-Deltacolumnisten Claudia Werker en Monique van der Veen afgelopen maand een informele serie over taal begonnen, kon ik het niet langer uitstellen.
Claudia schrijft dat wisselen van Nederlands naar Engels om buitenlandse collega’s te betrekken soms meer kwaad dan goed kan doen. Monique vindt dat we niet te veel belang moeten hechten aan ‘correct’ gebruik van taal. Ze verwijst impliciet naar het Orwelliaanse gevaar van een ‘newspeak’ die kritische en subversieve gedachten moeilijk of zelfs onmogelijk maakt doordat de woorden die nodig zijn om zulke gedachten te denken en uit te drukken simpelweg niet meer beschikbaar zijn.
Maar de vrijheid hebben om al de woorden in het woordenboek te gebruiken is niet hetzelfde als dat ook kúnnen. Als sprekers van Engels als tweede taal kennen we vaak minder dan half zoveel woorden als in onze moedertaal. En de woorden díe we kennen, kennen we oppervlakkiger, met minder gevoel voor hun nuances en connotaties. We zijn in het Engels minder goed toegerust voor complex denkwerk, in andere woorden.
‘Hoewel die woorden gepubliceerd worden als míjn woorden, voelt dat soms niet zo’
Voorheen dacht ik dat dit niet op mij van toepassing was. Ik lees, schrijf, en spreek al sinds de middelbare school meer Engels dan anderen. Ik weet vrij zeker dat mijn Engels ruim bovengemiddeld is. Maar sinds deze column elke maand in het Nederlands én Engels verschijnt, realiseer ik me dat ik in mijn tweede taal nog steeds veel minder nuance tot mijn beschikking heb dan in mijn eerste.
Eerst vertaalde ik mijn columns zelf van het Nederlands naar het Engels. Maar dat was veel meer werk dan verwacht. Zoals ik zei, ik schrijf veel in het Engels. Maar dat schrijfwerk is meestal alléén in het Engels. En het blijkt toch radicaal anders te zijn om de toon, het karakter, en de nuances te vangen van iets dat je eerst in het Nederlands schreef. Ik bedoel, ik wíst wel dat vertalen een vak was, maar toch nam ik aan dat het relatief gemakkelijk zou zijn om iets te vertalen dat ik zelf schreef, naar een taal die ik bijna net zoveel gebruik als mijn moedertaal.
Tegenwoordig maakt de redacteur Engels van Delta de eerste versie van de Engelse vertaling van mijn columns. Dat bespaart mij veel werk, maar het kan net zo frustrerend zijn. Vaak bevat de vertaling zinnen of woordkeuzes waar ik totaal niet tevreden mee ben, maar waarvan het me niet lukt om het beter te doen. Dus hoewel die woorden gepubliceerd worden als míjn woorden, voelt dat soms niet zo.
Het kennen en gebruiken van meer talen kan ons denken en ons werk verrijken. Maar ik ben me minder prettig gaan voelen bij de alomtegenwoordigheid van het Engels op universiteiten. Een tweede taal gebruiken alsof het onze eerste is, is gevaarlijk. Het is gemakkelijk om te geloven dat ons denkwerk in het Engels net zo precies en complex is als in het Nederlands. Maar op zijn minst voor mij persoonlijk, bleek dat zelfvertrouwen onterecht.
Bob van Vliet is docent bij de faculteit 3mE en gespecialiseerd in ontwerponderwijs. Reacties zijn welkom via B.vanVliet@tudelft.nl.
Bob van Vliet / Columnist
Comments are closed.